- ...
- home
- film
- krieg und ...
Alexander Kluge, Stefan Aust, Axel Engstfeld, Alexander Kluge, Volker Schlöndorff
Krieg und Frieden
Regisseur
Alexander Kluge, Stefan Aust, Axel Engstfeld, Alexander Kluge, Volker Schlöndorff
Met
Jürgen Prochnow, Günther Kaufmann, Manfred Zapatka
Editie 1983
123'
-
1982
-
Historisch, Drama
-
Taal:
Duits
ALEXANDER KLUGE
Geboren op 14.2.1932 in Halberstadt. Initiatiefnemer van het "Oberhausener Manifest" in 1962, waarmee de nieuwe Duitste film het licht zag. DER STARKE FERDINAND ('75), DIE PATRIOTIN ('79) en DER KANDlDAT ('79) zijn enkele van zijn bekendste films. Publiceert nog regelmatig film-politieke en filosofische tractaten.
VOLKER SCHLÖNDORFF
Op 31.3.1939 geboren in Wiesbaden. Werd na een blitzbezoek aan het Idhec (Parijse filmschool) regieassistent bij Malle, Melville en Resnais. DER JUNGE TÖRLESS ('65) is meteen een schot in de roos. Andere belangrijke films: STROHFEUER (1972), KATHARINA BLUM (1975) en DER BLECHTROMMEL (1979).
STEFAN AUST
In Stade (Nedersaksen) geboren anno 1946. Joernalist bij ''Konkret" en vanaf 1975 vast medewerker aan het ARD-nieuwsmagazine "Panorama''. Werkte ook mee aan Kluge's DER KANDIDAT.
Krieg und Frieden
Na DEUTSCHLAND IM HERBST en DER KANDIDAT vormt KRIEG UND FRIEDEN - de titel verwijst naar het gelijknamige epos van Tolstoï - de derde filmaflevering van de ploeg Alexander Kluge, Volker Schlöndorff (filmers). Stefan Aust en Axel Engstfeld (televisieredakteurs). Is de titel al een uitdrukking van de dialektische verhouding tussen oorlog en vrede, dan gebruiken de auteurs de dialektiek ook in de opbouw van hun film en komen zij telkens op de tegenstelling van de begrippen terug.
Kluge onderzocht bv. de historische dimensie van de oorlog, van het tegenover de vijand staan tot de afstand die tussen de abstrakte vijanden geschapen wordt door de moderne wapentechnologie; van de konkrete oorlog tot de algemene "oorlog an sich". Volgens de Pruisische krijgsteoretikus Clausewitz laat oorlog ("an sich'') zich definiëren als "de vernietiging van de wil van een ander door geweld te gebruiken". De dialektikus Kluge vraagt zich vervolgens af of vrede dan niet de produktie van de wil van een ander is... via solidariteit de ander autonomer te maken, waardoor hij en wij tot een oplossing komen. Maar hoe moeilijk is het al niet om deze verhouding onder woorden te brengen, nog moeilijker zal het worden dit te verbeelden, in filmbeelden voor de toeschouwer toegankelijk te maken. Vrede is meer dan de afwezigheid van oorlog, maar hoe ziet die vrede er uit? Kluge vertelt een verhaal uit Rusland (!): de kinderen mogen er geen oorlogje spelen. Laten we vrede spelen zeggen de kinderen. Ze vragen dan: hoe moet je dat doen ? Net als de kinderen, die het liefst vrede zouden willen spelen, weten ook de volwassen filmmakers uiteindelijk niet hoe ze de vrede moeten laten zien: hét euvel van een film die pretendeert over oorlog én vrede te gaan.
Dan maar weer beelden over de oorlog en de bedreiging door een atoomoorlog. Als vrede moeilijk in filmbeelden uit te drukken is, dan moeten de oorlog en de voorbereidingen ervan op een manier vertoond worden. die de vrede dient: beelden tegen het perfektionisme van de oorlogsmachinerie. Op het doek verschijnen opnames van de manier waarop nieuwe raketten uitgeprobeerd worden : de estetika van de vernietiging. Opeens ontploft zo'n raket of valt er eentje gewoon neer: de myte van het perfektionisme van de moderne wapentechnologie stort ineen, er loopt meer mis dan er goed gaat! In deze wapens moeten wij vertrouwen hebben, zij zijn de garantie van onze veiligheid, de garantie van vrede op aarde zoals 't ons officieel wordt wijsgemaakt: het "balance of power"-evenwicht van de vernietigende krachten. Diegenen die ons dat doen geloven worden als volgt gefilmd: de - door het volk gekozen - machthebbers, die één voor één met een helikopter bij het paleis van Versailles arriveren, om topoverleg te voeren. Beelden die we van de buis kennen, maar die door herhaling en de nieuwe kontekst een nieuwe betekenis krijgen. De myte van de machthebbers wordt aangetast, de myte van de marionetten op het toneel van de wereldpolitiek, die over vrede wilden praten, terwijl net een nieuwe oorlog (in Libanon) uitbreekt. Cynisme op zijn best, galgenhumor, maar je wordt er misselijk van als je bedenkt dat het geen fiktie maar realiteit is: het zijn door montage gedramatiseerde beelden van de tegenwoordige realiteit.
Een intellektuele film voor intellektuelen, maar het is desondanks een belangrijke bijdrage voor de brede maatschappelijke diskussie. En eindelijk eens geen film van marsen, demonstraties en massaevenementen. Niets van die platvloerse estetika, die in iedere zogenaamde vredesfilm voorkomt, waar slechts het naturalisme hoogtij viert.
Geboren op 14.2.1932 in Halberstadt. Initiatiefnemer van het "Oberhausener Manifest" in 1962, waarmee de nieuwe Duitste film het licht zag. DER STARKE FERDINAND ('75), DIE PATRIOTIN ('79) en DER KANDlDAT ('79) zijn enkele van zijn bekendste films. Publiceert nog regelmatig film-politieke en filosofische tractaten.
VOLKER SCHLÖNDORFF
Op 31.3.1939 geboren in Wiesbaden. Werd na een blitzbezoek aan het Idhec (Parijse filmschool) regieassistent bij Malle, Melville en Resnais. DER JUNGE TÖRLESS ('65) is meteen een schot in de roos. Andere belangrijke films: STROHFEUER (1972), KATHARINA BLUM (1975) en DER BLECHTROMMEL (1979).
STEFAN AUST
In Stade (Nedersaksen) geboren anno 1946. Joernalist bij ''Konkret" en vanaf 1975 vast medewerker aan het ARD-nieuwsmagazine "Panorama''. Werkte ook mee aan Kluge's DER KANDIDAT.
Krieg und Frieden
Na DEUTSCHLAND IM HERBST en DER KANDIDAT vormt KRIEG UND FRIEDEN - de titel verwijst naar het gelijknamige epos van Tolstoï - de derde filmaflevering van de ploeg Alexander Kluge, Volker Schlöndorff (filmers). Stefan Aust en Axel Engstfeld (televisieredakteurs). Is de titel al een uitdrukking van de dialektische verhouding tussen oorlog en vrede, dan gebruiken de auteurs de dialektiek ook in de opbouw van hun film en komen zij telkens op de tegenstelling van de begrippen terug.
Kluge onderzocht bv. de historische dimensie van de oorlog, van het tegenover de vijand staan tot de afstand die tussen de abstrakte vijanden geschapen wordt door de moderne wapentechnologie; van de konkrete oorlog tot de algemene "oorlog an sich". Volgens de Pruisische krijgsteoretikus Clausewitz laat oorlog ("an sich'') zich definiëren als "de vernietiging van de wil van een ander door geweld te gebruiken". De dialektikus Kluge vraagt zich vervolgens af of vrede dan niet de produktie van de wil van een ander is... via solidariteit de ander autonomer te maken, waardoor hij en wij tot een oplossing komen. Maar hoe moeilijk is het al niet om deze verhouding onder woorden te brengen, nog moeilijker zal het worden dit te verbeelden, in filmbeelden voor de toeschouwer toegankelijk te maken. Vrede is meer dan de afwezigheid van oorlog, maar hoe ziet die vrede er uit? Kluge vertelt een verhaal uit Rusland (!): de kinderen mogen er geen oorlogje spelen. Laten we vrede spelen zeggen de kinderen. Ze vragen dan: hoe moet je dat doen ? Net als de kinderen, die het liefst vrede zouden willen spelen, weten ook de volwassen filmmakers uiteindelijk niet hoe ze de vrede moeten laten zien: hét euvel van een film die pretendeert over oorlog én vrede te gaan.
Dan maar weer beelden over de oorlog en de bedreiging door een atoomoorlog. Als vrede moeilijk in filmbeelden uit te drukken is, dan moeten de oorlog en de voorbereidingen ervan op een manier vertoond worden. die de vrede dient: beelden tegen het perfektionisme van de oorlogsmachinerie. Op het doek verschijnen opnames van de manier waarop nieuwe raketten uitgeprobeerd worden : de estetika van de vernietiging. Opeens ontploft zo'n raket of valt er eentje gewoon neer: de myte van het perfektionisme van de moderne wapentechnologie stort ineen, er loopt meer mis dan er goed gaat! In deze wapens moeten wij vertrouwen hebben, zij zijn de garantie van onze veiligheid, de garantie van vrede op aarde zoals 't ons officieel wordt wijsgemaakt: het "balance of power"-evenwicht van de vernietigende krachten. Diegenen die ons dat doen geloven worden als volgt gefilmd: de - door het volk gekozen - machthebbers, die één voor één met een helikopter bij het paleis van Versailles arriveren, om topoverleg te voeren. Beelden die we van de buis kennen, maar die door herhaling en de nieuwe kontekst een nieuwe betekenis krijgen. De myte van de machthebbers wordt aangetast, de myte van de marionetten op het toneel van de wereldpolitiek, die over vrede wilden praten, terwijl net een nieuwe oorlog (in Libanon) uitbreekt. Cynisme op zijn best, galgenhumor, maar je wordt er misselijk van als je bedenkt dat het geen fiktie maar realiteit is: het zijn door montage gedramatiseerde beelden van de tegenwoordige realiteit.
Een intellektuele film voor intellektuelen, maar het is desondanks een belangrijke bijdrage voor de brede maatschappelijke diskussie. En eindelijk eens geen film van marsen, demonstraties en massaevenementen. Niets van die platvloerse estetika, die in iedere zogenaamde vredesfilm voorkomt, waar slechts het naturalisme hoogtij viert.
Image gallery
Generiek
Regisseur
Alexander Kluge, Stefan Aust, Axel Engstfeld, Alexander Kluge, Volker Schlöndorff
Met
Jürgen Prochnow, Günther Kaufmann, Manfred Zapatka
Scenario
Stefan Aust, Axel Engstfeld, Heinrich Böll, Volker Schlöndorff
Cinematograaf
Igor Luther, Werner Lüring, Thomas Mauch, Bernd Mosblech, Franz Rath
Monteur
Dagmar Hirtz, Carola Mai, Beate Mainka-Jellinghaus, Barbara von Weitershausen
Meer informatie
Taal
Duits
Productielanden
West-Duitsland
Jaar
1982