Drie Vlaamse films naar Marseille
Enkele weken na zijn wereldpremière op de Quinzaine des Réalisteurs mag Bas Devos zijn jongste film ‘Ghost Tropic’ voorstellen in de Franse havenstad. De film gaat over een 58-jarige Brusselse vrouw die na een lange werkdag ’s avonds laat in slaap valt op de metro en te voet naar huis moet. Zo wordt ze gedwongen hulp te vragen en ook te geven aan andere stadsbewoners. In Cannes werd de film goed ontvangen en hij werd als veel toegankelijker beschouwd dan ‘Hellhole’, de vorige film van Bas Devos. Het filmvakblad The Hollywood Reporter plaatste ‘Ghost Tropic’ in zijn lijst van de twintig beste films van Cannes.
Van de in Baltimore geboren maar inmiddels in Brussel werkende kunstenaar Vincent Meessen wordt ‘Ultramarine’ vertoond. Dit 42 minuten durend visueel gedicht toont een performance van de Afro-Amerikaanse dichter Kain, de voorloper van de hiphop aan het einde van de jaren zestig. Op diens woordenstroom improviseert de Belgische percussionist Lander Gyselinck. Inmiddels komen verschillende museumobjecten voorbij en die worden naast de eigen rekwisieten van Kain geplaatst. Ze roepen beelden op van slavenroutes en koloniale handel. Op het jongste Filmfestival van Rotterdam won ‘Ultramarine’ de hoofdprijs in de Ammodo Tiger Short Competition. Volgens de jury is de relevantie van film voor performance zelden zo duidelijk geweest. Cinema speelt een verbluffende en versterkende rol bij het ritme, de visie en de urgentie die de dichter in zijn vertolking legt.
Tenslotte wordt ook de korte experimentele documentaire ‘A Tongue Called Mother’ op FIDMarseille vertoond. Die gaat over de relatie tussen taal, gebaren en verwantschap. Met haar 16mm-camera als instrument onderzoekt de Brusselse kunstenares en filmmaakster Eva Giolo de dagelijkse gebaren en woorden van drie moeder-dochter-generaties: de moeder, de grootmoeder en het nichtje van Eva Giolo. Zij draaide de film met de VAF Wildcard die ze in 2016 kreeg voor haar KASK-eindwerk ‘Remote’.