Regisseur
David Helpern
Met
Walter Bernstein, Alvah Bessie, Lester Cole
Editie 1980
105'
-
1976
-
Documentaire
-
Taal:
Engels
Eén van de meest onterende verschijnselen uit de hedendaagse kultuurgeschiedenis, vormt de kulturele en sociale "blacklisting', Voor enkele jaren werd ergens de Duitse bondsrepubliek met zijn "berufsverboten" de evenknie van het zgn. McCarthisme uit de laatste na-oorlogse periode in de US. De filmindustrie, eerst door de religieuse bewegingen als satans uitvinding beschouwd, werd in de jaren dertig tot leerschool voor het kommunisme uitgeroepen. Het was de periode van Roosevelt's New Deal die daartoe aanleiding zou geven; een periode van verregaande liberalizering en socialiserende trends. De K.P. werd toegelaten, filmmensen werden er soms een tijdlang lid van, de werkende massa kreeg erkenning van zijn rechten - hier worden heel wat sociale dokumentaires aangewijd sedert enkele jaren, zoals "Brother, Can you Spare a Dime", "Union Maids", "With Babies and Banners". Zo'n ekstremistische vaart heeft het niet gelopen, het kon gewoonweg 'westers" gezond blijven zoals in "Grapes of Wrath", maar veelal werden pacifisten, anti-facisten en progressieven automatisch als kommunistisch bestempeld, zoals Thornton Wilder, Charles Chaplin er Dashiel Hammelt. Toen werd "The House of Un-American Activities Committee" (HUAC) opgericht. Het was de toenmalige sekretaris J. Parnell Thomas, die in 1947 de eerste anti-rode aktie zou richten tegen Hollywood en de filmindustrie. Geholpen door jonge ambitieuze politici zoals Richard Nixon, Robert Kennedy en vooral Joe McCarthy, zal HUAC de inkwisitie laten herboren worden. Men had schijnbaar rond WO II te veel anti-nazistische films zoals "Confessions of a Nazi-Spy” van Anatole Litvak. "Foreign Correspondent" van Hitchcock, "Hangmen also Die" van Lang en Brecht en langs de andere kant zag men simpatieke russen in "Storm on the Atlantic". Enkele jaren later is het tij gekeerd - onder invloed van HUAC - en er verschijnen films met voor zichzelf sprekende titels, zoals "The Red Menace” en "I was a Communist for the FBI" en de toenmalige anti-reds konden zonder twijfel rekenen op John Wayne, Adolphe Menjou en ex-presidents-kandidaat Ronald Reagan. “Hollywood on Trial" vertelt hoe het allemaal ver- en misliep in HUAC voor Hollywood, in biezonder voor een tiental mensen, zoals Albert Maltz, Lester Cole, Adrian Scott (scenaristen), Edward Dmytryk, Herbert Biberman (kineasten) en Dalton Trumbo (beide). Zij zijn de bekendsten onder "The Hollywood Ten". Anderen verklikten (Kazan o.a.), weer andere verlieten de US (Chaplin, Welles, Losey, Huston) of "stierven" (John Garfield) "Hollywood on Trial" omvat heel wat onuitgegeven archiefopnames, die mensen aan het woord laten, met beschouwingen over de gewraakte periode. David Helpern Jr. heeft geen "droge" film gemaakt, hij heeft bvb. fragmenten van "pro-Moskou" -films gekombineerd met anti-sowjet films uit het begin van de koude oorlog. De grootste verdienste van de film is de betrachting een zo breed mogelijk publiek te bereiken ondanks een moeilijke thematiek: de onverdraagzaamheid tegenover andersdenkenden, van mensen die geloven dat rondom hen altijd een nieuwe vijand te bespeuren valt.
Image gallery
Generiek
Regisseur
David Helpern
Met
Walter Bernstein, Alvah Bessie, Lester Cole
Scenario
Arnie Reisman
Meer informatie
Taal
Engels
Productielanden
Verenigde Staten van Amerika
Jaar
1976