Regisseur
Neil Young, Bernard Shakey
Met
Neil Young, Ralph Molina, Frank 'Pancho' Sampedro
Editie 1981
108'
-
1979
-
Documentaire, Muziek/Musical
-
Taal:
Engels
BERNARD SHAKEY
Heeft reeds een andere film op zijn aktief: JOURNEY THROUGH THE PAST. En toch bestaat deze Bernard Shakey niet. Neil Young, de persoon rond wie deze film draait, heeft twee films gemaakt JOURNEY THROUGH THE PAST en RUST NEVER SLEEPS. Bernard Shakey is dus de schuilnaam van Neil Young als hij achter de kamera staat, op scene blijft hij steeds Neil Young.
RUST NEVER SLEEPS is een "klassieke" koncertfilm. Een vertelling in zeventien songs, een ironisch en surrealistisch verhaal van Neil Young en zijn tocht doorheen de jaren zeventig, waarvan hij één van de weinige overlevenden is. De tijd van Still, Crosby, Nash en Young is immers allang voorbij. In een periode waarin het genre muziekfilm grotendeels overheerst wordt door hetzij films rondom een optreden van zangers, bands, etc ... waarrond een mager verhaal gedrapeerd wordt, hetzij films waarin een overbekend verhaaltje bij voorkeur "girl meets boy" - opgefleurd wordt met een goed in de markt liggende disco-muziek (prototype hiervan SATURDAY NIGHT FEVER zaliger gedachtenis), valt deze RUST NEVER SLEEPS op door zijn weldadige eenvoud. Echt nog een film rond een koncert, gegeven door Neil Young en zijn band Crazy Horse te San Francisco in '78.
Een terugblik op de jaren '70 vormt de leidraad van de film; de jaren '70 liggen Young nauw aan het hart. Behalve Dylan en The Band (met zijn eigenzinnige zelfportrettering van RENALDO AND CLARA, ook zo'n terugblik-film) heeft niemand de diepe betekenis (ook muzikaal) van de zestiger en de zeventiger jaren met zoveel magie en scherpzinnigheid gevat doorheen de amerikaanse rock'n'roll als Neil Young. Van de hippies uit WOODSTOCK tot de londense punks heeft hij alles gezien, alles begrepen, in een serie merkwaardige platen die elkeen kent. Onder deze is de eerste "Rust Never Sleeps" -in studio opgenomen en gemengd met enkele file-opnamen - één van de meest intense, heftige en ook meest gevoelige: een pretentieloos knipoogje van de oude hippie naar de jonge punkers.
Doorheen zijn platen is het duidelijk dat Young geobsedeerd is door een visie op het verleden: het zijne, dat van zijn amerikaanse leeftijdsgenoten, dat van de rock'n'roll. In deze visie zijn nostalgie, pessimisme en idealisme nauw met elkaar verbonden. Het was natuurlijk een onweerstaanbare verleiding dit op pellicule vast te zetten.
Voor de aanvang van het verfilmde koncert klinken muziek en aankondigingen van het Woodstock-peace and love-festival door de luidsprekers. En toch is dit geen nostalgie. Neil Young is er zich maar al te goed van bewust dat Woodstock al jaren (bijna decennia) achter ons ligt. Alhoewel hij nu al meer dan 15 jaar in de business staat en toen reeds tot de supersterren gerekend werd, is hij met zijn 35 jaar geen "verroeste", ver van vergane glorie. Het gigantisme van de muziek- en platen industrie waarin hij - zoals hij in een interview verklaarde - het gevoel krijgt een dwerg te zijn, ironiseert hij hierdoor zijn podiumopstelling met overdreven grote boxen en mikrofoon-toestanden, waartussen Young's roadies rondspringen, met maskers en met kappen over het hoofd, zoals de Jawas uit STAR WARS. Maar gelukkig, met de zielloze technische perfektie van die film heeft RUST NEVER SLEEPS verder niets gemeen. Wat hier van belang is, is het plezier in muzikale happenings. Het relatief gebrek aan verfijning in de improvisaties vindt een passend equivalent in de bruine grofkorreligheid van het filmmateriaal.
Daarmee slaat de muziek ook een brug naar alle groepen die de laatste jaren zijn ontstaan, uit reaktie tegen de grootscheepse muziek business en het fabriceren van pseudo-superstars. In zijn song "Hey Hey, My My (Out of the Blue)" bewijst Neil Young dat hij met zijn tijd meegaat en formuleert tegelijk het tijdloze credo van de rock-muziek: "Het is beter op te branden dan te verwoesten" - "It’s better to burn out than it is to rust. Rock'n'roll can never die". RUST NEVER SLEEPS is hiervan de treffende getuigenis.
Heeft reeds een andere film op zijn aktief: JOURNEY THROUGH THE PAST. En toch bestaat deze Bernard Shakey niet. Neil Young, de persoon rond wie deze film draait, heeft twee films gemaakt JOURNEY THROUGH THE PAST en RUST NEVER SLEEPS. Bernard Shakey is dus de schuilnaam van Neil Young als hij achter de kamera staat, op scene blijft hij steeds Neil Young.
RUST NEVER SLEEPS is een "klassieke" koncertfilm. Een vertelling in zeventien songs, een ironisch en surrealistisch verhaal van Neil Young en zijn tocht doorheen de jaren zeventig, waarvan hij één van de weinige overlevenden is. De tijd van Still, Crosby, Nash en Young is immers allang voorbij. In een periode waarin het genre muziekfilm grotendeels overheerst wordt door hetzij films rondom een optreden van zangers, bands, etc ... waarrond een mager verhaal gedrapeerd wordt, hetzij films waarin een overbekend verhaaltje bij voorkeur "girl meets boy" - opgefleurd wordt met een goed in de markt liggende disco-muziek (prototype hiervan SATURDAY NIGHT FEVER zaliger gedachtenis), valt deze RUST NEVER SLEEPS op door zijn weldadige eenvoud. Echt nog een film rond een koncert, gegeven door Neil Young en zijn band Crazy Horse te San Francisco in '78.
Een terugblik op de jaren '70 vormt de leidraad van de film; de jaren '70 liggen Young nauw aan het hart. Behalve Dylan en The Band (met zijn eigenzinnige zelfportrettering van RENALDO AND CLARA, ook zo'n terugblik-film) heeft niemand de diepe betekenis (ook muzikaal) van de zestiger en de zeventiger jaren met zoveel magie en scherpzinnigheid gevat doorheen de amerikaanse rock'n'roll als Neil Young. Van de hippies uit WOODSTOCK tot de londense punks heeft hij alles gezien, alles begrepen, in een serie merkwaardige platen die elkeen kent. Onder deze is de eerste "Rust Never Sleeps" -in studio opgenomen en gemengd met enkele file-opnamen - één van de meest intense, heftige en ook meest gevoelige: een pretentieloos knipoogje van de oude hippie naar de jonge punkers.
Doorheen zijn platen is het duidelijk dat Young geobsedeerd is door een visie op het verleden: het zijne, dat van zijn amerikaanse leeftijdsgenoten, dat van de rock'n'roll. In deze visie zijn nostalgie, pessimisme en idealisme nauw met elkaar verbonden. Het was natuurlijk een onweerstaanbare verleiding dit op pellicule vast te zetten.
Voor de aanvang van het verfilmde koncert klinken muziek en aankondigingen van het Woodstock-peace and love-festival door de luidsprekers. En toch is dit geen nostalgie. Neil Young is er zich maar al te goed van bewust dat Woodstock al jaren (bijna decennia) achter ons ligt. Alhoewel hij nu al meer dan 15 jaar in de business staat en toen reeds tot de supersterren gerekend werd, is hij met zijn 35 jaar geen "verroeste", ver van vergane glorie. Het gigantisme van de muziek- en platen industrie waarin hij - zoals hij in een interview verklaarde - het gevoel krijgt een dwerg te zijn, ironiseert hij hierdoor zijn podiumopstelling met overdreven grote boxen en mikrofoon-toestanden, waartussen Young's roadies rondspringen, met maskers en met kappen over het hoofd, zoals de Jawas uit STAR WARS. Maar gelukkig, met de zielloze technische perfektie van die film heeft RUST NEVER SLEEPS verder niets gemeen. Wat hier van belang is, is het plezier in muzikale happenings. Het relatief gebrek aan verfijning in de improvisaties vindt een passend equivalent in de bruine grofkorreligheid van het filmmateriaal.
Daarmee slaat de muziek ook een brug naar alle groepen die de laatste jaren zijn ontstaan, uit reaktie tegen de grootscheepse muziek business en het fabriceren van pseudo-superstars. In zijn song "Hey Hey, My My (Out of the Blue)" bewijst Neil Young dat hij met zijn tijd meegaat en formuleert tegelijk het tijdloze credo van de rock-muziek: "Het is beter op te branden dan te verwoesten" - "It’s better to burn out than it is to rust. Rock'n'roll can never die". RUST NEVER SLEEPS is hiervan de treffende getuigenis.
Image gallery
Generiek
Regisseur
Neil Young, Bernard Shakey
Met
Neil Young, Ralph Molina, Frank 'Pancho' Sampedro
Cinematograaf
Jon Else, Paul Goldsmith, Robbie Greenberg, L.A. Johnson, David Myers, Hiro Narita, Richard Pearce
Monteur
Neil Young
Producent
L.A. Johnson
Meer informatie
Taal
Engels
Productielanden
Verenigde Staten van Amerika
Jaar
1979