Classics FFG2022: Im Kwon-taek ('Painted Fire')

Painted fire
Nieuws Verdieping 14 okt 2022
Im Kwon-taek (1936) wordt algemeen erkend als de grootmeester van de Koreaanse cinema. Sinds 1962 maakte hij meer dan honderd films. Zijn werk varieert sterk qua stijl, maar vindt een eenheid in zijn oprecht humanisme en zijn bezorgdheid over de spanningen tussen moderniteit en traditie in de Koreaanse samenleving. In de eerste fase van zijn carrière leerde hij zijn vak en hij vond pas in 1981 zijn stem als filmauteur met zijn doorbraakfilm Mandala, een mijlpaal in de Koreaanse cinema. Zijn lange carrière (hij maakte zijn laatste film in 2014) en zijn creatieve integriteit maakt hem tot de Koreaanse Manoel de Oliveira.

Vertoningen

door Patrick Duynslaegher

Selectieve filmografie

Sopyonje (1993)

Na films uit China, Taiwan en Hongkong kreeg ook de vrijwel onbekende Zuid-Koreaanse cinema een beetje aandacht in de westerse bioscoop. Niet toevallig gebeurt dit met de grootste kaskraker uit deze nationale cinema, een film van de productieve meester van de Koreaanse cinema met al meer dan negentig films op de teller.

Sopyonje© Sopyonje

Dit allegorisch melodrama initieert ons in een obscuur muzikaal verschijnsel: pansori, populaire volksliedjes, gezongen in een zeer beheerste klagende toon. Een kunst die vooral wordt beoefend door de inwoners van het zuidwesten van het schiereiland; aangenomen wordt dat het meer dan tien jaar training vergt om deze moeilijk zangkunst onder de knie te hebben.

Sopyonje slaat op de westerse school in deze discipline die zich begin negentiende eeuw - de hoogdagen van de pansori - in twee richtingen opsplitste en waarin het collectief lijden droefgeestig muzikaal gestalte krijgt.

Im Kwon-taek schildert in flashbacks een gefolterd melodrama over een geobsedeerde pansori-meester die twee weeskinderen opleidt en hen dwingt om alles op te offeren voor hun kunst. Vooral het meisje krijgt het hard te verduren. Haar pleegvader gaat zelfs zover dat hij haar van het zicht berooft: na deze zintuiglijke amputatie kan ze zich eindelijk ten volle concentreren op het vervolmaken van haar kunst. Je denkt onwillekeurig aan Farinelli – het verhaal van een componist die zijn broer liet castreren om zijn hooggestemde muziek te kunnen blijven vertolken - al zijn de films stilistisch elkaars tegenpolen. Zo sensationeel, praalzuchtige en epaterend de Belgische Oscar nominatie was, zo streng, ingetogen en roerloos is dit Koreaans juweeltje.

De regisseur laat de serene schoonheid van zijn pastorale tableaus voortdurend contrasteren met de inherente wreedheid en hardheid van het verhaal. Bijzonder mooi en intens is het meer dan vijf minuten aangehouden shot waarin het trio terwijl het een heuvel afdaalt een volledige Sopyonje-song ten gehore brengt. De hills are alive with music, maar dit keer is het niet Julie Andrews die we horen kwelen.

Met Kim Myung-gon, Oh Jung-hae, Kim Kyu-chui.

Ivre de femmes et peinture/ Chi-hwa-seon (2002)

Sommige mensen zitten duidelijk nooit stil. Sinds hij in 1960 zijn regiedebuut maakte, heeft Im Kwon-taek (1934), de meest productieve Koreaanse regisseur ooit, al meer dan honderd films op de teller. Niet dat het daarom om een vluggertje gaat: de man levert constant kwaliteitswerk af. Zijn 98e won destijds op het festival van Cannes de verdiende prijs voor beste mise-en-scène. Elk beeld is een juweeltje inzake compositie, coloriet, plaatsing en beweging van de personages. De bestudeerde picturale stijl wordt gedicteerd door het onderwerp: de half-fictieve biografie van de rondzwervende Koreaanse schildervorst en levensgenieter ‘Ohwon’ Jang Seung-up die mee dobbert op de golven van de turbulente Koreaanse geschiedenis in de tweede helft van de negentiende eeuw. In elegante tableaus borstelt Im niet zonder humor het portret van een uitbundig kunstenaar en erotomaan die volledig opgaat in zijn werk, al zuipend en copulerend door het leven gaat, nooit aan de kant van de machtshebbers staat en altijd zijn vrijheid en onafhankelijkheid bewaart en zijn voeten veegt aan eerbewijzen van de gevestigde machten.

Patrick Duynslaegher

Patrick Duynslaegher

Van 1972 tot 2011 was Patrick Duynslaegher filmcriticus voor Knack magazine, waar hij van 2001 tot 2011 hoofdredacteur was. Van 2011 tot 2018 was hij artistiek directeur van Film Fest Gent. Hij schreef onder meer voor Sight & Sound, the International Film Guide, Variety en Vrij Nederland. Hij is de auteur van vier boeken, een over André Delvaux’s ‘Woman in a Twilight Garden’, een verzameling reviews, een overzicht van 100 jaar cinema in reviews en een kritische studie over het werk van Martin Scorsese.

Tags

Classics