FFG Classics ontleed: Deutschland bleiche Mutter
Deutschland bleiche Mutter (1980)
Met Deutschland bleiche Mutter tekent Helma Sanders-Brahms een van de meest radicale en onthutsende kronieken van nazi-Duitsland, de oorlog en de wederopbouw. Het is ook de enige film van Sanders-Brahms die in het buitenland een bescheiden commercieel succes scoorde. De titel is ontleend aan een profetisch gedicht van Bertolt Brecht uit 1933 waarmee de film ook opent en waarmee deze auteur de zwartste bladzijden uit de Duitse geschiedenis aankondigde. De cineaste vertelt de collectieve geschiedenis van het oorlogsverleden van haar land aan de hand van de belevenissen van een doodgewoon echtpaar: Hans (Ernst Jacobi) en Lene (Eva Mattes) staan model voor zo vele Duitsers die dromen van een vreedzaam bestaan, maar hun hele leven verwoest zien door de Krieg en de denazificatie. Hun bruiloft is net achter de rug als Hitler Polen binnenvalt en de echtgenoot naar het Oostfront wordt gestuurd. Het begin van een lange lijdensweg die ook het gezin danig op de proef stelt.
Wat Deutschland bleiche Mutter uniek maakt ten opzichte van andere terugblikken op het onverwerkte oorlogsverleden is dat het om een intens persoonlijke benadering gaat van de Duitse geschiedenis. De ouders die we zien verkommeren zijn Helma Sanders-Brahms’ eigen ouders. Het kind, Anna, dat tijdens een heftig bombardement op de wereld wordt gezet met de hulp van een vroedvrouw die onvoorwaardelijk in de Führer gelooft, is de cineaste zelf. Sterke beelden - de moeder die haar kinderwagen voort sjouwt op de puinhopen van een verwoest land - stammen uit haar vroegste jeugdherinneringen. Sanders-Brahms maakte deze film terwijl ze zelf zwanger was van haar eerste dochter; ze tekent haar eigen moeder als een Mutter Courage die alle ellende en ontbering met een buitengewone kracht trotseert.
Lene stort pas in wanneer er vrede komt. Door een verlamming verliest ze al haar tanden, is de helft van haar gezicht misvormd en gaat ze voortaan met een gehalveerde zwarte sluier door het leven. Eva Mattes (die vaak in films van Fassbinder te bewonderen was) schenkt een hallucinante dimensie aan dit vrouwenportret. Van een argeloos verliefd wicht evolueert ze tot een wanhopige huissloof wier gelaat een grotesk masker is dat verwijst naar de leugens en de ontkenning tijdens de economische wederopbouw van de Adenauer jaren. (Wiens Wirtschaftswunder-boodschap we op de radio horen, zoals eerder ook Hitler via de radio de huiskamer binnenkwam).
Sanders-Brahms verhult niet dat haar ouders ongeacht hun persoonlijke miserie ook de lafheid incarneren van het Duitse volk dat het Hitlerregime zo niet aanvaardde dan toch gedoogde. Maar als offscreen vertelstem bij de film voegt ze er in een adem aan toe dat haar generatie wellicht alleen beter is omdat ze het voordeel heeft later geboren te zijn.
Sanders-Brahms mengt in haar vertelling het subjectieve en het objectieve, het persoonlijke en het collectieve, de grote en de kleine geschiedenis, fictie en realiteit. Vooral in die laatste tegenstelling krijgen we sterke cinematografische vondsten. Zo laat ze het noodlottig verhaal van haar moeder dialogeren met archiefbeelden die de individuele lotgevallen in een breder historisch perspectief plaatsen. In plaats van de oorlogsscènes te reconstrueren, suggereert ze die via de soundtrack (het aanhoudend bombardement tijdens haar zware bevalling) of archiefbeelden van het verwoeste Berlijn, afkomstig uit Amerikaanse archieven (het waren anno 1980 de eerste kleurenbeelden van de Tweede Wereldoorlog die we in een bioscoop te zien kregen). Tot tweemaal toe laat ze de oude opnamen overlopen in haar fictie verhaal. Van het ‘onschuldige’ archiefbeeld van twee Engelse soldaten, knipt Sanders-Brahms naar een van de wreedste scènes in de film, waarin twee Engelse soldaten Lene verkrachten terwijl haar dochtertje toekijkt. In een andere scène zwerft Lene rond in de ruïnes van Berlijn en praat ze tegen een jongetje uit de newsreels. Wat voor een magisch moment zorgt, dat deze beenharde film best gebruiken kan. Het is ook een van de vele vervreemdingseffecten die je kan verwachten in een film die opent met een gedicht van Bertolt Brecht.
Een ander sterk vervreemdingseffect is een dansscène in het begin van de film. Er wordt gedanst in open lucht, de camera volgt de verliefde paren zonder dat de muziek weerklinkt waarop ze dansen. We horen enkel obsederende piano-akkoorden die al even onheilspellend zijn als de bruinhemden en nazi-officieren die rond de dansers cirkelen.
In haar subjectieve reconstructie van een schuldig verleden kiest de cineaste voor een sobere, gestileerde aanpak, zonder spektakelzucht. Een sterk voorbeeld daarvan is een massa executie op een zandheuvel, door de cineaste samengebald in één spannend shot van de gevangenen die de heuvel op wandelen, stilstaan en neergemaaid worden door een onzichtbaar vuurpeloton.
De hele film is een evenwichtsoefening van stilering en naturalisme, dat laatste blijft vooral voorbehouden voor fysieke beproevingen: de geboorte van Anna; de lichamelijke aftakeling van Lene; haar gruwelijk bezoekje aan de tandarts die één voor één al haar tanden trekt; Anna die haar ontlasting doet op het tapijt van rijke familieleden; sommige archiefbeelden die bloedrood kleuren.
Soms slaat de toon van de film brutaal om, van groteske karikatuur tot allegorie, zoals in de lange tocht door het woud waarbij Lene aan haar dochtertje een sprookje van Grimm vertelt. De Duitse critici boorden de film bij de première op de Berlinale van 1980 de grond in, met als grootste bezwaar precies wat de film uniek en belangrijk maakt: de subjectieve vrouwelijke kijk op de recente geschiedenis. Het gevolg van deze vijandige reactie was dat de film bij zijn bioscoop release 30 minuten werd ingekort. Gelukkig werd hij zes jaar geleden gerestaureerd en teruggebracht tot zijn originele lengte (151 minuten).
Met Eva Mattes, Ernst Jacobi, Elisabeth Stepanek, Anna Sanders.
SANDERS-BRAHMS, HELMA (1940-2014)
Geboren in Emden. Behaalde haar baccalaureaat aan de school voor Dramatische Kunsten. Studeerde vervolgens Duitse en Engelse letteren. Gaf een tijdlang les op een technische school en was ook televisie-omroepster bij de WDR. Vanaf 1969 maakte ze kortfilms en documentaires. Aanvankelijk ging ze als Helma Sanders door het leven maar ze voegde er een andere naam aan toe om niet verward te worden met collega cineaste Helke Sander. De keuze viel op Brahms uit bewondering voor de gelijknamige componist en omdat het ook de naam was van een verzetsheld in de familie.
Samen met Margarethe von Trotta en Ula Stöckl hoort Helma Sanders-Brahms tot de nu vergeten toonaangevende vrouwelijke cineasten uit de hoogdagen van de Duitse auteurscinema. Ze liet voor het eerst van zich spreken met de televisiefilm Shirins Hochzeit (1976) over een Turkse gastarbeidster in Keulen en maakte ook een fraaie ingetogen biopic over Heinrich von Kleist. Haar internationale doorbraak in het arthousecircuit met Deutschland bleiche Mutter (1980) was slechts van korte duur: haar latere films gingen meestal in het buitenland onopgemerkt voorbij.
Sinds haar debuut in 1970 maakte ze bijna elk jaar een nieuwe film, een opmerkelijke prestatie als we weten hoe moeilijk het was voor een vrouwelijke regisseur om een film gefinancierd te krijgen en hoe weigerachtig de Duitse crews - een mannenclubje - waren om mee te werken aan een door een vrouw geregisseerde film.
Ze bleef later geregeld tv-films maken. De onderwerpen van haar films hebben vaak te maken met de rol van de vrouw in de maatschappij; de slechte arbeidersvoorwaarden vooral bij de immigranten die hun bijdrage leveren aan het industriële Duitsland; aliënatie en mentale stoornissen. Haar sociale bewogenheid is vrij van dogma’s. Ze maakt in haar films zowel gebruik van fictie als documentaire technieken en vaak lopen de twee door elkaar. Zoals haar feitelijke beschrijvingen van het alledaagse leven ook een vlucht kunnen nemen in de fantasie.
Patrick Duynslaegher
Ticets kopen voor deze film kan hier. De film is bovendien ook beschikbaar op ons online VOD-platform.