Wanneer wij het verhaal van Leonor schematisch zouden trachten te schetsen, dan zouden wij wellicht de indruk geven dat het hier om een klassiek vampierenverhaal ging, of een verhaal over de eeuwige jeugd dank zij jeugdig bloed. Maar de kracht van deze film zit minder in zijn plot dan wel in zijn fysieke uitzicht, in zijn historisch-geografisch kader en in zijn behandeling. Buñuel breekt met de romantische traditie van het vampierenverhaal en plaatst zijn personages in een rudimentaire landelijke context, een wild Middeleeuws kader. Daarmee ontdoet hij het verhaal van Graaf Dracula en Gravin Bathory alvast van het esthetisch raffinement waarmee bv. een Borowczyk het in zijn Contes Immoraux behandelt. De luister en de gloed van het thema worden hier opzettelijk gesmoord en Buñuel dompelt de fantastiek onder in alledaagsheid, d.m.v. kleur, details van het dagelijks leven en een observerende camera. Daarmee creëert hij een andere vorm van fantastiek, waarbij hij de mythe niet isoleert of er een zoveelste parenthese van maakt. Dat komt in feite doordat het werkelijke thema van Leonor, dat zich beetje bij beetje losmaakt van het verhaal, niet zozeer dat van overleven d.m.v. vampirisme is, dan wel dat van een krankzinnige liefde die voorbij de normen van rede, natuur en moraal gaat en zelfs de grenzen van leven en dood overschrijdt.
(Guy Braucourt in Ecran, sept. 1975)
Juan Luis Buñuel is de zoon van Luis en debuteerde als assistent bij Orson Welles. Hij wilde eigenlijk eerst deze film maken, maar door omstandigheden kwamen eerst La Femme aux Bottes Rouges en Rendez-vous de la mort joyeuse. Op dit ogenblik werkt hij hoofdzakelijk voor de Franse televisie.
Image gallery
Generiek
Juan Luis Buñuel
Ennio Morricone
Michel Piccoli, Liv Ullmann, Ornella Muti
Juan Luis Buñuel, Roberto Bodegas, Ludwig Tieck
Luciano Tovoli
Pablo G. del Amo
Michel Piccoli
Meer informatie
Spaans, Frans
Italië, Spanje, Frankrijk
"Laßt die Todten ruhen" (Ludwig Tieck)
1975