Drie Belgische films in officiële competitie op 38e Filmfestival Gent

Blue Bird is de nieuwe film van Gust Van den Berghe. Met zijn vorig jaar verschenen debuut En waar de Sterre bleef stille staan liet Van den Berghe zich meteen gelden als Vlaanderens jongste supertalent. Op eigenzinnige wijze schept de regisseur een hypnotiserend filmisch universum. Dat is ook zo in zijn tweede film. Blue Bird, naar het gelijknamige werk van Nobelprijswinnaar Maurice Maeterlinck, gaat over twee kinderen die op zoek gaan naar hun verdwenen blauwe vogel. Op hun zoektocht ontmoeten ze geesten en andere vreemde wezens. Van den Berghe verplaatst Maeterlincks gegeven naar Togo, een inventieve vondst die ook de universaliteit van de thematiek duidelijk maakt. Met The Invader stelt de Vlaamse Brusselaar Nicolas Provost zijn eerste langspeelfilm voor. Met zijn werk als beeldend kunstenaar scheerde Provost reeds hoge toppen. Hij verwierf wereldfaam met visuele kunstwerken als Papillon d'amour (2003) en Plot Point (2007). The Invader is een sociale thriller over een Afrikaan in Brussel op zoek naar een betere wereld. Door zijn confrontatie met de harde maatschappij wordt hij langzaam maar zeker een monster. Een monster dat we zelf creëerden. Op het filmfestival van Venetië werd de film alvast enthousiast onthaald door de internationale pers. L'Hiver Dernier is het langspeeldebuut van debutant John Shanks. Shanks, een Belg met Amerikaanse roots, presenteerde zijn afstudeerfilm Un Veau Pleurait, la Nuit in 2001 op het Filmfestival van Cannes. In 2003 volgde zijn tweede kortfilm, Les Mains Froides, die veel bijval oogstte op diverse Europese filmfestivals. L'Hiver Dernier vertelt het verhaal van Johann, een jongeman die op een dag de boerderij van zijn familie erft. In een verlaten omgeving verkent Johann de wortels van zijn bestaan. Hij ontdekt ook dat, in deze tijden van globalisatie, achter de charme van het platteland heel wat pijn en hard labeur schuilgaan.