Reinhard Hauff
Die Verrohung des Franz Blum (The Brutalization of Franz Blum)
Regisseur
Reinhard Hauff
Componist
Michael J. Lewis
Met
Burkhard Driest, Jürgen Prochnow, Fritz Hollenbeck
Editie 1977
104'
-
1974
-
Misdaad, Drama
-
Taal:
Duits
Van de negen films die de 35-jarige Rainhard Hauff tot op heden verwezenlijkte, kregen we in België slechts een te zien "Mathias Kneissl" een Duitse "Bonnie and Clyde". Met zijn nieuwe film DIE VERROHUNG DES FRANZ BLUM kende hij in Duitsland een groot sukses. Voor het scenario deed hij een beroep op de ex-bankrover Burkhard Briest, die de jaren die hij achter de tralies doorbracht, gebruikte als inspiratie. In hun film tonen ze het leven in de gevangenis, wat reeds het onderwerp was van tientallen films, maar ontdaan van de valse sociale realiteit. Korruptie van de bewakers, het gespannen onderling bestaan van de gevangenen, folteringen van medegevangenen, oogluikend toegestaan door de bewakingsdienst, in één woord, de dagelijkse strijd tot overleving, vormen de hoofdtoon van deze eerder pessimistische prent, die niet beschuldigt, maar enkel observeert, om het mee te delen aan de wereld. (uit "Film International A'pen '75")
De kineast hangt een pessimistisch beeld op van een wereld, waarin iedereen verdorven, boosaardig of zwak is. In gevangenissen wordt schijnbaar alleen gevochten, iedereen wordt seksueel aangerand en medegevangenen denken slechts aan mishandelen. Om te overleven moet men slechter zijn dan de anderen ... Paradoxaal genoeg plaatst Hauffs pessimisme over de menselijke natuur hem nauwelijks aan de zijde van hen, die beweren dat geïnterneerden slechts kunnen geholpen worden door meer discipline en meer repressieve gevangeniswetten. (uit "Knack")
Er zit een aanklacht in de film. Het gaat om bepaalde machtsstrukturen die zich ook in een cellengemeenschap kunnen vormen, waaraan het individu zich heeft te onderwerpen of anders geen deel van leven meer kan hebben. In de film komt een gevangene daartegen in verzet. Hij knokt zich vrij, en bevecht een leiderspositie in een korrupt systeem dat hij naar zijn hand weet te zetten. Zo goed speelt hij zijn rol dat hij "wegens goed gedrag" opvalt en op zekere dag als geslaagde reklassant voortijdig in vrijheid wordt gesteld. De man is dan wel zo verloederd, dat hij in een eveneens korrupte maatschappij een schitterende toekomst tegemoet gaat. (uit "De Volkskrant")
De kineast hangt een pessimistisch beeld op van een wereld, waarin iedereen verdorven, boosaardig of zwak is. In gevangenissen wordt schijnbaar alleen gevochten, iedereen wordt seksueel aangerand en medegevangenen denken slechts aan mishandelen. Om te overleven moet men slechter zijn dan de anderen ... Paradoxaal genoeg plaatst Hauffs pessimisme over de menselijke natuur hem nauwelijks aan de zijde van hen, die beweren dat geïnterneerden slechts kunnen geholpen worden door meer discipline en meer repressieve gevangeniswetten. (uit "Knack")
Er zit een aanklacht in de film. Het gaat om bepaalde machtsstrukturen die zich ook in een cellengemeenschap kunnen vormen, waaraan het individu zich heeft te onderwerpen of anders geen deel van leven meer kan hebben. In de film komt een gevangene daartegen in verzet. Hij knokt zich vrij, en bevecht een leiderspositie in een korrupt systeem dat hij naar zijn hand weet te zetten. Zo goed speelt hij zijn rol dat hij "wegens goed gedrag" opvalt en op zekere dag als geslaagde reklassant voortijdig in vrijheid wordt gesteld. De man is dan wel zo verloederd, dat hij in een eveneens korrupte maatschappij een schitterende toekomst tegemoet gaat. (uit "De Volkskrant")
Image gallery
Generiek
Regisseur
Reinhard Hauff
Componist
Michael J. Lewis
Met
Burkhard Driest, Jürgen Prochnow, Fritz Hollenbeck
Scenario
Burkhard Driest
Cinematograaf
W.P. Hassenstein
Monteur
Jane Seitz
Producent
Gunther Witte
Meer informatie
Taal
Duits
Productielanden
West-Duitsland
Jaar
1974