“Een intimiteitscoördinator is geen gendarme”: diversiteit, gender en inclusiviteit op Film Fest Gent
Wanneer acteurs of actrices vroeger al eens uit het filmbed praatten over een seksscène relativeerden ze die gewoonlijk door te zeggen dat het om een soort choreografie gaat. Ze moesten soms meer op de camera letten dan op hun partner. Na #MeToo is er nog altijd sprake van choreografie maar die wordt niet zozeer meer geleid door de filmregisseur maar door de intimiteitscoördinator. Dat bleek uit een vooraf opgenomen gesprek tussen Aminata Demba (Represent) en Yarit Dor die sedert 2019 in Londen aan het werk is als fight director, intimacy director en movement director op filmsets en voor theaterproducties.
Gesprekken
Als intimiteitscoördinator heeft ze vooraf uitgebreide gesprekken met de acteurs en met de regisseurs. Soms is de producer daar ook bij betrokken. Tijdens die gesprekken wordt gekeken hoe de intieme scène zal worden in beeld gebracht en ook wat de bedoeling ervan is. Aan de acteurs wordt gevraagd waar ze zich comfortabel bij voelen en vooral waar hun grenzen liggen. Maar ook de setting of de omgeving wordt besproken. In welk decor wordt een scène opgenomen? Hoe wordt de set voor buitenstaanders afgesloten, de zogenaamde closed set georganiseerd. En wie mag er dan wel bij het draaien van de scène aanwezig zijn? Van de technische ploeg is dat gewoonlijk de regisseur, de cameraman en de geluidsman. Soms is ook de aanwezigheid vereist van de verantwoordelijke voor de speciale effecten. Alles is erop gericht om een veilig gevoel te creëren voor de acteurs. Af en toe moet zelfs gewerkt worden aan de relatie tussen de acteurs. Niet iedereen is even happig of gelukkig met hun filmbedpartner.
Niet de regisseur vervangen
De intimiteitscoördinator vervangt de regisseur niet, onderstreept Yarit Dor, maar neemt wel veel werk uit handen, zodat hij zich beter op het artistieke kan concentreren. Dankzij de inzet van de intimiteitscoördinator kunnen de acteurs eveneens meer aandacht besteden aan hun personage. Het is niet de bedoeling dat er door de aanwezigheid van een dergelijke coördinator bepaalde geplande scènes worden veranderd. Maar in één geval werd dat toch gedaan en had de coöordinator dus invloed op het maken van de film. Na samenspraak met de regisseur uiteraard. Regelgeving over de aanwezigheid van een intimiteitscoöordinator is er op dit ogenblik nog niet. Het gebruik ervan wordt zeker aangeraden, maar Netflix en Amazon eisen de aanwezigheid van een coördinator tijdens de opnames van hun films en tv-series. Naar verwachting komt er een algemene verplichting. Inmiddels is Yarit Dor met haar maatschappij Moving Body Arts gestart met het opleiden van coördinatoren die werken met ondervertegenwoordigde groepen. “Een noodzaak”, aldus Dor, “want in pakweg Afrikaanse culturen heeft men andere opvattingen over lichamelijkheid dan in de Westerse”.
Veilig gevoel
Bij ons treedt Philine Janssens dus in de voetsporen van Yarit Dor. Ze is, naar eigen zeggen, organisch en vooral via de dans en het ballet in het beroep terechtgekomen. Ze was intimiteitscoördinator op de set van de op Film Fest Gent vertoonde film Cool Abdoul van Jonas Baeckeland. Ook zij begon haar werk met uitgebreide gesprekken te voeren met de regisseur en met Anemone Valcke en met hoofdrolspeler Nabil Mallat. Wat kon en niet kon werd tot in alle details benoemd en volgens Anemone Valcke zorgde dat voor een veilig gevoel. Daarnaast was er een vreemd afstandelijk, pragmatisch, choreografisch gevoel dat de scène ten goede kwam.
Bemiddelaar
Toen Philine Janssens met Nabil Mallat belde om zich als intimiteitscoördinator voor te stellen dacht hij “Wat? Waar heb ik mij nu voor ingeschreven!”. Maar hij heeft het evenzeer over een extreem veilig gevoel bij de scène. “Net zoals een stuntcoördinator ervoor zorgt dat ik mijn neus niet breek tijdens een gevechtsscène, zorgt de intimiteitscoördinator ervoor dat ik me niet vies voel na een seksscène”. En Jonas Baeckeland? Die kijkt nog altijd opgelucht omdat hij daar de regie uit handen mocht geven.
Philine Janssens onderstreept nog dat haar taak niet beperkt is tot het raad geven en bijstaan van de acteurs maar daarnaast ook oog moet hebben voor grensoverschrijdend gedrag bij de opname ploeg. “Ik ben echter geen gendarme”, zegt ze, wel “een ondersteunende bemiddelaar”. Ze trok recent naar Italië voor twee Amazon-reeksen en vat haar functie op als het creëren van een meerwaarde op de set door acteurs veilig te stellen kan hun personage groeien.
Inclusiviteit
De dag van het diverse filmberoep werd gemodereerd door Aminata Demba, een Malinees-Belgische actrice die zich inzet voor meer diversiteit en inclusiviteit in film, theater en tv. Via haar project Represent stelt ze een vragenlijst 'inclusief werken’ ter beschikking om de inclusiviteit in een werk af te toetsen. Sprekers als producente Lize Lefaible en regisseur Charlie Dewulf hadden het in Kinepolis over ‘inclusief werken als productiehuis’. Ze benadrukten dat het Potemkino-team de maatschappij representeert en bij de projecten van het productiehuis iemand betrokken is die ervaring heeft met de behandelde thematiek. De projecten moeten vooral authentiek zijn en die authenticiteit wordt bewust bewaakt. Hoe doen ze dat? Lefaible: “door van buitenuit een extra kijk erbij te betrekken, door ons geregeld af te vragen of we op de juiste manier aan het werken zijn. Bewuster om te gaan met onze verhalen. Een proces dat gepaard gaat met vallen en opstaan”.
Betrokken zijn
Betrokken zijn bij wat je vertelt was ook de rode draad in het betoog van Nabil Ben Yadir, de regisseur van de op Film Fest Gent vertoonde Animals, de film die geïnspireerd is op de homofobe moord op Ihsane Jarfi in 2012. Hij was getroffen doordat verhaal waarin het hoofdpersonage twee soorten minderheden vertegenwoordigt, een homo en iemand van Arabische afkomst. Voor hem was het onderwerp de geboorte van een moord waarin een gsm een wapen werd. Om dat te kunnen verfilmen volgde hij het assisenproces. Nu ijvert hij om mensen niet alleen voor de camera te krijgen maar ze vooral een plaats achter de camera te bezorgen. Zelf had hij daar niet zo’n beste ervaring mee gehad, want hij mocht niet aan een filmschool studeren omdat zijn gevolgd onderwijsparcours niet voldoende zwaar werd geacht om aan een opleiding te beginnen. Later draaide hij toch Les barons waarin heel wat autobiografische elementen in verwerkt zitten en zich afspeelt in een hem vertrouwde omgeving. Met zijn Animals wil hij “choqueren, want dat is de enige manier om verandering te brengen”. Vanuit zijn frustratie omdat hem de toegang tot een filmschool werd geweigerd, ijvert hij er nu voor om jongeren in het filmberoep te laten stappen.
Samen vertellen
Dat je alleen maar de je eigen gemaakte verhalen mag vertellen, daar was regisseur Dorothée Van Den Berghe het grondig mee oneens. “Je mag je wel buiten je eigen referentiekader wagen. Je moet ermee in dialoog treden”, zei Van Den Berghe bekend van onder meer My Queen Karo en Rosie & Moussa. In deze laatste film beschrijft ze de vriendschap tussen een wit meisje en iemand met een Marokkaanse achtergrond. Michael De Kock schreef het scenario, maar dat diende herschreven te worden tijdens het zoeken naar de acteurs door casting director Rebecca Van Unen. Uit de workshops bleek dat het script niet matchte met de beleveniswereld van de gekozen acteurs. Hetzelfde gebeurde bij haar jongste film Aller/Retour waar de Guinese acteur zich niet altijd kon terugvinden in wat hij als transmigrant moest doen in de film. Volgens Dorothée Van Den Berghe is film draaien vooral een verhaal samen vertellen.
Raf Butstraen
Met decennia filmgeschiedenis op de teller is voormalig filmcriticus Raf Butstraen de geknipte man om het laatste filmnieuws te fileren voor Film Fest Gent.