Alex Heffes x Alexandre O. Philippe
Film Fest Gent
Alex Heffes
Wie op zoek is naar Afrikaanse klanken of muziek voor zijn film kan altijd bij de op 2 september 1971 in het Engelse Beaconsfield geboren Alex Heffes terecht. Hij is er vertrouwd mee nadat hij de muziek componeerde voor The Last King of Scotland van Kevin Macdonald en van Mandela: Long Walk to Freedom van Justin Chadwick. Bovendien voorzag hij de remake van de legendarische tv-serie Roots van een score die authentieke Gambiaanse muziek combineerde met synthesizer en elektronische cello. Met zijn muziek wil hij personages steeds weer een authentieke en realistische dimensie geven, zodat ze de toeschouwers nabij zijn en blijven.
Hij was amper zeven toen hij Star Wars zag en thuis op de piano de muziek van de film probeerde na te spelen. Inmiddels is hij na studies in Oxford uitgegroeid tot een veelzijdig componist van tv-series, documentaires en speelfilms. Hij vermengt elementen uit verschillende culturen met klassieke westerse tradities en ook zijn instrumentarium kent geen landsgrenzen. Regisseurs als Tim Burton, Mira Nair, Stephen Frears en Peter Webber deden een beroep op hem. In de recente film Mafia Mama werkt hij voor de derde keer samen met Catherine Hardwicke. Alex Heffes was in 2007 lid van de internationale jury van Film Fest Gent en in 2011 Discovery of the Year op de World Soundtrack Awards.
Alexandre O. Philippe
In het documentaire-landschap van de films over film neemt de in Genève geboren Alexandre O. Philippe een aparte plaats in. Waar de meeste van zijn collega’s een genre of een oeuvre aan bod laten komen, heeft Alexandre O. Philippe soms aan één scène genoeg om er een film aan te wijden. Zo verwijzen de cijfers in de filmtitel 78/52 naar de 78 camerastanden en de 52 cuts in de douchescène van Alfred Hitchcock’s Psycho. In Memory, gewijd aan Alien van Ridley Scott, gaat zijn bijzondere aandacht naar de zogenaamde chestburster-scène waarin het monster uit de borst van John Hurt tevoorschijn komt. Het lijkt erop dat de regisseur nu professioneel vertaalt wat hij als tiener deed: van naaldje tot draadje zoeken hoe horrorscènes in elkaar steken.
Daarna maakte hij zijn eigen felbegeerde American Dream waar door Genève in te wisselen voor New York. Hij haalde, vooraleer creatieve en onthullende documentaires te draaien, eerst een Master Dramatic Writing aan de New Yorkse Tisch School of the Arts. Na enkele kortfilms ging zijn aandacht naar films die iconisch werden, zichzelf overstegen en tot culturele gebeurtenissen uitgroeiden. Zo onderzocht hij de parallellen tussen The Wizard of Oz en het oeuvre van David Lynch. Star Wars en Star Trek zijn het onderwerp van respectievelijk The People vs. George Lucas en You Can Call Me Bill. In zijn met passie gedraaide films kijkt hij verder dan de anekdote en heeft hij vooral oog voor de kunstenaar in de filmmaker. Daarbij fungeert hij als bruggenbouwer tussen de film en de toeschouwer en wil hij zowel de specialist als de gewone toeschouwer bereiken. Met succes.