Ciné-Club Flagey presenteert: Geronimo, An American Legend
'Geronimo: An American Legend' is een elegische western over de exploten van de gevreesde Apacheleider die in de jaren 1880 als laatste weerstand bood tegen de bleekgezichten die de nog niet afgeslachte Indianen in reservaten bijeendreven en bezit alle ingrediënten uit een ouderwetse blanke-soldaten-versus-Roodhuiden western, zoals ze toen al in 1993 niet meer werden gemaakt en zoals we ze het best herinneren uit de cavalerie-trilogie van John Ford ('Fort Apache', 1948; 'She Wore a Yellow Ribbon', 1949; 'Rio Grande'; 1950).
Het decor: een woest onmetelijk landschap in het zuidwesten van de United States. Spilfiguur van de actie: een nobele Chiricahua Apache-krijger (Wes Studi) die uit het reservaat ontsnapt omdat de blanken hun woord niet hielden. Zijn opponent: een idealistische jonge officier, Charles Gatewood (Jason Patric) die de vijand respecteert en ook hun taal spreekt. De verteller: Britton Davis, een luitenant (Matt Damon) die nog groen achter de oren is en in voice over de militaire campagne oprakelt die zijn leven veranderde.
Soms leek het alsof we veeleer jacht maakten op een geest dan op een man,
zegt Davis in een van de vele citaten uit zijn pas in 1929 gepubliceerd verslag 'The Truth about Geronimo'. In de krachtig getypeerde bijrollen: de rechtschapen generaal George Crook (Gene Hackman), de beste bondgenoot die de Apachen ooit hadden; een oorlogszuchtige generaal (Kevin Tighe); een norse veteraan verkenner (Robert Duvall) die zijn soldatenplicht niet laat verstoren door de zeventien kogels en pijlen die hij in zijn gehavende lijf kreeg.
Met deze klassieke elementen bouwt Walter Hill een scrupuleuze historische western op die een tragische visie biedt op de erecodes, deugden en vrijheidsidealen van het Amerikaanse genre bij uitstek. Niet alleen de Indianen maar ook de ‘goede’ soldaten worden het slachtoffer van de compromissen van de beschaving. Hill toont hoe de onstuitbare trek westwaarts van de Europese landverhuizers tot een vorm van culturele genocide leidde. Geronimo die met zijn Chiricahuakrijgers uit het reservaat in Arizona ontsnapte en in het ruw gebergte van Mexico leeft van jacht en rooftochten is de laatste romantische rebel die de opmars van de industriële omwenteling in de weg staat.
Met deze klassieke elementen bouwt Walter Hill een scrupuleuze historische western op die een tragische visie biedt op de erecodes, deugden en vrijheidsidealen van het Amerikaanse genre bij uitstek.
De toon van deze opvallend serene film is bewust koel en niet emotioneel, opruiend of demagogisch. Wanneer Hill ons dan uitzonderlijk toch trakteert op een emotioneel doorleefd moment - zoals de sterfscène van Robert Duvall - krijgt de film een waardigheid die typisch is voor de serieux waarmee Hill in het verleden van zijn land duikt.
De misverstanden, precaire verdragen en verraderlijke zetten tussen het leger en de voortvluchtige Apachen worden geregeld onderbroken door snelle actie-explosies. Weinigen kunnen actietaferelen tegelijk zo authentiek fysiek en cinematografisch elegant in beeld zetten. Hill geeft hier lessen in beeldcompositie, filmritme en montage, maar het gaat allemaal zo snel en efficiënt dat we nauwelijks de tijd krijgen om bij zijn virtuositeit stil te staan.
Hill geeft hier lessen in beeldcompositie, filmritme en montage, maar het gaat allemaal zo snel en efficiënt dat we nauwelijks de tijd krijgen om bij zijn virtuositeit stil te staan.
'Geronimo' wordt ondanks de vele discussies, beschouwingen en praatscènes fors toe gebouwd naar een sterke visuele metafoor die voor altijd in de westerngeschiedenis gebeiteld blijft. Geronimo en zijn volgelingen worden met de trein - symbool van de verovering van het westen voor de blanke landverhuizers - weggehaald uit hun geboorteland en verbannen naar Florida. In een lang aangehouden shot zien we de trein tergend langzaam van ons wegrijden en opgaan in de reusachtige vlakte, een stuk western geschiedenis en mythologie die voor onze ogen in het niet verdwijnt.
Met 'Geronimo' was Hill niet aan zijn proefstuk toe wat het westerngenre betreft. Eerder al gaf hij met 'The Long Riders' (1980) zijn visie op de Jesse James-legende, terwijl zijn eigentijdse Tex-Mex actiekanjer 'Extreme Prejudice' (1987) zijn versie was van 'The Wild Bunch' (1969) van zijn mentor Sam Peckinpah wiens niet-western 'The Getaway' (1972) hij schreef. En als je er de rock’-n-‘roll en neon-noir verpakking van afpeuterde, was zelfs 'Streets of Fire' (1984) een western.
Na 'Geronimo: An American Legend' maakte Hill in 1995 nog de western 'Wild Bill' over de legendarische revolverheld ‘Wild Bill’ Hickock die in de laatste fase van zijn korte leven (hij werd op zijn 39e tijdens een partijtje pokeren in de rug doodgeschoten) verkast naar Deadwood, het misdadig nest waar Bill (Jeff Bridges) over opmerkt: ‘This town reminds me of something out of the bible.’ ‘What part of the bible?’ vraagt iemand. ‘The part just before God got angry,’ luidt het antwoord. De weinig bekende film 'Wild Bill' (die in België trouwens niet in de bioscoop kwam) gaf reeds een voorsmaakje van de latere TV-serie 'Deadwood' (2004-2006), een realistische kijk op de Far West met Hill als consulting producer en regisseur van de eerste aflevering, met dit keer Keith Carradine als ‘Wild Bill’ Hickcock.
Hill’s (voorlopig) laatste excursie in het genre is 'Broken Trail' (2006) een TV miniseries van twee episodes.
GERONIMO: AN AMERICAN LEGEND. Donderdag 23 november om 19 u. 30 in Ciné-Club, Studio 5, Flagey Brussel.
Reservaties: www.flagey.be / www.cinematek.be