Hotel New York

JACKIE RAYNAL
JACKIE RAYNAL is afkomstig uit Parijs en het is daar dat ze het filmvak leerde want ze deed er montagewerk voor onder meer Jean-Luc Godard, Claude Chabrol en Eric Rohmer. Ze leeft sedert 1975 in New York en is er zeer aktief in het domein van filmvertoningen. Haar man Syd Geffen die in de film een rol speelt, is de eigenaar en uitbater van de beroemde Bleecker Streel Cinema die we ook in de film zien. Het eerste stuk van HOTEL NEW YORK heeft twee jaar geleden veel lof gekregen op verscheidene belangrijke filmfestivals.

Hotel New York
HOTEL NEW YORK is een low-budgetfilm die letterlijk en figuurlijk in twee delen uiteenvalt. Letterlijk omdat hij uit twee delen bestaat die elk afzonderlijk, met een tussenperiode van twee jaar, tot stand kwamen. Dit valt ook meteen op want deel een is in zwart-wit terwijl deel twee in kleur is. Figuurlijk omdat de film in zijn verhaal tweeledig is met middenin een vrij plotse verandering. Zoals Jackie Raynal zelf zegt: "Niet alleen wordt dan de film gekleurd omdat ik er meer geld voor had, maar ook krijgt het hoofdpersonage, Loulou Blanchot, meer kleur in haar leven; ze wordt gelukkig." En het is inderdaad wel zo dat Loulou Blanchot, een ietwat schuchtere Française die in New York haar film over een kunstzinnig onderwerp mag komen voorstellen, allesbehalve kleurrijke dagen kent in Manhattan. Haar kennismaking met de New Yorkse jungle is een koud stortbad over heel de lijn, maar niettemin besluit ze er een tijdje te blijven. Om te overleven wordt ze monteuse bij een regisseur van pornofilms ... Vooraleer ze uit de regen net niet in de drop terecht komt ontmoet ze, veeleer toevallig, een man die smoorverliefd wordt op haar. Loulou Blanchot gaat openbloeien en samenwonen met haar aanbidder,die op een woonboot leeft. De honeymoon zal echter van korte duur zijn, want het geluk zal fataal te pletter vliegen op de grillen van Loulou. Het einde van de film is een totale verrassing, zij het dan van gruwelijke aard.

HOTEL NEW YORK is een bescheiden maar zeer vlot vertelde film die zich situeert tussen de undergroundcinema van het einde der jaren zestig en de komedies van Woody Allen, naar wie er overigens talrijke referenties zijn. Er zijn dus veel grappige situaties in HOTEL NEW YORK, niet alleen door de welbekende onbehaaglijkheden en de typische onhebbelijkheden die zich in de Amerikaanse grootstad voordoen, maar ook door de personages aan wie de Joodse humor zeker ook niet vreemd zal zijn. Bovendien is de film ook een hilarante afrekening met het intellektueel snobisme van bepaalde filmkringen, waar de geblazeerdheid van de taal in pijnlijk kontrast staat met de kleinzieligheid van de mensen die ze vertolken. Als debuutfilm én als onafhankelijk gemaakte film verdient HOTEL NEW YORK dus alle krediet en dient er uitgekeken naar datgene waarmee Jackie Raynal ons in de toekomst ongetwijfeld zal verrassen
(Dirk De Meyer).