Novecento (1900)

In Emilia, Noord-Italië, worden op dezelf­de dag in 1900 twee jongens geboren: Alfredo, kleinzoon van grootgrond­bezitter Berlinghieri en Olrno, kleinzoon van pachter Dalco. Die twee grootvaders overbruggen de eeuwen, zijn vertegen­woordigers van de twee kanten van het feodale systeem dat zichzelf overleefd heeft. Berlinghieri staat voor een klasse die tot ondergang gedoemd is, een generatie die nutteloos in eenzaam isolement is ge­raakt. Hij is teleurgesteld in zijn kinderen: de oudste zoon is een bon-vivant die zich niet voor de landerijen interesseert, de jongste is een benepen bourgeois die na de zelfmoord van zijn vader het testament in eigen voordeel vervalst.
Op dat moment - de dood van de eerste generatie - is er al een volledige film achter de rug. Ondertussen is ook de film van de twee kleinzonen begonnen; eigen­lijk twee films, want men kan elk van de talrijke personages uit 1900 isoleren en uit het totaal haar of zijn eigen film selecteren. Soms worden die privéfilms daar zelfs boeiender op. Robert De Niro speelt als de volwassen Alfredo de niet kwaadwillige, maar weerloze bourgeois, zoals Francesco Barilli in Prima della Rivoluzione en Trintignant in Il Conformista (Bertolucci's 'gevreesde alter ego' eigenlijk). (Naar: A Van Ieperen, Skoop)