Deze Poolse film is de moeite waard om twee redenen. Enerzijds is het een karakterstudie in de beste zin van het woord: rijk, realistisch, geestig en onweerstaanbaar. Anderzijds is het genadeloze kritiek-zij het dan in komedievorm-op de onmenselijkheid en de onrechtvaardigheid die voortspruiten uit systemen zoals men ze in Oost-Europa aantreft. Een verklaring ook dus, voor wat er nu gebeurt in Polen.
Hoofdpersoon in de film is een mijnwerker. Hij mag zijn pensioen nemen en was een held tijdens de oorlog; hij is overladen met eretekens en onderscheidingen van de staat. Op een goeie dag beslist "die staat" dat hij moet verhuizen omdat zijn huis gaat afgebroken worden. Iets wat door de bewoner prompt afgewezen wordt. Na een weergaloze komische bureaukratische en diplomatieke oorlog zien we dat de personages uiteindelijk toch terecht gekomen zijn in een nieuwe en modernere behuizing. De ceremonie zal echter niet vlekkeloos verlopen en het "nieuwe geluk" zal niet lang duren ...
Kutz is niet de bekendste Poolse kineast maar is er een van de meest geëngageerde. Werkzaam in Katowice kent hij Silezië door en door en vormt deze film, na HET ZOUT DER ZWARDE AARDE en DE PAREL VAN DE KROON, het sluitstuk van zijn trilogie over dit stuk Polen. (vrij naar "The Times", 12.3.82)
Image gallery
Generiek
Kazimierz Kutz
Wojciech Kilar
Marta Straszna, Augustyn Halotta, Ewa Wisniewska
Kazimierz Kutz
Wieslaw Zdort
Józef Bartczak
Meer informatie
Pools
Polen
"Tego domu juz nie ma" (Albin Siekierski)
1980