Bwana kitoko

In 1955 maakte koning Boudewijn zijn eerste reis naar de kolonie, waar hij nogal wat indruk maakte op de zwartjes die hem meteen 'Bwana Kitoko' ('jonge en mooie chef') doopten. De Kongo-reis was een persoonlijke triomf voor de jonge vorst. Hij genoot van het enthousiast onthaal dat hem overal te beurt viel en de Belgen ontdekten dat hun koning ook kon lachen. André Cauvin maakte van de koninklijke reis een film die met veel tamtam werd uitgebracht. Kostprijs : de toen niet onaanzienlijke som van 1 miljoen BF. Cauvin kreeg daarnaast de beschikking over een staf medewerkers en alle mogelijke faciliteiten : vliegtuig, helikopter, prauwen, boten of auto's ... Hij mocht opnamen maken waar hij maar wilde. Hij mocht zelfs de zwarten toejuichingen laten repeteren net de voor de komst van de vorst.
De Vlaamse pers vooral vond het zonde van het geld. "Bwana Kitoko is slechts een overzicht in vogelvlucht van Congo geworden, met de verplaatsingen van de vorst als bindmiddel. .. " Een andere krant vond het "een hutsepot en een warboel die hoegenaamd niets te maken heeft met de werkelijkheid van de Kongoreis". "Maar", besluit nog een ander dagblad: "afgezien daarvan is het als documentaire wel een boeiende prent.
Bwana Kitoko werd gerestaureerd door het Koninklijk Belgisch Filmarchief.