Aguirre, der Zorn Gottes (Aguirre, the Wrath of God)

De film opent in 1560. Een troep Spaanse kolonialen trekt door de Peruviaanse jungle in de hoop El Dorado, het Gouden Land waar de Inca's over praten, te ontdekken. Maar de veroveraars worden opgehouden door ziektes, vermoeidheid en de inheemse bevolking. Pizarro stelt Don Pedro de Ursua aan als leider van een groep verkenners. Zij zullen verder door de jungle trekken en uitmaken of het zin heeft om met de ganse groep verder te gaan. De groep verkenners bestaat, naast Ursua en zijn vrouw Inez, uit de ambitieuze Don Lope de Aguirre (Klaus Kinski), zijn vijftienjarige dochter en ene broeder Carvajal (op wiens dagboeken deze film gebaseerd is).

Ook deze groep wordt geplaagd door ziektes en vermoeidheid. Natuurelementen zorgen ervoor dat een aantal mannen omkomen. Ursua vindt dat het welletjes is geweest en wil de tocht opgeven en terugkeren. De maniakale Aguirre is dat echter niet van plan en met zijn verhalen over rijkdom en weelde slaagt hij erin ook de anderen op te jutten en voor zich te winnen. De zoektocht wordt verdergezet. Geleidelijk aan wordt de groep kleiner tot Aguirre uiteindelijk alleen overblijft ...

Net als de ontdekkingstocht die in de film getoond wordt, kende ook het productieproces van de film de nodige moeilijkheden. Herzogs cast en crew trokken naar verlaten en niet-verkende delen van de Zuid-Amerikaanse jungle, wat de nodige problemen met zich meebracht.