Stan strachu

December 1981. Jan Malecki, een jong acteur die carrière maakt in de hoofdstad, moet spelen in een productie van Hamlet. Hij houdt zich op een afstand van de gebeurtenissen rond Solidarnosc want hij heeft nog nare herinneringen aan zijn studietijd in 1968 en aan wat er met zijn vader gebeurde in 1956. Hij heeft weinig zin deze rol te spelen. Liever wil hij naar Zweden gaan. Daarvoor gaat hij op bezoek bij zijn broer Henryk, een majoor van de Staatsveiligheid.

En dan komt 13 december. Zijn collega's van het theater worden opgesloten. An­deren duiken onder. De baas van de schilder werkplaats, Tomek, vraagt aan Jan op het station een waardevolle koffer op te halen. Wanneer Jan met de koffer arriveert ziet hij hoe Tomek net wordt weggevoerd. Op Kerstdag 1981 wordt ook hijzelf gearresteerd. Hij laat niet los waar de koffer is. Hij ontsnapt en duikt onder bij Ewa, wier man ook opgesloten zit. Zij beleven een romance. Maar nadat hij meewerkt aan het ondergrondse ver­zet wordt hij opnieuw gearresteerd en verhoord. De vrienden worden tegen elkaar uitgespeeld. Zijn broer Henryk vertelt hem dat Ewa hem verklikte om zo haar man te redden. Maar hij doet geen bekentenissen en probeert opnieuw te ontsnappen. In 1983 komt hij vrij. In het theater is er veel veranderd. Sommigen zijn gebroken door hun valse bekente­nissen, anderen zijn fysiek getekend door de ondervragingen...