- ...
- home
- nieuws
- haal er ...
Haal er de kritische kanttekeningen uit en 'Loro' zou door Berlusconi zelf gemaakt kunnen zijn.
Het leven van extravagante politici die ons tegelijk afstoten en fascineren is kennelijk gesneden koek voor Sorrentino, zoals hij al bewees met 'Il Divo' (2008) waarin hij een vernietigend portret schilderde van de ultieme machtspoliticus Giulio Andreotti die deelnam aan 33 regeringen en zevenmaal minister-president was.
Ik heb het niet zo begrepen op de meeste films van Paolo Sorrentino. 'Loro' is echter een schot in de roos.
Net als Edgar Allen Poe wordt Sorrentino aangetrokken door het duistere en het morbide. Dit maakte hem de ideale regisseur om een film te wijden aan Andreotti, de schimmige bultenaar uit de occulte kamertjes van de naoorlogse Italiaanse politiek. Il Divo was een maniëristisch festijn waarin de voorzitter van de Democrazia Cristiana als een doodsbidder door barokke paleizen schuifelde tijdens een door terreur getroffen sleutelperiode uit de Italiaanse geschiedenis.
Op een gelijkaardige manier is Sorrentino met 'Loro', zijn film over de ondernemer-politicus Sergio Berlusconi, opnieuw in topvorm. Dit keer geen duisternis troef maar zonovergoten beelden en spetterende kleuren in dit sfeerbeeld van de nouveau riche vulgariteit en drugs en seksfuiven uit het Italië van Berlusconi, de in de politiek getuimelde mediamagnaat die in ruime mate het Italiaanse televisielandschap om zeep hielp.
Dit keer geen duisternis troef maar zonovergoten beelden en spetterende kleuren in dit sfeerbeeld uit het Italië van Berlusconi, de in de politiek getuimelde mediamagnaat die in ruime mate het Italiaanse televisielandschap om zeep hielp.
Sorrentino, zelf niet vies van een potje veredelde Kitsch ('Youth', anybody?) en zelf een meester van tape à l’oeil blijkt inderdaad de gedroomde regisseur te zijn om met zijn gulzige parvenu cinema de bling bling van Berlusconi naar film te vertalen. Haal er de kritische kanttekeningen uit en 'Loro' zou door Berlusconi zelf gemaakt kunnen zijn.
Sorrentino benadert zijn onderwerp via een omweg. De protagonist blijkt aanvankelijk niet Il Cavaliere te zijn, maar een zekere Sergio (Riccardo Scarmacio), een ritselaar die zelf party’s organiseert en bij zijn buurman in de gratie probeert te komen door hem de wellustige bimbo’s te leveren waar de zakenman zo tuk op is. Danig onder de indruk van de chique, decadente feesten op Berlusconi’s uitgestrekte landgoed in Sardinië, hoopt Sergio dat het Berlusconi-effect op hem zal afstralen.
Haal er de kritische kanttekeningen uit en 'Loro' zou door Berlusconi zelf gemaakt kunnen zijn.
De film moet het niet hebben van evidente dramatische spanningsbogen, maar capteert de lifestyle van Berlusconi (opnieuw een prima vertolking van Sorrentino’s fetisj-acteur en kameleon Toni Servillo) en zijn volgelingen in de periode 2006-2009 als één lange feestroes. Er trekt een stoet voorbij van mooie vrouwen (schaars gekleed of helemaal opgetut), mooie mannen, mooie villa’s, mooie zwembaden, mooie grasperken, mooie tuinmeubelen, mooie kleren, mooie kleuren, mooie borsten, mooie billen. De flamboyante, zinnenprikkelende tableaus mogen dan op een driedimensionale versie lijken van Mario Testino’s fotoboek voor Taschen, het hedonistisch vertier is zeker niet opwindend, veeleer leeg en nogal afstompend.
De flamboyante, zinnenprikkelende tableaus mogen dan op een driedimensionale versie lijken van Mario Testino’s fotoboek voor Taschen, het hedonistisch vertier is zeker niet opwindend, veeleer leeg en nogal afstompend.
Berlusconi staat voor een kijk op het leven die alles en iedereen, maar vrouwen in het bijzonder, als handelswaar ziet, daarbij een voorspelling waarmakend die Pier Paolo Pasolini al in de vroege jaren zeventig maakte: Berlusconi, de mens en het merk, zijn de vleesgeworden incarnatie van wat Pasolini profetisch beschreef als het tot object herleiden van het individu als ultiem streefdoel en gevolg van een op hol geslagen consumptiemaatschappij.
Er hapert soms iets aan de opbouw van 'Loro', misschien omdat het een ingekorte versie van 2u30 betreft die de regisseur monteerde uit twee films, 'Loro 1' en 'Loro 2', van elk ongeveer 1u40, die alleen in Italië werden uitgebracht. In de voor het buitenland bestemde versie duurt het bijna een uur vooraleer Berlusconi ten tonele verschijnt en dan nog onverwacht in een historisch kostuum getooid, iets waarmee hij zijn verveelde echtgenote wil verrassen.
Opmerkelijk is hoe mild Sorrentino uiteindelijk is voor Berlusconi. Het doet een beetje denken aan Oliver Stone die na zijn met Kennedy dwepende 'JFK' nog twee andere presidentsportretten maakte, dit keer van figuren waarvan we dachten dat er geen spaander zou van overblijven. Maar nee, Stone bleek bijzonder begripvol te kijken naar twee door hem gehate presidenten: in 'Nixon' borstelde hij een empathisch portret van Tricky Dick en in 'W.' wrong hij zich in allerlei bochten om toch maar geen pamflet te maken over George W. Bush.
Opmerkelijk is hoe mild Sorrentino uiteindelijk is voor Berlusconi.
Het overkomt nu ook Sorrentino, die met Loro zeker niet de vlammende en messcherpe satire maakte die velen verwacht hadden. Berlusconi is niet louter het monster van arrivisme en corruptie, maar een zielige, wat meelijwekkende man die ondanks de schone schijn, de faceliften en de glanzende haarimplantaten de mantel wordt uitgeveegd door een jonge vrouw die ongevoelig blijft voor zijn charmeoffensief. Met als ultieme doodsteek dat hij haar aan de pathetische versie van haar grootvader doet denken. Ook wanneer Berlusconi’s vrouw eindelijk haar biezen pakt, geeft ze een vernietigende analyse van hun huwelijk en zijn ego. En als hij van de president een uitbrander krijgt omdat hij geen manieren heeft bij bezoeken van buitenlandse prominenten, wordt Berlusconi bijna een berispte kwajongen. Ik kan volmondig beamen wat Little White Lies schreef over Sorrentino’s softe benadering: "Watching the director grapple with his own masochistic desire to sympathise with the devil is fascinating stuff."
Ik kan volmondig beamen wat Little White Lies schreef over Sorrentino’s softe benadering: "Watching the director grapple with his own masochistic desire to sympathise with the devil is fascinating stuff."
'Loro' besluit met de naweeën van de aardbeving die in 2009 het historische stadje L’Aquila van de kaart veegde. Berlusconi bezoekt de plek van de ramp, praat met de slachtoffers en belooft een nieuw gebit aan een oud vrouwtje dat haar tanden verloor, een gebit dat ze later in luxe-verpakking in haar nieuwe appartement vindt. Het laatste symbolisch shot van de ontredderde hulpverleners en brandweerlieden bij de verwoeste stad liegen er niet om: dit is niet alleen de puinhoop na de ramp maar ook de puinhoop die Berlusconi van Italië maakte.