De Noorderlingen

Een groot bos, een uitgestrekte vlakte opgespoten zand, een eenzaam - haast vergeten - straatje nieuwbouwwoningen. Het is 1960, we zijn onmiskenbaar in Nederland. Daar wonen de slager en zijn vrouw Martha. Ze hebben seksuele problemen; zij wil en kan niet, maar hij is supergeil. De hele straat is streng katholiek. Hun 12-jarig zoontje Thomas krijgt weinig aandacht. Hij zit gekluisterd aan de radio, waar het nieuws wordt beheerst door de kwestie Lumumba Kasavubu. Hij sluit vriendschap met de postbode die graag mag zieken, vooral als hij de zwaar bijziende jager tegenover zich heeft. De jager en zijn vrouw Elisabeth hebben andere problemen met sex: zij verlangt naar een kindje, maar hij is onvruchtbaar. In het bos ontmoet Thomas een geheimzinnig, iets ouder meisje, Agnes. Hij wordt voorzichtig verliefd. Op een dag verschijnen er twee Belgische paters met een missietentoonstelling. Ze hebben een echte neger bij zich, die door Thomas wordt bevrijd uit zijn kooi. De jager opent de jacht op de neger. Thomas' moeder raakt in de ban van St. Franciscus, ze houdt op met eten en ligt voor het raam in bed te sterven. Het huis van de slager wordt een bedevaartsoord.