Midden op de golven, in de afgebakende ruimte van een leeftijdloos vrachtschip, leven vier mannen, schijnbaar helemaal bevrijd van alle banden met het land. Maar mensen die 'verbannen' zijn op zee zijn soms makkelijke prooien voor een bandeloze nostalgie. Het blauw van alle zeevaarten is de inkt van poëzie. Deze poëzie spreekt van verloren geliefden, gemiste ankerplaatsen. "Het oceaanzout verhardt de harten van mannen. Het maakt hen dronken zoals goedkope wijn. De wind striemt op hun gelaat een denkbeeldig ontwaken en vaagt de beelden van geliefden weg om te vervangen door beelden... "
Een schip is een universum waarin alles tot ontbinding overgaat. Het schip zelf is iets dat zich altijd weer losmaakt van vastigheden. De machinekamer, die altijd weer iets heeft van een fabriek, wordt bewoond door mannen die een haast céliniaanse poëzie zijn geworden. Toen ik de film schreef, de dialogen noteerde, wilde ik de nostalgie van dit proces vastleggen, hoe mensen zich losmaken van wat hen bindt, en hoe het heimwee bezit van hen neemt.." (Jean-Claude Riga)
Image gallery
Generiek
Jean-Claude Riga
Jean-Pierre Urbano
Jean-Claude Adelin, Maurice Garrel, Dominique Pinon, Bernard Ballet
Jean-Claude Riga
Jean-Claude Riga
Marie-France Collard
Hubert Toint
Meer informatie
Frans
België
1990