Martes de carnaval

Alles is mogelijk op Mardi Gras, de dag voor de aanvang van de vastentijd : er kan voor het laatst gezongen en gedanst worden, de lijn tussen heden en verleden wordt vager en verbeelding neemt de plaats in van realiteit. De protagonist van het verhaal, een schrijver aan de drank, hoopt na een mislukt huwelijk met een drug­verslaafde zijn inspiratie terug te vinden in een klein Galicisch dorpje. De morgen van Mardi Gras krijgt hij van zijn uitgever, die een affaire is aangegaan met de ex-vrouw van de schrijver, het bericht dat hij zo snel mogelijk zijn nieuwe kortverhaal moet inleveren. Via zijn fictie probeert hij de drie mensen die zijn leven zo ondraaglijk maken (zijn ex-vrouw, zijn uitgever en zijn vermoeiende huishoudster) uit zijn gedachten te verbannen, Maar naarmate de dag vordert gaan de herinneringen en de fictie de schrijver meer en meer overheersen en beginnen ze hun eigen leven te leiden. 's Nachts wordt hij achtervolgd door dromen over de dood en over die andere Mardi Gras die zovele jaren geleden het verdere verloop van zijn leven zou bepalen. Realiteit en illusie lopen in elkaar over en spinnen een net waaruit hij onmogelijk nog kan ontsnappen.