Ciné-club Flagey presenteert: BUGSY (1991)

P1bfpfff7bjhga2usgqjfj137q1
Verdieping 08 mei 2017
Elke maand stelt Patrick Duynslaegher, artistiek directeur Film Fest Gent in Ciné-Club van Flagey (Brussel) een van zijn favoriete films voor. Nu donderdag 11 mei staat 'Bugsy' op het programma, een gangster biopic waarin producer/steracteur Warren Beatty de pannen van het dak speelt.

'Bugsy' is het stijlvolle portret van de laatste levensjaren van Benjamin Siegel (1906-1947) de maffia mobster die een monsterachtige misdadiger was maar ook een visionaire ondernemer. Het overwinnen van zijn lage komaf was een echte obsessie voor Bugsy: hij wilde almaar hogerop zelfs al bleef hij wezenlijk een ordinaire boef, wat meteen ook de tragische ironie is van deze door Barry Levinson geregisseerde biopic.

Boef met grootheidswaanzin

Bugsy verwerft de glamour en faam waar hij naar hunkert wanneer zijn bondgenoot Meyer Lansky (Ben Kingsley) hem in de jaren veertig naar Los Angeles stuurt om er orde op zaken te stellen in het misdaadsyndicaat in Zuid-Californië. Bugsy voelt zich meteen thuis in het art-deco-Hollywood van toen waar hij rondhangt met zijn jeugdvriend, de intussen beroemde acteur George Raft (Joe Mantegna) en in de ban geraakt van de uitzinnige luxe van de glitterstad. De fascinatie is wederzijds, want ook de sterren voelen zich aangetrokken tot de legendarische gangster die net als zij met uiterlijke status (in garderobe, huizen en auto’s) loopt te pronken. Het allerliefst zou Bugsy trouwens een acteur willen zijn; thuis zit hij vaak zijn op uitvergroot beeld geprojecteerde screentest te bekijken en te bewonderen.

Tijdens een reisje door de Mojave woestijn in Nevada krijgt Siegel plotseling een inval: hij zal er een stad uit de grond stampen, een legale oaze voor gokkers. Las Vegas is geboren. Vol enthousiasme ontvouwt hij zijn grandioze plannen voor het spectaculaire Flamingo hotelcasino, een droom die ook zijn neergang inluidt als blijkt dat het met maffia-geld gebouwde hotel het zesvoudige kost van wat aanvankelijk begroot werd. Als bovendien het succes uitblijft (ook al omdat Bugsy’s vriendinnetje met de winst aan de haal gaat) keren de gangsterbazen zich tegen de onbetrouwbare entrepeneur. Een huurmoordenaar schiet hem door het oog terwijl hij in zijn huis in Beverly Hills de krant zit te lezen.

Beatty in grote doen

Als dit bij de geoefende kenner van misdaadfilms een belletje doet rinkelen, is dit zeer terecht: Francis Ford Coppola voerde in 'The Godfather' een op Siegel geïnspireerd personage op, Moe Greene, die op gelijkaardige wijze aan zijn einde komt; en in de sequel 'The Godfather Part II' zegt de joodse gangster Hyman Roth: "The city he invented was Las Vegas. Someone put a bullet through his eye."

De rol van Bugsy is Warren Beatty op het lijf geschreven. De legendarische superster die zich vaak leek te verstoppen in de rollen die hij vertolkte, lijkt hier voor ’t eerst zonder reserves of enige schroom te acteren. Het is alsof hij niet langer bang is om zichzelf te onthullen voor de camera. Hij speelt Bugsy met een verve, een vraatzuchtige energie en een gevoel voor donkere humor die aanstekelijk werkt (bijvoorbeeld in de scène waarin hij zomaar komt aankloppen bij een beroemde operazanger en hem vriendelijk dreigend meedeelt dat hij meteen zijn huis afkoopt – geen discussie mogelijk) zonder dat hij daarom de angstaanjagende duistere kanten wegmoffelt van de boef die FBI-baas J.Edgar Hoover "de gevaarlijkste man in Amerika" noemde. Ook neemt Beatty in zijn gelaagde vertolking van een innemende egoïst zijn eigen narcistisch imago op de korrel. Op een zeker moment zit hij onder de zonnelamp, zijn ogen bedekt met komkommerschijfjes en met meer crème op zijn gezicht gesmeerd dan Lana Turner tijdens haar hoogdagen.

Echte romantiek

Bugsy is ook een ouderwets liefdesverhaal waarin de getrouwde huisvader Ben Siegel zijn gezin in een voorstad in New York achter zich laat om in een decadent zonovergoten sprookjesland waar hij zich in zijn nopjes voelt een onstuimige relatie te beginnen met het starletje Virginia Hill (Annette Bening) die onder de zware jongens best haar mannetje kan staan. Ze verovert precies zijn hart omdat ze het lef heeft om hem te weerstaan.

Beatty en Bening werden tijdens de opnamen natuurlijk écht verliefd op elkaar en dat geeft aan hun romance een extra patina. Voor een keertje ging het niet om de gebruikelijk routine waarbij Beatty zijn leading lady versiert en dan op naar de volgende; Bening werd de vrouw die korte metten maakte met de vrijgezellenstatus van de eeuwige Hollywood Don Juan. Het helpt natuurlijk ook dat regisseur Barry Levinson hun drie grote liefdesscènes ensceneert met allusies naar oud-Hollywood romantiek. Eerst hun ontmoeting in een binnenstudio tijdens de opname van Manpower waar de hardgekookte wisecracks van hun hofmakerij pittig afketsen tegen de nepdecors. Dan hun eerste romantische omhelzing bij Bugsy thuis, hun reusachtige silhouetten geprojecteerd tegen het zilveren doek, begeleid door Ennio Morricone’s smachtende score. Uiteindelijk het afscheid op de luchthaven in onvervalste Casablanca-stijl.

Deze ook in de nevenrollen uitmuntend vertolkte film (ook Harvey Keitel, Ben Kingsley en Elliott Gould zijn schitterend) steunt vooral op een briljant scenario van James Toback die dialogen en scènes schrijft waarvoor acteurs elkaar zouden vermoorden. De ongelijke vakman Barry Levinson van wie de beste films uit de jaren tachtig stammen ('Diner', 'The Natural', 'Tin Men', 'Rain Man') tekent hiermee een misdaadfilm van grote klasse.

Bugsy: donderdag 11 mei om 19:30 in Ciné-Club, Studio 5, Flagey Brussel.
Inleiding en nabespreking door Patrick Duynslaegher.

Reservaties: www.flagey.be / www.cinematek.be