De spectaculaire waarheid van 'Der Hauptmann'
Het lijkt soms wel dat makers van films over de Tweede Wereldoorlog slechts twee keuzes hebben: er een klucht of een horrorshow van maken. In de lolbroekerij scoren de fransozen goed: 'La Traversée de Paris' (1956) van Claude-Autant Lara, 'La Grande Vadrouille' (1966) van Gérard Oury, 'Le Mur de l’Atlantique' (1970) van Marcel Camus, 'L’As des As' (1982) van Gérard Oury. Maar ook de Yankees eten er pap van: van de beste oorlogskomedie ooit, 'To Be or Not to Be' (1942) van Ernst Lubitisch, tot 'The Secret War of Harry Frigg' (1968), 'Castle Keep' (1969) van Sydney Pollack, 'Kelly’s Heroes' (1970) van Brian G.Hutton en 'Inglourious Basterds' (2009) van Quentin Tarantino.
Oorlogterreur
Wat de horrorshow aangaat, gebruik ik deze term zeker niet laatdunkend, want hieronder ressorteren vele realistische oorlogsfilms die episodes uit de tweede wereldbrand zo waarheidsgetrouw mogelijk reconstrueren. Dat gaat van saaie superproducties als 'Battle of the Bulge' (1965), tot de grote oorlogsfilms van topregisseurs als Anthony Mann ('Man in War', 1957), Robert Aldrich ('Attack!', 1956), Sam Fuller ('The Big Red One', 1980) en Steven Spielberg ('Saving Private Ryan', 1998; 'Schindler’s List', 1993) en met nog een recente uitschieter, 'Fury' (2014) van David Ayer.
Ook de Sovjet-Unie heeft menigmaal zijn aandeel en leed in de Tweede Wereldoorlog op het doek opgeëist, vaak heel pompeus en hyperpatriottistisch. Maar zoals misschien te verwachten van het land dat in deze oorlog het hoogste dodental mag claimen, maakte een Russische regisseur, Elem Klimov, ook wat je de wreedste oorlogsfilm aller tijden kan noemen: 'Come and See' (1985) waarin we getuige zijn van de systematische vernietigingen door de nazi’s van dorpen in Wit-Rusland; we zien alle verschrikkingen door de ogen van een tiener die bij de partizanen is ingelijfd en op wiens gezicht (dat ouder en grimmiger wordt naarmate de bestialiteiten toenemen) de ontmenselijking te lezen staat.
Waargebeurd
En nu is er dus ook 'Der Hauptmann', waarin regisseur Robert Schwentke een schokkend verhaal vertelt waar zelfs de trouwste Canvas-kijker niet mee vertrouwd zal zijn. Een verhaal dat zo ongeloofwaardig en overdreven lijkt dat je er best jezelf voortdurend aan herinnert dat het om een waargebeurd relaas gaat.
Der Hauptman in kwestie is aanvankelijk een jonge deserteur, Willi Herold, die tijdens de laatste dagen van de oorlog ternauwernood kan ontkomen aan de barbaarse Duitse militaire politie die hem op de hielen zit. Als hij toevallig in een achtergelaten auto de papieren en het uniform vindt van een kapitein, geeft hij zich uit voor kapitein Herold, door Hitler in hoogsteigen persoon op missie gestuurd om er over te waken dat de troepen van de Wehrmacht de moraal niet laat zakken.
Meesteroplichter
Willi is een magere bange jongen die aanvankelijk ons medelijden opwekt, maar zodra hij zijn niet goed passend uniform aantrekt, wordt hij een andere persoon, zowel voor de ogen van de buitenwereld en voor zichzelf. Hij verschiet zelf van zijn nieuw verworven autoriteit, geniet van het uitdelen van bevelen en van het aftasten hoe ver hij in dit bedrog kan gaan.
In het apocalyptisch klimaat van de laatste dagen van de oorlog kan blijkbaar alles. Hoe beter Willi zich voelt in zijn rol (zijn kapiteinsuniform wordt bijna een nieuwe huid), hoe ongeremder hij zijn bijdrage levert tot barbaarse wreedheden waarin hij niet moet onderdoen voor de monsterachtige praktijken van de nazi’s die in het begin van de film jacht op hem maken. Je zit er als toeschouwer met stijgende verbazing naar te kijken, tegelijk geschokt door de wandaden van het naziregime en gefascineerd door deze meesteroplichter die soms op een donkere versie lijkt van de ‘sympathieke’ kameleon Frank Abagnale (Leonardo DiCaprio) in Spielbergs 'Catch Me If you Can' (2002).
Grote verrassing
De hallucinante vertolking van Max Hubacher geeft aan zijn personage een ambiguïteit en zorgt er mee voor dat de film een constant verwarrend en verbijsterend spektakel blijft dat afwisselend absurd, hyperrealistisch en provocerend grotesk is. Want het gaat wel degelijk om een spektakel. Geen korzelig zwart-wit en los uit de pols, maar een film in lumineus zwart-wit (fotografie van Florian Ballhaus; zoon van Michael Ballhaus, D.O.P. van Fassbinder en Scorsese), in magnifieke breedbeeldcomposities, opgebouwd als een thriller, met scènes vol spanning en brutaal avontuur. Deze esthetische keuzes zijn zo dwingend en juist gedoseerd dat de film nooit obsceen wordt, hoe immoreel en cynisch het er ook aan toegaat.
Komend van Robert Schwentke is 'Der Hauptmann' een grote verrassing. Tien jaar geleden week de in 1968 in Stuttgart geboren Duitse regisseur uit naar Hollywood waar hij zes films draaide (waaronder 'Flightplan' met Jody Foster en 'RED' met Bruce Willis) die zeker geen origineel talent deden vermoeden. Zijn terugkeer naar zijn vaderland, en vooral naar de geschiedenis van zijn vaderland, werkte kennelijk bevrijdend. Met 'Der Hauptmann' weet hij met een andere blik naar het duister Duits verleden te kijken en komt voor het eerst ook zijn cinematografisch talent duidelijk te voorschijn. Benieuwd wat hij voor ons nog in petto heeft.
‘Der Hauptmann' is op dinsdag 20 maart te zien tijdens Film Fest Gent On Tour in Sphinx cinema (Gent), Cinema Lumière (Brugge), Cinema Cartoon's (Antwerpen), The Roxy Theatre (Koersel), Studio Geel, Cinema ZED (Leuven), Kunstencentrum BUDA (Kortrijk), CC Strombeek, Flagey (Brussel, Studio 5), CC Zoetegem (Zottegem), CC De Kollebloem (Puurs), CC Jan Tervaert (Hamme), Cinema Westside (Evergem). Tickets zijn verkrijgbaar bij de deelnemende locaties.