Editie 1980
60'
-
1937
-
Animatiefilm
-
Taal:
Engels
In de lange galerij van platgedrukte, opgeblazen, gepluimde en ontplofte tekenfilmfiguren waren er twee plantrekkers die aan deze - overigens nooit blijvende letsels bezorgende - rampen ontsnapten: de road runner Bip-Bip en het betweterige, maar sympatieke konijn Bugs Bunny. Al heeft Bugs Bunny in zijn eerste tekenfilm (Porky’s Hare Hunt - 1937) nog niet helemaal zijn definitieve gestalte gekregen, zijn karakter is er al: de raspende slimmigheid waarmee hij zijn belagers voor schut stelt, en ervoor zorgt dat hun louche motieven tegen henzelf gebruikt worden. Bij Tom en Jerry gebeurt altijd alles fysisch: de bom die voor Jerry bedoeld was, ontploft natuurlijk vlak voor de neus van poe Tom - maar bij Bugs Bunny is die ommedraai geraffineerder, geestelijk wreder. Bunny is nooit op zijn mondje gevallen, zijn uitspraken doen meer dan eens vermoeden dat hij een langorige erfgenaam van Grouche Marx kan zijn. Deze ''BUGS BUNNY ON PARADE", kompilatie van oude en nieuwe avonturen biedt tenslotte soelaas voor de liefhebbers; terwijl veel andere tekenfilmfiguren, in nieuwe televisieseries, of overgenomen door onverschillige tekenaars, nog slechts bewegende wezentjes zijn in summier geschetste dekors, blijft Bugs Bunny zijn oude eigen zichzelf. Cynisch, ondeugend en zelfingenomen loopt hij over deze aardkloot rond, beschouwt met een kalme nieuwsgierigheid vrienden en tegenstrevers, en blijft verbaasd over de stompzinnigheid van de wezens rondom hem. Maar als het hem te gortig wordt neemt hij een fikse hap van zijn lekkere wortel, en zegt strijdlustig: 'Hoho'.
Over de herkomst van Bugs Bunny zijn de meningen nogal verdeeld: er wordt verwezen naar het duo Tex Avery en Chuck Jones als geestelijke vaders, maar anderzijds wordt rekening gehouden met een mogelijk belangrijke inbreng van animator Bob Clampett Bugs Bunny draagt in elk geval duidelijk de stempel van Fred Tex Avery, wiens cartoons, in tegenstelling tot de zoetsappige Disney-produkten, steeds een typische mengeling van wreedheid en hilariteit vertoonden. Net als Chuck Jones werkte Avery eerst onder Walter Lantz bij Universal, dan onder Leon Schlesinger bij Warner, om tenslotte bij Metro Goldwyn Mayer terecht te komen waar hij ondermeer de stripfiguur Droopy kreëerde. Charles Chuck Jones werkte ook nog even bij Walt Disney - voor de produktie van, Sleeping Beauty - en ging in 1962; toen Warners Cartoons Department sloot, over naar MGM waar hij de figuurtjes van Tom en Jerry zou lanceren.
Ook de kreatie van Sylvester wordt aan Chuck Jones toegeschreven; Sylvester is die typische cartoon-kat met het lispelende Bronx-accent die steevast achter Tweetie Pie aanzit zonder het ooit te winnen. Andere stripfiguren van zijn hand zijn: Daffy Duck, Porky the Pig, Private Snafu, Pepe de Pex en natuurlijk… the Roadrunner. Bugs Bunny is wellicht de meest bekende cartoonfiguur uit de Warner-stal. Het is de figuur van het snuggere, wise-crackende, grapjassende, Brooklyneske konijn dat steeds zijn aplomb, zijn zelfverzekerdheid weet te bewaren in alle situaties en dat als stopwoord de catch-phrase "What's up, Doe" meekreeg. De typische stem van Bugs Bunny werd ingesproken door Mel Blanc, die ook de figuren van Sylvester en Tweetie Pie voor zijn rekening nam. De Bugs Bunny-cartoons waren In 1958 goed voor een Oscar voor 'Knighty Knight Bugs'.
Over de herkomst van Bugs Bunny zijn de meningen nogal verdeeld: er wordt verwezen naar het duo Tex Avery en Chuck Jones als geestelijke vaders, maar anderzijds wordt rekening gehouden met een mogelijk belangrijke inbreng van animator Bob Clampett Bugs Bunny draagt in elk geval duidelijk de stempel van Fred Tex Avery, wiens cartoons, in tegenstelling tot de zoetsappige Disney-produkten, steeds een typische mengeling van wreedheid en hilariteit vertoonden. Net als Chuck Jones werkte Avery eerst onder Walter Lantz bij Universal, dan onder Leon Schlesinger bij Warner, om tenslotte bij Metro Goldwyn Mayer terecht te komen waar hij ondermeer de stripfiguur Droopy kreëerde. Charles Chuck Jones werkte ook nog even bij Walt Disney - voor de produktie van, Sleeping Beauty - en ging in 1962; toen Warners Cartoons Department sloot, over naar MGM waar hij de figuurtjes van Tom en Jerry zou lanceren.
Ook de kreatie van Sylvester wordt aan Chuck Jones toegeschreven; Sylvester is die typische cartoon-kat met het lispelende Bronx-accent die steevast achter Tweetie Pie aanzit zonder het ooit te winnen. Andere stripfiguren van zijn hand zijn: Daffy Duck, Porky the Pig, Private Snafu, Pepe de Pex en natuurlijk… the Roadrunner. Bugs Bunny is wellicht de meest bekende cartoonfiguur uit de Warner-stal. Het is de figuur van het snuggere, wise-crackende, grapjassende, Brooklyneske konijn dat steeds zijn aplomb, zijn zelfverzekerdheid weet te bewaren in alle situaties en dat als stopwoord de catch-phrase "What's up, Doe" meekreeg. De typische stem van Bugs Bunny werd ingesproken door Mel Blanc, die ook de figuren van Sylvester en Tweetie Pie voor zijn rekening nam. De Bugs Bunny-cartoons waren In 1958 goed voor een Oscar voor 'Knighty Knight Bugs'.
Image gallery
Meer informatie
Taal
Engels
Productielanden
Verenigde Staten van Amerika
Jaar
1937