Grote levensvragen in Cannes

60801754 2412962102058045 4341869215045648384 o
Nieuws 22 mei 2019
De 72ste editie van Cannes is iets over halverwege en op de breuklijn werd ‘Le Jeune Ahmed’ van de gebroeders Dardenne vertoond. Tot dusverre beantwoordt Cannes aan de verwachtingen met goede genre- en militante films, met een mooie Almodovar en opnieuw een knappe Terrence Malick.

Te oordelen naar de ratings van de internationale pers maken de gebroeders Dardenne met hun ‘Le Jeune Ahmed’ weinig kans op een derde Gouden Palm. Met een gemiddelde van 2,4 op 5 zitten ze in de onderste dichtbevolkte regionen van de dagelijkse door het vakblad Screen International gepubliceerde tabel. Daarbij valt het verschil in waardering op tussen de filmvakbladen en de andere recensenten. Met een poor waardering van Time Magazine op kop.

Toch wordt de achtste competitiefilm van de gebroeders Dardenne in Cannes als een gebeurtenis en als een blij weerzien omschreven. De dertienjarige geradicaliseerde Ahmed hoort thuis in de rij van ‘Rosetta’, ‘L’Enfant’, ‘Le Gamin au Vélo’ maar verschilt er grondig van. Ahmed is niet iemand voor wie we direct sympathie opvatten. Zijn plan om zijn lerares naar het leven te staan omdat ze omgaat met een jood en om nog andere redenen onzuiver genoemd wordt, is zo radicaal dat het volgens The Hollywood Reporter iets Terminator-achtig wordt. Voor Screen International is de film een doordacht en meeslepend sociaal-realistisch drama en na het ontgoochelende ‘La Fille Inconnue’ een terugkeer naar het voorplan. Vakblad Variety heeft het over de gebroeders Dardenne als efficiënte verhalenvertellers en noemt ‘Le Jeune Ahmed’ hun meest controversiële film. Samen met Variety stellen velen zich inderdaad vragen over het waarom van Ahmeds radicalisering en hebben bedenkingen over de onmacht van de omgeving tegenover een Ahmed die aan alles en iedereen ontglipt.

Flexi-jobs

Aan vergelijkingen met ‘Sorry We Missed You’ van Ken Loach ontbreekt het niet. Waar de gebroeders Dardenne in het geval van Ahmed de machteloosheid van de maatschappij beschrijven, wijst Ken Loach de maatschappij met de vinger. Die is sociaal-economisch zo geëvolueerd dat ze mensen vermaalt en weinig kansen biedt op een normaal gezinsleven. In zijn jongste film, die slechts één voorbeeld is onder de vele militante films die hier worden vertoond, heeft Ken Loach het niet begrepen op de zogenaamde klusjeseconomie of de flexuren.

Neem nu het gezin van Ricky, zijn twee kinderen en zijn vrouw Abby, zegt Ken Loach. Ricky heeft het gehad met alle jobs die hij uitvoerde en hem niets opleverden. Daarom wil hij het als zelfstandige proberen. Om pakjesbezorger te worden kan hij ofwel een bestelwagen huren van de firma of er zelf een kopen. Dat laatste lijkt hem het voordeligst, al moet hij daarvoor de auto van zijn vrouw die bejaardenverzorgster is verkopen. Zij zal wel haar cliënten met de bus bezoeken. Ricky komt echter in een tredmolen terecht waarin hij nauwelijks naar adem kan happen. Alles moet steeds sneller en efficiënter want zijn baas wil met zijn afdeling aan de top van het bedrijf blijven. Tot overmaat van ramp pubert de zoon en daarbij hoort spijbelen en graffiti spuiten. Dat levert zowel problemen om met de school als met de politie. Abby moet een en ander oplossen en dat lijdt tot spanningen in het gezin. Dochter Liza Jane kijkt een en ander met lede ogen aan.

Net zoals ‘I, Daniel Blake’ speelt de jongste film van Ken Loach zich af in Newcastle en is ‘Sorry We Missed You’ een nog verder doorgedreven ‘I, Daniel Blake’. De regisseur heeft het duidelijk niet begrepen op het zogenaamde caring capitalism van Tony Blair en co die door flexi-jobs iedereen aan het werk willen krijgen om zo een plaats in de maatschappij te verwerven. Net als in zijn beste films slaagt Ken Loach erin om mensen van vlees en bloed neer te zetten en schopt hij door zijn scherpe maar wat op de spits gedreven analyse de toeschouwer een geweten. Maar of hem dat een derde palm zal opleveren, is, net als bij de gebroeders Dardenne, nog maar de vraag. Zijn Screen International rating is 2,5.

Eensgezindheid

Deze rating heeft overigens geen voorspelbaarheidswaarde. Meer dan eens wijkt het palmares grondig af van de mening van tien internationale critici. Maar als de jury zaterdag de Gouden Palm aan ‘Dolor y Gloria’ van Pedro Almodovar zou toekennen is er eensgezindheid tussen jury, critici én het publiek. In de al in de bioscoop lopende film, ‘Dolor y Gloria’ kijkt de beroemde Pedro Almodovar terug op zijn carrière, zijn vriendschappen, zijn werk met acteurs en actrices en vooral op zijn relatie met zijn moeder.

Zoals de titel suggereert is de carrière van regisseur Salvador Mallo, het alter ego van Pedro Almodovar, getekend door roem en pijn. Hij was een gevierd regisseur maar ten koste van veel fysieke en andere meer geestelijke pijn. Met het ontdekken van het filmmedium ging een wereld voor hem open en als kind wist hij uiteraard niet waar hem dat nog zou brengen. Er zijn herinneringen aan de eerste liefdesbreuk. Een acteur met wie hij in conflict raakte, zoekt hij opnieuw op. Kenners van het oeuvre van Almodovar zullen ‘Dolor y Gloria’ savoureren, anderen zullen genieten van een prachtige, ontroerende bezinningsfilm.

Sociale parabel

Bovenvermelde films hebben ons in Cannes verlost van de aangekondigde zombies. Ze waren in grote getale aanwezig in de openingsfilm ‘The Dead Don’t Die’ van Jim Jarmusch. Met de klinkende naam van de regisseur en zijn cultstatus waren de verwachtingen hoog gespannen maar de beloofde komische twist in het griezelgenre bleef uit. Jarmusch putte gretig uit eigen werk en dat van George Romero in een verhaal over twee agenten die op een avondlijke patrouille plots met merkwaardige fenomenen worden geconfronteerd. Het wordt niet donker, uurwerken vallen stil, want de aarde is wat uit haar as geraakt. Met als gevolg dat ook de doden uit hun graf opstaan. Jarmusch zorgt voor wat binnenpretjes maar de film ontaardt in één orgie van koppensnellerij van tientallen lijken die opnieuw tot stof en as wederkeren. Zij rusten nu in vrede.

In ‘Atlantique’ van Mati Diop kwamen er ook doden opnieuw tot leven maar deze debuutfilm is van een gans andere soort dan die van Jarmusch. De film speelt zich af in Dakar waar een grote toren wordt gebouwd. Corruptie is er schering en inslag. Een van de arbeiders Souleiman trekt er onderuit en keert op een dag terug om er in de buurt te spoken. Alles speelt zich af met de oceaan als achtergrond en het laat zich raden wat er met Souleiman en zijn vrienden gebeurd is. Deze sociale parabelfilm is een teken van de opstanding van de Afrikaanse film. Er kan op dat vlak gerust van een thematische trend worden gesproken op het festival.

Ingewikkeld scenario

Van die andere trend, genrefilm, kon er ook al worden geproefd. De Chinese bijdrage ‘The Wild Goose Lake’ van Diao Yinan is uiteindelijk toch in Cannes geraakt en heeft het gemis van de jongste film van Zhang Yimou in Berlijn alleen nog maar erger gemaakt. Waar Zhang Yimou het over de vermaledijde Culturele Revolutie heeft, zorgt Yinan voor een vrijblijvende gangsterfilm. Er is nauwelijks een verhaal maar het gaat over een gangster die op de vlucht is en op wiens hoofd een prijs is gezet. De in het nauw gedreven gangster zorgt ervoor dat het tipgeld bij zijn vrouw belandt. Bijwijlen krijgt het geweld in de film een komische dimensie en stilistisch is ‘The Wild Goose Lake’ qua kleur en compositie tot in de puntjes verzorgd.

Met de Chinese gangsterfilm heeft de Roemeense cineast Corneliu Porumboiu met zijn ‘The Whistlers’ het vrij ingewikkelde scenario gemeenschappelijk. Het speelt zich af op het Spaanse eiland La Gomera waar bepaalde mensen zich niet van gewone taal bedienen om met elkaar te communiceren maar zich fluitend uitdrukken. Een gimmick zoals een ander en vol met grapjes om de toeschouwers te entertainen. In een bepaald hotel wordt bijvoorbeeld aan de receptie alleen klassieke muziek gedraaid. De Baccharole van Offenbach weerklinkt er te pas en vooral te onpas. Ook in deze film wordt er flink geschoten en geknald en alles eindigt in Singapore. De regisseur die een paar uitstekende arthousefilms op zijn actief heeft, gooit het roer deze keer om en streeft er blijkbaar naar dat het publiek handenklappend de zaal verlaat. Net zoals dat bij het Nieuwjaarsconcert van de Wiener Philharmoniker het geval is. Moet kunnen.

Grote levensvragen

Een ander soort handengeklop volgde op de voorstelling van ‘A Hidden Life’ van Terrence Malick. Hij laat, zoals aangekondigd, dit keer zijn rondjes draaiende camera achterwege bij het verhaal van Franz Jägerstätter die als Oostenrijks soldaat in het begin van de Tweede Wereldoorlog weigerde de eed van trouw aan Hitler af te leggen. Malick gebruikte bij het schrijven van het script de correspondentie van Franz en diens vrouw. Zoals weinigen slaagt Malick erin om het natuurkader weer te geven waarin Franz zijn geliefde ontmoet en beiden gelukkig worden en drie kinderen krijgen. De oorlog omwoelt hun ganse leven en Franz wordt door de Duitsers gevangen genomen en naar Berlijn over gebracht. Zijn weigering om de eed van trouw af te leggen, brengt hem voor de krijgsraad die hem ter dood veroordeelt. Op voorstellen van de Duitsers, een ervan wordt vertolkt door Matthias Schoenaerts, om aan de dood te ontsnappen door bijvoorbeeld in een ziekenhuis te werken, wil Jägerstätter niet ingaan.

De drie uur durende film kan zeker wat korter maar we zien hier opnieuw de maker van ‘The Tree of Life’ terug. Wat een film! Een die de grote levensvragen durft stellen: waarom leven wij, zien wij elkaar ooit terug, wie of wat zijn wij in een groot historisch geheel. ‘A Hidden Life’ doet zijn titel gestand want Franz Jägerstätter is geen bekend historisch figuur en of hij een steen in een rivier heeft verzet is lang niet zeker. Op zijn manier wel, natuurlijk. Hij is er zelfs zalig voor verklaard, maar dat brengt Terrence Malick niet ter sprake.