1969. Londen (Camden Town). Een groezelig appartement met een tafel vol lege bierflesjes en etensresten. Een keuken die meer van een vuilnisbelt heeft. Een vloer die in geen jaren meer schoongemaakt is. Nochtans staat er wat antiek. In de badkamer kan je jezelf alleen maar vuil maken. De bewoners: Withnail en «ik». Twee langharige laat-twintigers die er nogal verwaarloosd uitzien, maar kleren dragen die ooit geld gekost hebben. Zij leven van blik en junk-food. Hun leverancier is Danny: 26 maar hij ziet er 60 uit. Een joint is altijd welkom. Withnail en ik zitten wat met een kater. Hun acteurscarrière wil maar niet van de grond komen. Ze voelen onbehagen over uitzichtloosheid. Doen niks. Hun acteursambities blijven onvervuld. Leven van de ene dag in de andere .
«Ik» vindt dat ze er eens uitmoeten. Naar de buiten, voor frisse lucht, voor verjonging. Dus gaan ze bij Oom Monty, een heel aardige, zwaar homofiele en kunstzinnige walrus. Of ze een tijdje in zijn «cottage» mogen gaan wonen. Kwestie van andere omgeving. Monty, hoewel excentriek, is rijk en houdt heel veel van zijn neef. Met hun Jaguar, die meer van een wrak heeft, rijden ze naar Crow Crag, Penrith. Een aardige «cottage». Maar er is geen water, eten of brandstof. De volgende ochtend spreekt « I » een autochtoon aan. Ze krijgen hout, kippen en zullen verder hun plan moeten trekken. Tot Oom Monty zelf komt. Dan wordt het pas een echte chaos. Nadat ze een telegram uit London krijgen gaan ze terug, worden onderweg bekeurd en treffen een uitwijzingsbevel aan in hun appartement. Zij gaan hun eigen weg.
Withnail and I is een prachtfilm, vol meesmuilende humor en Brits flegma, die een uiterst raak beeld schetst van een generatie, met een sterk aanwezige melancholistische ondertoon. Robinson -scenarist van The Killing Fields -maakt eigenlijk komaf met zijn eigen verleden, dat zo typisch sixties is maar ook zo typisch Brits. De figuren zijn met veel milde humor getekend, de clichétjes perfect op hun plaats, de dialogen uitermate trefzeker en typerend. Withnail and I is één van de fijnste films die uit de rijke Britse oogst van de laatste jaren te bekijken valt. (wp)
Image gallery
Generiek
Bruce Robinson
David Dundas, Rick Wentworth
Richard E. Grant, Paul McGann, Richard Griffiths
Bruce Robinson
Peter Hannan
Alan Strachan
Paul M. Heller
Meer informatie
Latijn, Engels
Verenigd Koninkrijk
1987