Carnaval

Carnaval is de eerste fictiefilm van acteur-scenarist Ronny Coutteure, een bekende figuur in franstalig België maar veel minder bij ons. Het is een vrolijke en optimistische comedie over een specifiek Waals onderwerp. Een populaire film die nergens vulgair of goedkoop is. De film ademt humor en een tikje naïviteit uit en tekent onze Franstalige landgenoten met de glimlach.

Het gegeven: twee dorpjes in de Hoge Venen: Jirhay en Grassiester. De personages: twee mannen, twee leiders: « N’apus », eigenaar van een winkeltje waar je nooit vindt wat je zoekt, en Monnier, eigenaar van een respectable zelfbedieningszaak. Een beetje in de stijl van Don Camillo en Peppone dus. Romeo en Juliet komen om de hoek kijken in de gedaante van de dochter en de zoon van de twee rivalen, die verliefd zijn maar door de vete van hun vader van elkaar gescheiden zijn. Op de vooravond van het Carnaval dringen de twee leiders zich op als meest invloedrijke voorzitter van de plaatselijke comités. Het komt tot felle twisten, waarbij Coutteure, als contrast, nog enkele buitenstaanders betrekt. Drie jonge leraars, Annick, Marina en Robert zijn de stad ontvlucht en hebben hun intrek genomen in « La Cuite », een boerderijtje dat zich pal in het midden tussen Jirhay en Graviester bevindt. Waar zullen zij nu carnaval gaan vieren?

Coutteure heeft in zijn comedie inspiratie gehaald uit bekende motieven. We vermeldden Romeo en Juliet al en Don Camillo en Peppone. Er zitten in de film zelfs verwijzingen naar Lucky Luke’s «De Rivalen van Painful Gulch » en we denken ook aan het ruziënde dorp in het laatste Asterix-album («De diepe dorp kloof»). Voor zijn film engageerden Coutteure de bekende acteur Jean-Luc Bideau (die we kennen uit talloze Franse en enkele Zwitserse films). Hij neemt zo de rol op zich van de kruidenier uit Jirhay: N’a pus. (vrij naar Première, juni 1987)