A King in New York

Chaplins afrekening met de VS, waar hij als Britse inwijkeling uitgroeide tot de meest populaire komiek aller tijden maar ook slachtoffer werd van burgerlijke schijnheiligheid, lastercampagnes, moraalridders en communistenhaters Al in de jaren '20 was Chaplin gewend aan hysterische beschuldigingen (puriteinen ijverden er al in 1927 voor dat hij op grond van zijn scheiding van Lita Grey uit de States gewezen zou worden) maar aan het einde van de jaren '40 maakte het McCarthyisme hem het leven in Hollywood onmogelijk en week hij naar Europa uit. In deze film speelt hij een ontkroonde Europese monarch die in de jaren '50 de VS bezoekt en overal op ideologische repressie, anti-roodhysterie en neofascisme stuit.