Berlijnse Gouden Beer slaat wild om zich heen
Op de 71ste Berlinale werden de Gouden en Zilveren Beren toegekend maar nog niet uitgereikt. Dat laatste gebeurt normaal op het aan het publiek voorbehouden tweede deel van de Berlinale voorzien van 9 tot 20 juni 2021. Indien dan de bioscopen tenminste open zijn. Het zit de “Doppelspitze”, artistiek leider Carlo Chatrian en zakelijk leider Mariette Rissenbeek, dat vorig jaar de leiding van de Berlinale in handen nam niet mee. Toen was er niet alleen de dreiging van een virus met al wat no shows maar ook flink wat herrie rondom de Berlinale oprichter dr. Alfred Bauer. Maar de schaduwen die toen over hun erfenis hingen, waren peanuts in vergelijking met dit jaar. Ze konden weliswaar hun ambitie qua vernieuwing in de selectie verder uitwerken maar geleidelijk aan gleed hun plan om ondanks alles een fysieke festivaluitgave te organiseren door hun vingers. Dan maar van de nood een deugd gemaakt en overgeschakeld op een online editie. In samenwerking met de European Film Market (EFM).
Coronaproof
Twee vliegen in één klap dus en met aparte toegangscodes voor pers en de andere professionele festivalgangers. Sceptici die voor een keer aan de Duitse Gründlichkeit durfden twijfelen, kregen ongelijk. Competitiefilms, de Encounters-sectie, Panorama, kortfilms, Forumfilms e.a. maakten integraal deel uit van de in totaal 821 films die samen 1452 online screenings kregen op de voorbije, vijf dagen tellende virtuele Berlinale. Omdat de “festiviteiten” qua tijdsduur beperkt waren, was het aantal geselecteerde films kleiner dan gewoonlijk. Vijftien competitiefilms in plaats van de gebruikelijke twintig bijvoorbeeld. En de jury bestond uit zes winnaars van een Gouden Beer. Vier onder hen waren fysiek in Berlijn en bekeken coronaproof de film in een zaal. Twee anderen, de Israëliër Nadav Lapid en de Gouden Beer-winnaar van vorig jaar en tot huisarrest veroordeelde Iranees Mohammad Rasoulof keken online. In een normale Berlinale had er voor Rasoulof bij wijze van protest een lege stoel gestaan op de Bühne van het Marlène Dietrich Palast. Of de techniek nu een politiek statement verhinderde, laten we in het midden.
Statement
De nieuwe film van de Roemeen Radu Jude, Bad Luck Banging or Loony Porn, zorgde in ieder geval voor een politiek en sociaal statement. En deed Jude’s reputatie, een luis in de pels te zijn van de Roemeense film, alle eer aan. Net als in zijn in Gent vertoonde films I Do Not Care if We Go Down in History as Barbarians en Uppercase Print fileert hij in zijn jongste film de hedendaagse wereld in het algemeen en de Roemeense maatschappij in het bijzonder. Met zijn camera als bistouri legt hij zwakke plekken bloot, onthult hij hypocrisie, ontmaskert hij dubbele bodems, scalpeert hij politici en hoogwaardigheidsbekleders, schraapt hij beschavingsvernis van gebouwen en instellingen. Aanleiding is de consternatie en de hysterie die ontstaat nadat het door een lerares, Emi, samen met haar man gedraaid seksfilmpje op het internet belandt. Kan zij nog verder op school blijven functioneren? De ouders mogen uiteindelijk beslissen.
Intermezzo
Voor het zover komt, wandelt Emi door de straten van Boekarest en krijgen we van de regisseur een grinnikende inkijk in het dagelijks leven aldaar. Dan volgt een intermezzo bestaande uit een reeks encyclopedische begrippen, woorden en waarden. Die gaan over betogers die niet in een kerk binnen mogen als ze vluchten voor de kogels van de Securitate van Ceausescu, over een Roemeense gastarbeider die in Italië geen geld heeft om naar de tandarts te gaan en sterft aan een bloedvergiftiging als hij ze zelf uittrekt maar ook wat een blowjob is. In het derde deel wordt Emi voor het schoolbestuur en de ouders gedaagd. De regisseur zorgt voor drie mogelijke eindes van zijn uitzinnige film.
Duelleren
Volgens de Berlinale jury “duelleren we via de provocerende film met onze moderne tijdsgeest. Hij slaat die, daagt hem uit en haalt alle sociale en cinematografische conventies onderuit. Een uitgekiende en ook een kinderlijke film die de toeschouwer aanvalt en meningsverschillen oproept”. Niet iedereen was inderdaad gelukkig met deze wat alle kanten uitslaande Gouden Beer. Maar dat Radu Jude een belangwekkende cinematografische stem heeft, daar is iedereen het over eens.
Oosterse finesse
Op een filmfestival zijn een Gouden Beer, Palm of Leeuw meer dan eens inwisselbaar met de grote prijs van de jury. Dit geldt ook voor Wheel of Fortune and Fantasy een Japanse film van Ryusuke Hamaguchi. Weinigen hadden geprotesteerd als die de eerste prijs had gekregen. Vormelijk en inhoudelijk bestaat deze film uit drie delen, een format dat opgang maakte op de Berlinale. Telkens opnieuw zijn twee vrouwen het onderwerp van ieder deel. In het eerste ontdekt iemand de ontrouw van haar vriend, in het tweede rekent een studente af met een oud-leraar en in het derde deel ontmoeten twee vrouwen elkaar die mekaar al jaren niet gezien hebben. De gesprekken die al die personages onder mekaar voeren zijn meesterlijk en ze worden gevoerd alsof Éric Rohmer in Hamaguchi is gereïncarneerd. Ook deze film brengt een intrigerend tijdsbeeld en zet menselijke relaties op scherp maar zonder provocerend te zijn. Alles in deze film ademt Oosterse finesse. Hij is qua beeld, klank, vertolking gepolijst maar dat betekent geenszins dat Wheel of Fortune and Fantasy van je afglijdt. Nagenieten verzekerd.
De gedroomde meester
De met een Zilveren Beer gehonoreerde prijs van de jury ging naar de langste en de sympathiekste film van de Berlinale: Herr Bachmann und seine Klasse, een documentaire van Maria Speth. Zij volgde twee jaar lang, als een vlieg op de muur, de lotgevallen van de leerlingen van meester Dieter Bachmann. Een onorthodoxe onderwijzer die in het stadje Stadtallendorf voor de klas staat bestaande uit leerlingen van emigranten afkomstig uit onder andere Turkije, Bulgarije en Afghanistan. Of er in het Duitse onderwijs eindtermen bestaan, weten we niet. Bachmann heeft er in ieder geval lak aan. We maken vooral zijn lessen Duits en wiskunde mee. En de klas staat vol muziekinstrumenten. Ze lijken even belangrijk als de handboeken van de leerlingen.
Roeping
Een gdroomder meester dan Bachmann bestaat er niet. Hoe die erin slaagt om het beste te halen uit soms ongeïnteresseerde of minderbegaafde leerleerlingen acht je niet voor mogelijk. Onderwijs als roeping is in deze film geen loze kreet. Uiteraard bestaat de film uit gecomprimeerde en geselecteerde scènes maar die zijn zo authentiek dat je nooit twijfelt aan de geloofwaardigheid. Bachmann heeft oog voor het gehele kind en ontwaart direct wat er achter een glimlach of een traan schuilgaat. Maria Speth maakt de broze leefwereld van migrantenkinderen tastbaar en dat levert ontroerende scènes op. Samen met haar hoofdpersonage voel je bijna aan den lijve wat ontreddering betekent, hoe niet thuis zijn aanvoelt. Ze vliegt wel bijna uit de bocht als ze de naoorlogse grotendeels Turkse migrantenstroom gevaarlijk dicht monteert bij de gedwongen tewerkstelling tijdens de oorlog in het stadje dat vroeger Allendorf heette en waar munitiefabrieken op volle toeren draaiden. De klas van meester Bachmann, waar echt niet alles op wieltjes loopt, gaat op bezoek naar een permanente tentoonstelling over die tijd. Moedig om ook dat aspect te tonen en de aandachtige kijker weet wel het onderscheid te maken tussen dwang- en gastarbeid. Een mooiere recente film over onderwijs dan Herr Bachmann zal je moeilijk vinden. Maar de lengte ervan, 217 minuten, is misschien wel een handicap.
Genderneutraal
Met de prijs voor de beste vertolking voor Maren Eggert in Ich bin dein Mensch (I’m your man) van Maria Schrader viel nog een tweede Duitse film in de Berlinale-prijzen. Zoals bekend maakt Berlijn niet langer een onderscheid tussen mannelijke en vrouwelijke vertolkingen. De vertolkingsprijs is vanaf nu genderneutraal. Een aanpak die zowel felle voor- als even stevige tegenstanders telt. Helemaal onverdiend is de bekroning niet voor Eggert. Zij speelt de rol van een wetenschappelijk medewerker van het Pergamon-museum die als proefkonijn wil dienen in een experiment waarbij ze een mannelijke robot drie weken lang als partner uittest. Met het geld dat ze daarvoor krijgt, financiert ze haar onderzoek. De robot is met 17 miljoen data geprogrammeerd en dat zou voldoende moeten zijn om als een volwaardige partner op te fungeren. Lukt het liefdesexperiment vol artificial intelligence in deze niet onaardig ogende sciencefiction?
Zevenluik
Naast de twee Duitse films plaatste de jury nog twee Hongaarse producties op het Berlinale-palmares. De regieprijs ging naar Dénes Nagy voor de regie van Natural Light, een oorlogsfilm over Hongaarse soldaten die in Rusland partizanen opjagen. De prijs voor de beste bijrol was dan weer voor Lilla Kizlinger uit Forest - I See You Everywhere, een knappe maar zwartgallige film die uit zeven sketches bestaat met de miserabele staat van de wereld als rode draad. En toen moest corona nog komen.
Uit de prijzenboot
Het Berlinale-palmares oogt eerbaar maar het is toch jammer dat films als Petite Maman van Céline Sciamma en Ballad of a White Cow van Behtash Sanaeeha en Maryam Moghaddam uit de boot vielen. Na haar bejubelde Portrait d’une jeune fille en feu keert Sciamma zich af van jongvolwassenen en schenkt ze haar aandacht aan kinderen. De achtjarige Nelly helpt het huis opruimen waar haar pas overleden grootmoeder woonde. Bij het verkennen van de bosrijke omgeving ontmoet ze een meisje dat Marion heet. Ze trekt ermee op, helpt een boomhut bouwen, bakt samen pannenkoeken... Het levert een pracht van een gevoelige film op vol intense emoties die je op het einde eventjes perplex slaat.
Doodstraf
The Ballad of a White Cow sluit qua thematiek perfect aan bij There Is No Evil van Mohammad Rasoulof, de Gouden Beer-winnaar van vorig jaar. Kort na de terechtstelling van haar man komt iemand bij Mina aankloppen met een som geld die hij nog aan haar man moest. Mina weet van niets maar aanvaardt alle hulp als ze de autoriteiten wil vervolgen als blijkt dat haar man ten onrechte werd geëxecuteerd. Ze weet uiteraard niet dat haar weldoener de rechter is die het vonnis ondertekende. Bouwen beiden een nieuw leven op? Naar verluidt begrijpen Iraniërs de intrigerende titel en sommige toespelingen beter dan westerlingen. Maar er is zeker nog voldoende stof en tragedie om van deze geslaagde film te genieten. Die eveneens een revelerende inkijk biedt in de hedendaagse Iraanse maatschappij. Maryam Moghaddam die zowel acteert als co-regisseert haalde de inspiratie voor de film uit haar omgeving.
Vernieuwend
Bij de voorbereiding van de Berlinale beloofde de artistieke leider Chatrian fantasierijke en vorm vernieuwende films. Met onder meer het Georgische What Do We See When We Look at the Sky van Alexandre Koberidze, een moderne versie van twee koningskinderen die door het kwade oog van de camera niet bij elkaar konden komen en met honden die van voetbal houden, hield hij woord. Dit moderne sprookje was veler favoriet voor de Gouden Beer maar het bleef bij de favorietenrol.
Uncle Tudor
Bij de kortfilmcompetitie op de Berlinale was de Vlaamse kortfilm Nanu Tudor (My uncle Tudor) van Olga Lucovnicova niet de uitgesproken favoriet en toch won ze de Gouden Beer. Ze draaide haar aangrijpende kortfilm vorig jaar in Moldavië waar ze haar familie confronteerde met het misbruik waar ze als meisje van negen het slachtoffer van was. Onverschilligheid was haar deel. Olga Lucovnicova is niet langer een onbekende in ons land want ze kreeg vorig jaar een VAF Wildcard voor de documentaire. De Berlinale prijst Lucovnicova wegens de vorm waarmee ze het kindermisbruik ontrafelt en de opbouw van het gesprek met haar van alle schuldinzicht verstoken oom. “Haar persoonlijke moed gecombineerd met cinematografisch meesterschap creëert een film die tegelijk krachtig is en emotioneel gelaagd”, besluit de kortfilmjury.
Mogen we daar nog actueel en hedendaags aan toevoegen? Geheel in de lijn van de 71ste editie van de Berlinale.