'Het festival is gids in snel evoluerend filmlandschap'
Als 50-plussers weet het duo hoe het is om vijftig kaarsjes uit te blazen. “Al is het best vreemd”, zegt Marijke Vandebuerie. “Vijftig worden als festival is net heel positief. Het geeft veel voldoening, omdat je kan bogen op alles wat er de voorbije decennia is verwezenlijkt en je beseft wat je betekent hebt voor veel mensen. Terwijl … vijftig worden als mens … Da’s toch net iets anders. Geen idee of je dat meteen positief ervaart,” lacht ze.
Vandebuerie is al vijf jaar de Algemeen Directeur van het festival en werkt nauw samen met Wim De Witte, die sinds 2019 als Programmadirecteur eindverantwoordelijk is voor de programmakeuzes van Film Fest Gent. De Witte is al jaren actief bij het festival en heeft het dan ook van nabij zien groeien. “Het is fantastisch om te zien dat we doorheen de jaren altijd meer en meer mensen zijn gaan bereiken.”
Film Fest Gent is toe aan zijn 50ste editie en is uitgegroeid tot een groot internationaal filmfestival. Hoe zijn de krijtlijnen van FFG geëvolueerd sinds de eerste editie in 1974?
Wim De Witte: De missie van het festival is grotendeels dezelfde gebleven. Nog steeds willen we een staalkaart bieden van kwaliteitsvolle films uit alle continenten die amper een kans krijgen in het reguliere circuit in België.
Marijke Vandebuerie: De krijtlijnen mogen dan dezelfde zijn, het festival is enorm gegroeid. Zowel in aantal films op het programma als in het bereik ervan. Iedereen houdt van film. Alleen, niet iedereen houdt van dezelfde film. Een diverser en uitgebreider programma dan vroeger houdt in dat we meer filmliefhebbers. De kerntaken blijven inderdaad al decennialang overeind. Film Fest Gent staat voor het verspreiden van filmcultuur naar een breed publiek. Tegelijk zijn we een faciliterend platform geworden voor filmmakers en hun werk. Later zijn daar componisten en andere filmmuziekprofessionals bijgekomen. Bovendien is het belang van het filmfestival an sich alleen maar toegenomen. Je zou kunnen denken dat een festival obsoleet wordt in tijden van een overdadig filmaanbod, maar net daarom wordt de functie van een festival als curator nog belangrijker.
Hoe ziet de toekomst eruit voor Film Fest Gent en wat zijn uitdagingen voor de komende jaren?
Wim De Witte: Het festival moet blijven fungeren als een gids in een kunstdiscipline die snel evolueert. Die evoluties vormen tegelijk een grote uitdaging, want als organisatie wil je natuurlijk jaar na jaar alles van nabij volgen en de vinger aan de pols houden. Niet alleen is de filmproductie gigantisch gestegen, er duiken ook nieuwe vormen op die het onderzoeken waard zijn. Denk maar aan VR. Dus die gidsfunctie zal nog belangrijker worden. Zowel voor de mensen, die nu overdonderd worden door het groeiende filmaanbod, als voor de arthousecinema’s en distributeurs die hun programma afstemmen op het festival.
Marijke Vandebuerie: Er is een gebrek aan schermen in België, wat betekent dat heel wat waardevolle films nooit het programma halen van de bioscopen in ons land. En dan is het een uitdaging om met het festival zoveel mogelijk van die films de kans te geven hun publiek te vinden.
Het beleven van film heeft het voorbije decennium grote veranderingen ondergaan. Wat kan een fysiek filmfestival betekenen in een wereld waar streaming meer en meer domineert?
Wim De Witte: Cinema is al ontelbaar vele keren doodverklaard. Toen de televisie kwam, toen VHS kwam, toen dvd en blu-ray kwamen … En nu bij de opmars van streamingdiensten. Cinema heeft al het een en ander overleefd. Dat heeft absoluut te maken met de collectieve beleving. Je zit in een donkere zaal, je kunt niet vooruitspoelen of pauzeren, je voelt de elektriciteit in de lucht hangen … Dan kan je onmogelijk simuleren.
Marijke Vandebuerie: Het heeft ook met focus te maken. Tegenwoordig zijn we met z’n allen veel gemakkelijker afgeleid. Zowat overal haal je zonder nadenken je smartphone boven. In de cinema laat je je volledig onderdompelen. Voor anderhalf uur ben je in de wereld van de film. Corona heeft ook bewezen dat cinema als collectieve filmbeleving helend is in een hyperindividualistische maatschappij. Cinema verbindt mensen en maakt thema’s bespreekbaar. Een festival triggert gesprekken, over allerhande thema’s, of ze nu comfortabel zijn of niet.
Wim De Witte: Een festival biedt ook een volledig ander aanbod dan streamingdiensten, die iets meer een selectie maken op basis van wat de kijker graag ziet. En dan kom je vaak uit bij films die iets conventioneler aanvoelen. Film Fest Gent probeert andersom te denken: welke films zijn waardevol en verdienen een publiek? Voor ons gaat het niet om de commerciële waarde of het vermarkten van een film. Dat is ook de rol die we moeten blijven spelen in het ecosysteem van de filmindustrie.
De maatschappij van 1974 is niet meer die van nu. Hoe zien jullie het profiel van de festivalbezoeker evolueren en hoe kan het festival een divers publiek aanspreken?
Wim De Witte: In de jaren ‘70 was het publiek uiteraard beperkt. Er stonden nu eenmaal niet veel films op het programma. Nu vertonen we zo’n 120 langspeelfilms en een veertigtal kortfilms waardoor we een breed en divers publiek aanspreken. Het is trouwens onze maatschappelijke opdracht om degenen die niet spontaan de weg vinden naar de cinema te laten proeven van de zevende kunst. We moeten daar op blijven inzetten. In het onderwijs is er nog amper aandacht voor cinema.
Marijke Vandebuerie: Met Film Fest Gent zetten we daarom ook in op schoolvoorstellingen en voldoende omkadering, zowel voor leerlingen als voor leerkrachten. In een klas heb je vaak een doorsnede van de maatschappij. Als je daar de basis legt wat betreft filmeducatie, dan zorg je ervoor dat iedereen in contact komt met die kunstvorm, die bovendien een unieke blik biedt op de wereld. Iets anders is ook het overbruggen van disciplines, waar het festival een grote traditie in heeft. We werken samen met S.M.A.K. en Kunstencentrum VIERNULVIER om een kunst- en muziekminnend publiek ook warm te maken voor cinema.
Lukas Dhont, Bas Devos, Felix Van Groeningen & Charlotte Vandermeersch … Vlaamse filmmakers scoren tegenwoordig op grote festivals. Lukas Dhont mocht zelfs meedingen naar een Oscar. Welke rol kan FFG spelen in het mee opleiden en begeleiden van nieuw, jong talent?
Wim De Witte: Elk jaar geven we een stevig filmbad aan studenten. Ze kunnen ontzettend veel films zien met een studentenaccreditatie. Meer nog, ze zijn welkom bij de vele talks en masterclasses waarin ervaren professionals aan het woord komen. Het is een perfecte leerschool.
Marijke Vandebuerie: Ten tweede is er de Belgische Studentenkortfilmcompetitie, waarvan we beseffen dat de selectie een grote verantwoordelijkheid is voor ons. Net als voor elk ander festival trouwens. Een selectie voor zo’n competitie betekent een enorme boost. Je geeft een platform aan jonge filmmakers die net hun eerste stappen zetten in een ongelooflijk competitieve wereld. Daarom zijn ook de ontmoetingen tussen dat jong, lokaal talent en de internationale filmscene van groot belang.
Met de World Soundtrack Awards heeft Film Fest Gent zich op de internationale festivalkaart gezet. In oktober worden de WSAwards voor de 23ste keer uitgereikt. Op naar de 50ste?
Marijke Vandebuerie: Absoluut, want we voelen dat de filmmuziekwereld onder druk staat. En zeker de rol van het symfonische orkest. Het is voor ons zaak om de artistieke waarde van een componist te blijven benadrukken. We strijden al jaren voor de opwaardering van het beroep van componist voor audiovisuele producties. Zo moedigen we bijvoorbeeld regisseurs aan om zo vroeg mogelijk in het productieproces de componist erbij te betrekken. De relatie tussen filmmaker en componist is ook iets wat we sinds vorig jaar aan bod laten komen in ‘Creative Partnerships’. Daarin lichten we via talks en films toe hoe een specifiek duo samenwerkt.
Wim De Witte: Uiteraard ijveren we niet voor films die volgeplamuurd zitten met muziek. We willen vooral aandacht vragen voor muziek, klank én stilte in cinema. Het is net die reflectie die kan leiden tot nog straffere films en nog straffere composities.
Marijke Vandebuerie: Wat de erkenning van filmmuziek betreft, zijn we een pionier geweest. Daar mogen we best trots op zijn. De WSA heeft ons op de kaart gezet, maar nog belangrijker: het heeft de rol van filmmuziek (en dus de componist) op de kaart gezet. We zien ook dat ons initiatief veel navolging heeft gekregen de voorbije twintig jaar. Maar we ambiëren om het belangrijkste platform te blijven voor de internationale filmmuziekindustrie.
Wat mag de festivalbezoeker verwachten van de 50ste editie?
Wim De Witte: Één groot, langgerekt filmfeest! Met meer party’s dan ooit. En natuurlijk opnieuw een uitdagend programma, want dat blijft de essentie.