FFG Classics ontleed: Die Zärtlichkeit der Wölfe
Die Zärtlichkeit der Wölfe (1973)
Over de ontstaansgeschiedenis van deze omstreden film van Ulli Lommel citeer ik een interview dat ik in 1985 afnam van Fassbinders getrouwe Kurt Raab. Als acteur en/of decorontwerper werkte hij jarenlang samen met Fassbinder (ze woonden zelfs een tijdje samen), tot hij zoals zovelen uit Fassbinders entourage in ongenade viel.
‘Fassbinder wilde altijd de meester zijn en alles en iedereen onder de duim houden. In 1970 schreef ik in ’t geniep Die Zärtlichkeit der Wölfe, ver weg van Fassbinder, in het huis van mijn moeder. Vrienden van mij kregen het script onder ogen en vertelden dit door aan Fassbinder. Hij vroeg me om het script te lezen, feliciteerde me, bracht correcties aan en zei prompt dat hij het zelf ging produceren. Ik wilde de regie doen, maar dat mocht niet. Ik moest de hoofdrol spelen en Ulli Lommel moest regisseren. Hij nam alle beslissingen in mijn plaats.’
Die Zärtlichkeit der Wölfe is gebaseerd op de waargebeurde geschiedenis van de lustmoordenaar Fritz Haarmann - berucht als de weerwolf van Hannover. Volgens officiële rapporten vermoordde hij tussen 1918 en 1924 minstens vierentwintig jongens (het konden er ook veertig geweest zijn) aan wie hij zich eerst vergreep om ze daarna in stukken te snijden en als varkensvlees op de zwarte markt te verkopen. De politie hield hij op afstand door hen om te kopen en informant te spelen. Zo werden mindere misdaden bestraft en kreeg hij bijna een vrijgeleide om zijn lusten bot te vieren. Een kaalgeschoren Kurt Raab speelt deze griezel als een mix van Nosferatu, Sweeney Todd en Peter Lorre’s kindermoordenaar in M. Maar voor de rest heeft Die Zärtlichkeit der Wölfe (ondanks een visuele hommage waarin Lommel enkele camerastandpunten van Lang citeert) weinig te maken met de klassieker van Fritz Lang uit 1931, waarvoor trouwens een andere moordenaar model stond, een tijdgenoot van Haarmann: Peter Kurten, beter bekend als de vampier van Dusseldorf.
Regisseur Ulli Lommel, tot dan toe bekend als Fassbinder-acteur van het eerste uur (hij vertolkte al een hoofdrol in Fassbinders debuutfilm Liebe ist kälter als der Tod uit 1969), breekt in zijn tweede film ook resoluut met elke invloed en traditie van Lang. Hij peilt niet naar de psychologische drijfveren en sociale condities die deze misdaden mogelijk maakten, hij moraliseert ook niet over het kwaad in de mens. Wat doet hij dan wel? Zijn film is een nuchtere vaststelling, een onbewogen reconstructie van extreem afwijkend gedrag met inbegrip van gruwelijke daden. Over een immorele moordenaar heeft Lommel consequent een amorele film gemaakt. De banale barbarij die we zien behoeft trouwens geen toegevoegd moreel oordeel. De feiten spreken voor zich. De stilzwijgende onverschilligheid of medeplichtigheid van zijn omgeving ook. Haarmann verkocht ook de laarzen en de kleren van zijn slachtoffers. ‘U hebt vast heel wat laarzen te verkopen, Mr.Haarmann,’ merkt de plaatselijke schoenmaker op. En de aardige oude dame (Brigitte Mira) die een restaurant bestiert, stelt geen vragen bij het rood vlees dat Haarmann aan kortingsprijzen te koop aanbiedt. De sensationele, huiveringwekkende, ontroerende en groteske momenten zijn talrijk en vloeien ongemerkt in elkaar over omdat ze in dezelfde neutrale toon opgediend worden. Gezien Lommel alle psychologie en sociologie weert, wordt Haarmann ook op geen enkele manier gehumaniseerd en wordt de film voortgedreven door zijn eigen meedogenloosheid. Die Zärtlichkeit der Wölfe dateert overduidelijk uit een periode waarin serial killer-films nog geen genre vormden waarin het grotesk morbide als entertainment werd gepresenteerd, een trend die ingezet werd met Jonathan Demmes The Silence of the Lambs (1991). Het is een akelige karakterstudie waarin de protagonist geen superieur wezen is dat one liners spuit en dure Chianti proeft, maar gewoon een zieke klootzak is.
Naast het spelen van de hoofdrol, schreef Kurt Raab ook het scenario en tekende hij voor de decors (een job die hij voor veel Fassbinder-films bleef doen). Ondanks de drie functies die hij combineerde, hangt nog altijd de verpletterende schaduw van producer Fassbinder over de film. Dat merken we aan de nadrukkelijke theatraliteit, de distantiëringstechnieken, de voorliefde voor decors die tegelijk simpel en significant zijn, de rolbezetting met al zijn fetisj acteurs (naast Kurt Raab ook Margit Carstensen, Ingrid Caven, Brigitte Mira, El Hedi ben Salem, Rosel Zech, Irm Hermann, Peter Chatel, Karl Scheydt en de meester zelve als een pooier), de fotografie van Jürgen Jürges, de score van Peer Raben, de montage van Franz Walsch (het pseudoniem waarmee Fassbinder steevast de films signeerde die hij zelf monteerde).
Lommel van zijn kant die maakt dankbaar gebruik van de typische Fassbinder stijl van acteren: theatrale bewegingen, declameren van dialogen, geforceerde gelaatsuitdrukkingen, fysieke extravaganties. De opzet van het decor en hoe het decor in beeld wordt gebracht, heeft echter geen theatrale dimensie zoals bij Fassbinder (acteurs die op en af gaan, worden ‘voorgesteld’ alsof ze op een podium staan) maar refereert aan de esthetiek van de oude studio-films met hun diepe schaduwen, schaars belichte kamers en opzichtige nachtclubs.
Omdat Weimar Duitsland te duur was om te reconstrueren, is de film verplaatst naar de zwarte markt tijd van de jaren veertig in het Ruhr-gebied. Met succes: de schrijnende armoede druipt van het doek. De akelig verlichte treinperrons en donkere straten en steegjes zijn valstrikken waar de potentiële slachtoffers bijna blind in trappen. Maar er zijn ook veel anachronismen (minder gewild dan te wijten aan het krappe budget) die de juiste situering in de tijd vaag houden en mee een gevoel scheppen van afstandelijkheid en onbetrokkenheid.
De scènes waarin de massamoordenaar zijn slachtoffers, vaak weggelopen minderjarigen en jeugdige boefjes, naar zijn zolder lokt, hen dronken maakt, uitkleedt, misbruikt vooraleer ze met een beet in de halsslagader te doden, te villen, in stukken te snijden om hun vlees aan een restaurant te verkopen, zijn zeker niet bestemd voor gevoelige zielen.
Lang voor The Silence of the Lambs (1991) maakten regisseur Ulli Lommel en scenarist/hoofdrolspeler Kurt Raab al de dubieuze (en ideologisch verwerpelijke) associatie tussen serial killer en homo/transseksueel. Als provocerende ‘politiek incorrecte’ film avant la lettre werd Die Zärtlichkeit der Wölfe niet overal goed ontvangen; diverse homo-organisaties, zoals de werkgroep die ijverde voor wetsherziening wat de beteugeling van homoseksualiteit betreft, keerden zich tegen de film en organiseerden manifestaties waar hij vertoond werd.
Het spreekt vanzelf dat een film als Die Zärtlichkeit der Wölfe in het huidige klimaat van ‘politiek correct’ opbod niet meer zou kunnen gemaakt worden.
[IMG]
Met Kurt Raab, Jef Roden, Wolfgang Schenk, Christoph Eichhorn, Jürgen Prochnow, Margit Carstensen, Brigitte Mira, Ingrid Caven, Hannelore Riefenbrunner, Rainer Werner Fassbinder, Rosel Zech, Irm Hermann, Peer Raben, Peter Chatel, Karl Scheydt.
Lommel, Ulli (1944-2017)
Geboren in Zielenzig, Duitsland (nu Polen) als zoon van een Duitse komiek, Ludwig Mandfred Lommel. Volgde les aan de UFA-filmschool in Berlijn. Nadat hij al in 22 televisiefilms en 18 bioscoopfilms had gespeeld vervoegde hij het Anti-theater collectief van Fassbinder dat een aantal prominente Duitse acteurs lanceerde, zoals Hannah Schygulla en Margit Carstensen. Toen RWF de overstap maakte naar de film was Lommel een van zijn kernmedewerkers. Hij werkte tien jaar met Fassbinder, acteerde niet enkel in 16 Fassbinder producties (waaronder Liebe ist kälter als der Tod, Whity, Warnung vor einer heiligen Nutte, Fontane Effi Briest) maar deed ook dienst als producer, regie-assistent en production designer. Vaak was hij de mooie jongen tot hij er door zijn teruglopende haarlijn snel iets minder aantrekkelijk uitzag en hij zijn geluk als filmregisseur probeerde. In zijn regiedebuut Haytabo (1971) gaf hij de hoofdrol aan Eddie Constantine, een Franse ster op zijn retour die hij had leren op de set op de Italiaanse set van Fassbinders Warnung vor einer heiligen Nutte (1970) waar ze beiden in speelden. Zijn mentor produceerde in 1973 de tweede film die hij regisseerde, Die Zärtlichkeit der Wölfe.
Hij maakte nog twee films in Duitsland waaronder de camp-klassieker Adolf und Marlene, over de liefde van Hitler voor Marlene Dietrich. Kurt Raab speelt de Führer (en deed de production design), Margit Carstensen is Marlene en Ulli Lommel is Joseph Goebbels. Fassbinder produceerde, speelde een kleine rol naast de vele acteurs uit zijn vaste gezelschap (Harry Baer, Volker Spengler, Brigitte Mira, Hark Bohm, Armin Meier) en ook zijn vaste cameraman Michael Ballhaus was van de partij.
Na de bedenkelijke Duitse komedie Ausgerechnet Bananen (1978) verkaste Lommel naar Amerika waar hij in The Factory van Andy Warhol aanbelandde. In twee films van Lommel, Cocaine Cowboys uit 1979 en Blank Generation uit 1980 speelde de Prins van de Pop en de Paus van de Underground zelf een kleine rol. Van de Fassbinder ménagerie naar de Factory van Warhol was misschien een grote sprong, maar Fassbinder en Warhol hadden ook iets met elkaar gemeen: beiden bemoeiden zich met het privéleven van hun medewerkers, sterren en acolieten. De manier waarop Cocaine Cowboy tot stand kwam had ook iets Fassbinder-achtig. Lommel schreef het scenario samen met Tom Sullivan, een ‘charmante’ cocaïnesmokkelaar. Volgens Warhol-biograaf Victor Bockris was ‘de onontwikkelde en ruwe Sullivan naar New York gekomen om zich met twee miljoen dollar op zak eens grondig te amuseren.’ Warhol verhuurde zijn landhuis op Montauk aan Sullivan die het als locatie gebruikte voor Cocaine Cowboy, een film die Bockris, nochtans ook co-scenarist, beschrijft als ‘het dieptepunt van Andy’s activiteiten op filmgebied'.
Na zijn korte Warhol-periode had Lommel in de marge van de commerciële industrie een bijzonder productieve carrière, met niet minder dan 64 bioscoopfilms, tv-films, documentaires en videoclips op de teller, nagenoeg allemaal titels waar u nog nooit van zal gehoord hebben, zonder dat u ook maar iets gemist hebt. Toch enkele titels: The Boogey Man (1980) zijn grootste hit aan de kassa; Olivia (1983); Boogeyman II (1983); Strangers in Paradise (1984); Marylyn, My Love (1994); September Song (2002). In 2004 richtte hij in Venice, Californië, zijn eigen repertoire groep op en maakte met dit gezelschap 16 genrefilms. In 2008 werkte met de film Absolute Evil voor de laatste keer samen met zijn favoriete acteur David Carradine.
In 2018 maakte hij nog een film over zijn ervaringen met Warhol op het eind van de jaren 1970: Factory Cowboys: Working with Warhol.
Uiteindelijk zal Lommel enkel herinnerd worden door die ene film, Die Zärtlichkeit der Wölfe, een van de echte cult-films uit de Neue Deutsche Welle.
Patrick Duynslaegher