Classics FFG2021: Reconstruction
Reconstruction (1970)
"Despite some falterings, Angelopoulos is an artist with a real camera eye and a conception very much his own", schreef John Gillett (in Sight & Sound) over het speelfilmdebuut van de man die enkele jaren later met The Travelling Players voor de beste Griekse film uit de geschiedenis zou tekenen. En daarmee meteen ook zijn weinige markante collega’s, zoals Michael Cacoyannis (Alexis Zorbas, beter bekend onder de internationale titel Zorba the Greek, 1964), Nikos Koundouros (Young Aphrodites, 1963) en Nikos Papatakis (Les abysses, 1963), voor eeuwig overschaduwde.
Al is Angelopoulos’ geroemde stijl en methodiek - langzaam opgebouwde actie, strakke en vaak frontale beeldcomposities, lange sequentie-opnamen met complexe travellings en rijbewegingen, personages verankerd in de schrale landschappen van het regenachtige noorden van Griekenland, allegorische voorstellingen van onaanschouwelijke zaken en begrippen - hier slechts embryonaal aanwezig, Gillett en andere scherpzinnige critici wisten meteen dat we hier met een uniek nieuw talent te maken hadden.
Na een gelauwerde kortfilm (Broadcast) onderzoekt Angelopoulos in zijn eerste avondvullende speelfilm de economische en geografische oorzaken van een moord. Deze zwart-wit film werd in 27 dagen opgenomen in een dorp nabij Ioánnina, hoofdstad van de regio Epirus. De crew bestond maar uit vijf man, de cast werd gekozen uit de lokale bevolking en het budget was belachelijk laag, het geld hoofdzakelijk afkomstig van een overheidssubsidie toegewezen dankzij een obscure Griekse wet.
Tynthea is een van de kleine, rotsachtige dorpen in het noordwesten van Griekenland. Voor de oorlog woonden er duizend zielen, in de jaren 1970 slechts 85 vrouwen, kinderen en oude mannen. De jongeren zijn allemaal gevlucht naar Athene en andere grote steden of gingen werk zoeken in Duitsland. Een journalist uit Athene krijgt te horen: "Oude mannen sterven en de velden en de dorpen sterven mee. Wat zal er gebeuren nu de dorpen een voor een doodbloeden?"
Die journalist komt er rapporteren over de moord op een emigrant, Kosta, een arbeider die terugkeerde uit Duitsland en omgebracht werd door zijn vrouw en haar minnaar. Dit The Postman Always Rings Twice-achtig misdaadverhaal is gebaseerd op een waargebeurde passionele moord. Angelopoulos las over dit fait divers in de kranten en was er meteen door geïntrigeerd. Ook de locatie in het noordwesten prikkelde zijn fantasie: geboren en getogen in Athene, voelde hij er zich in een vreemd land. Aanvankelijk wilde hij de film opnemen in het dorp waar alles zich had afgespeeld maar de hostiliteit van de plaatselijke inwoners deed hem uitwijken naar een ander dorp in dezelfde streek.
De plot in een notendop: de echtgenote Eleni en haar minnaar Christos vermoorden de echtgenoot, vervalsen bewijzen van zijn terugkeer uit Duitsland maar de schoonzus krijgt dit in het snotje en uiteindelijk beginnen de daders elkaar van de misdaad te beschuldigen.
Als we weten dat de wortels van het detectiveverhaal in het Oude Griekenland liggen, met Oedipus in de rol van zowel speurder, moordenaar als slachtoffer, is het ook niet zo verwonderlijk dat de plot van Reconstruction een zekere gelijkenis vertoont met de mythe van het Huis van de Atriden, in het bijzonder de moord op Agamemnon door zijn vrouw Klytaimnestra (een parallel die nog sterker wordt doorgetrokken in Angelopoulos’ derde film The Travelling Players). Hier zorgt de mythe enkel voor een cultureel contrast, accentueert ze de armoede en wanhoop van het ontvolkt dorp.
De openingsbeelden van de echtgenoot die terugkeert in een gehavende bus die zich vastrijdt in de modder, zet de toon van een zeer fysieke film waarin de aanhoudende regen lijkt mee te helpen om het dorp van de kaart te vegen, en ook voor beelden zorgt die in al zijn volgende films terugkeren: zwarte silhouetten onder de paraplu. Het allereerste shot introduceert ons meteen ook met het essentiële stijlmiddel van de cinema volgens Angelopoulos: de zo lang mogelijk aangehouden instelling. Volgens de regisseur ging hij met dit signatuur-shot minder berekend dan intuïtief te werk. "Ik herinner me dat de cameraman me vroeg hoelang deze take moest duren", vertelde Angelopoulos aan David Jenkins van Sight and Sound. "Terwijl de camera rolde, deed ik mijn ogen dicht. Ik luisterde naar de geluiden die de acteurs maakten. Ik kon hun stappen en hun ademhaling horen. Toen ik voelde dat het juist zat, riep ik cut. Het bepalen van de shotlengte is meer een kwestie van instinct dan van keuze."
De journalist van een televisiecrew, gespeeld door Angelopoulos zelf, voert parallel met de reconstructie van de moord door de onderzoeksrechter - een moord die we nooit te zien krijgen - een eigen enquête naar de harde levensomstandigheden in het dorp. Het verloop van het onderzoek wordt geregeld doorbroken door deze sociale documentaire.
De toeschouwer kan zodoende met eigen ogen het fenomeen aanschouwen van het verdwijnen van de dorpen, een cruciaal probleem in het Griekenland van toen. We krijgen zodoende ook de matriarchale achtergrond te zien die grotendeels hun misdaad motiveert. Zo ontdekt de magistraat dat de man de overspelige affaire tolereerde, terwijl de vrouw suggereerde om het lijk in stukken te snijden onder de grond te begraven. We zien haar later onverstoorbaar uien planten op het kersverse graf. Dit is lang niet het enige lijk dat opgegraven wordt in het werk van Angelopoulos: het vinden van zo’n lijk is zelfs het vertrekpunt van The Hunters, een studie van het slecht geweten van de vooraanstaande Griekse elite.
Uiteindelijk loopt de drievoudige reconstructie (van Angelopoulos, van de politie en van de journalist) op niets uit. De film eindigt zoals hij begon, met een lang sequentie-shot op de deur gericht. Mensen lopen binnen en buiten. Eerst gaan Eleni en haar minnaar naar binnen. Later arriveert de uit Duitsland teruggekeerde echtgenoot. Nog een poosje later komt de minnaar naar buiten. Nog later komen de kinderen van school en spelen ze nog wat vooraleer ze naar binnen gaan. We weten dat er achter de deur een moord wordt gepleegd, maar we komen niet te weten wie van de twee nu de fatale knoop legde in het touw dat rond de nek van de bedrogen echtgenoot gespannen werd.
Angelopoulos koos voor een strenge documentair-realistische stijl en zoals vele Europese filmmakers uit die tijd speelde hij ook met een gefragmenteerde tijd. Ook bedient hij zich van een narratieve ambiguïteit en worden we meermaals op het verkeerde been gezet. Zo is er de scène waarin toch te zien is hoe Kosta gewurgd wordt, tot een ruimer shot onthult dat het om de reconstructie gaat van de versie van Eleni. Waarmee een objectieve vertelling in een subjectieve verandert. Angelopoulos introduceert ook al meteen zijn favoriet cyclisch narratief: een einde dat naar het begin verwijst.
Met deze sociologisch onderbouwde film zette Angelopoulos zich ook af tegen het conformisme en de kitsch van de commerciële cinema uit die periode, het Griekenland van het kolonelsregime (1967-1974).
Vanaf zijn eerste film zijn er opmerkelijke vertolkingen te noteren, in het bijzonder van Toula Stathopoulou, een niet-professionele actrice die haar rol niet opvoert maar voor het oog van de camera de moordenares tot leven wekt die het kwade geweten van het dorp symboliseert en soms heftig tekeergaat (op zeker ogenblik vliegt ze de onderzoeksrechter naar de keel).
Zoals in elke film van Angelopoulos wordt er ondanks alle miserie ook gezongen, gedanst en gemusiceerd. Het desolate en troosteloze van het dorp wordt gecontrasteerd met de heimelijke uitstap van het koppel naar Ioanina, een stadje vol leven en vermaak waar ze in een relatief comfortabele hotelkamer koortsachtig de liefde bedrijven terwijl ze hun alibi op punt stellen. Wanneer hun misdaad bekend geraakt, wordt Eleni bijna gelyncht door de oude dorpsvrouwen die als een soort koor fungeren. Angelopoulos vat dit in het meest opvallende shot uit de film: een 360 graden tracking shot waarbij Eleni onder strenge politiebegeleiding de steile rotsheuvel afdaalt en opgewacht wordt door een woedende meute van in ’t zwart gehulde vrouwen. Ondanks deze en nog enkele andere uitgekiende shots, bevat deze debuutfilm ook onstabiele shots gefilmd met handcamera, een cinéma-véritétechniek die Angelopoulos in zijn volgende films afzweert.
Angelopoulos koos als voornaam van zijn heldin Elena, later ook de naam van de heldin uit Elena/The Weeping Meadow (2004). "Het zijn mijn twee films die het dichtst staan bij de Griekse tragedie."
Van bij zijn eerste film is Giorgos Arvanitis van de partij, met wie Angelopoulos in totaal tien films zal draaien in een van de meest creatieve en unieke samenwerkingen tussen een regisseur en fotografieleider.
Met zijn eerste film won Angelopoulos meteen vier prijzen op het filmfestival van Thessaloniki en behaalde hij ook de prijs van de beste buitenlandse film op het filmfestival van Hyères.
Patrick Duynslaegher
Van 1972 tot 2011 was Patrick Duynslaegher filmcriticus voor Knack magazine, waar hij van 2001 tot 2011 hoofdredacteur was. Van 2011 tot 2018 was hij artistiek directeur van Film Fest Gent. Hij schreef onder meer voor Sight & Sound, the International Film Guide, Variety en Vrij Nederland. Hij is de auteur van vier boeken, een over André Delvaux’s ‘Woman in a Twilight Garden’, een verzameling reviews, een overzicht van 100 jaar cinema in reviews en een kritische studie over het werk van Martin Scorsese.