Regisseur
Peter Bogdanovich
Met
Ben Gazzara, Denholm Elliott, James Villiers
Editie 1980
112'
-
1979
-
Drama
-
Taal:
Nederlands, Italiaans, Frans, Engels, Kantonees
Na drie opeenvolgende flops (Daisy Miller, At Long Last Love en Nickelodeon) was Peter Bogdanovich alle krediet In Hollywood kwijtgespeeld. Erger nog: niemand nam de kinematografische bluf van deze «Boy Wonder» nog au sérieux. Niettegenstaande zijn triomfantelijke filmstart met Targets, The Last Picture Show, What's up Doc? en Paper Moon: dreigde Bogdanovich de filmgeschiedenis in te gaan als een erg blase filmjoernalist, een wandelende Hollywood-encyclopedie of een gesneuveld wonderkineast. In alle stilte is hij nu teruggekeerd naar zijn produktiebron, de New World Pictures, waar hij in 1965 Roger Corman assisteerde tijdens het draaien van The Wild Angels en in 1967 Targets realiseerde. Het resultaat is een boeiende hommage aan de «film noir» en een voor een Hollywoodfanaat als Bogdanovich bruuske exodus uit het Amerikaanse filmmekka. Zijn rolletje in Cassavetes Opening Night (1978) heeft Bogdanovich onmiskenbaar nieuwe inspiratie bezorgd, die méér geënt is op een New Yorkse filmstijl dan op een Hollywoodiaanse. Het verwarrend beweeglijke camerawerk van Saint Jack en de keuze van Ben Gazzara voor de titelrol drukken een Cassavetes-stempel op het geheel. Saint Jack opent een spanningsveld van losse flarden gesprekken, tropische indrukken en eindeloze nachtelijke zwerftochten. Het verhaal is eksplicieter dan in Cassavetes’ The Killing of a Chinese Bookie, maar het is even suggestief in beeld gebracht, zodat de totaalindruk dezelfde is. In zijn nieuwste prent hangt Bogdanovich een zwoel kultuurbeeld op van een prowesterse Aziatische maatschappij. Na de Koreaanse oorlog, kon Jack Flowers (Ben Gazarra) niet uit Azië weg; binnen het vreemde, ijverige Chinese gewriemel, opent hij een luxebordeel voor kolonialen in Singapore. Gepluimd en getatoeëerd door de Chinese maffia, bouwt hij tijdens de Vietnam-oorlog met de steun van het CIA een legerbordeel op. Op het eind van de oorlog wordt ook dit opgedoekt, maar de Nixon-administratie biedt de veteraan de kans om een extraatje van 25.000 dollar te verdienen. Jack voert de opdracht uit, maar vertikt het de bezwarende foto's aan het CIA door te spelen. Dit verhaal vormt slechts het stramien voor een hallucinant kluwen van kultuurimperialistische gegevens. De Victoriaanse luchters, de Amerikaanse ventilatoren, de prostitutie in dienst van het kolonialisme, het Hiltonhotel als Amerikaanse infiltreerbuis en tal van andere Yankee-elementen, wriemelen in Jacks leefruimte rond en bepalen mee de spanning. De verwarring die dit kultureel vacuum uitstraalt, zet zich meesterlijk over op de personages: de vermoeid transpirerende Engelse dominion-figuur, die de tropische handelsdrukte ooit hoopt te ruilen voor een Britse rozentuin; de begripsvolle Amerikaanse oorlogsveteraan met ambitie, die zich met een onschuldige blik doorheen de komplekse, broeierige struktuur beweegt. Op het eind staat Jack in het krijt bij het CIA, maar dit schijnt hem niet te deren: saluerend wandelt hij door de straten van Singapore, alsof hij zichzelf onkwetsbaar acht. Gazzara's joviale vertolking geeft Saint Jack de allures van een cynische karakterstudie: de intriges worden beleefd vanuit Jacks blik, de vizuele en auditieve stadsimpressies haken zich in zijn psyche vast. Hij heeft de stad omgetoverd tot een net van illuzies, waarbinnen jonge Chinezen hun lichaam verkopen aan de immigranten en zich in de gunst van het imperialisme pogen te werken.
De Nederlandse Robby Müller was de fotograaf bij uitstek om dit Aziatische kultuurbeeld in te kaderen: de karmijnrood verlichte Chinese eethuisjes, de bruine sampans en de miniatuurbruggen reveleren het gedragspatroon van de stadsbewoners. De zwoele stilte, die Müller met zijn beelden van de drukke Hiltonlounge evokeert, gekoppeld aan de gelaatsuitdrukking van de verdoemde held, zet je aan het zweten van spanning. Saint Jack is opgebouwd als een suggestief stramien van impressies en emoties. Een sjofele pornohandel schraagt de plot (Playboy Productions financierde mee het projekt), maar het aksent ligt op een sociologische struktuur een geharrewar van individuele wensen en verwachtingen, imponerend en soms cynisch (een stout knipoogje naar de Amsterdamse plezierhuizen inkluis) geregisseerd.
De Nederlandse Robby Müller was de fotograaf bij uitstek om dit Aziatische kultuurbeeld in te kaderen: de karmijnrood verlichte Chinese eethuisjes, de bruine sampans en de miniatuurbruggen reveleren het gedragspatroon van de stadsbewoners. De zwoele stilte, die Müller met zijn beelden van de drukke Hiltonlounge evokeert, gekoppeld aan de gelaatsuitdrukking van de verdoemde held, zet je aan het zweten van spanning. Saint Jack is opgebouwd als een suggestief stramien van impressies en emoties. Een sjofele pornohandel schraagt de plot (Playboy Productions financierde mee het projekt), maar het aksent ligt op een sociologische struktuur een geharrewar van individuele wensen en verwachtingen, imponerend en soms cynisch (een stout knipoogje naar de Amsterdamse plezierhuizen inkluis) geregisseerd.
Image gallery
Generiek
Regisseur
Peter Bogdanovich
Met
Ben Gazzara, Denholm Elliott, James Villiers
Scenario
Peter Bogdanovich, Howard Sackler, Paul Theroux
Cinematograaf
Robby Müller
Monteur
William C. Carruth
Producent
Roger Corman
Meer informatie
Taal
Nederlands, Italiaans, Frans, Engels, Kantonees
Productielanden
Verenigde Staten van Amerika
Scenario gebaseerd op
"Saint Jack" (Paul Theroux)
Jaar
1979