Jury Berlinale zet Gouden Beer in zijn blootje

Touch me not
Nieuws 27 feb 2018
De matige 68ste Berlinale leverde met de Gouden Beer bekroning van ‘Touch Me Not’ een verrassing van formaat op. Een tocht langs en met het palmares.

Eerst de Brexit, daarna president Donald Trump en nu ‘Touch Me Not’ als Gouden Beer in Berlijn. Peter Bradshaw van de gezaghebbende Britse krant ‘The Guardian’ schuwt de grote vergelijkingen niet. Uiteindelijk heeft hij, puttend uit eigen juryervaringen, wat clementie met de beslissingen van de Berlinale jury maar hij is niet de enige criticus die de Gouden Beer winnaar “onnozel en oppervlakkig” noemt. Zoveel is zeker: de debuutfilm van de Roemeense Adina Pintilie over een vrouw die op zoek is naar het wezen van intimiteit, zintuiglijkheid en seksualiteit verdeelt publiek en kritiek. Beide groepen waren wel evenzeer verrast toen juryvoorzitter Tom Twyker het verdict bekend maakte.

Experiment

De grapjes over een blote Beer begonnen een eigen leven te leiden, commentatoren hadden het ernstiger over een overwinning van het #MeToo-kamp en Tom Twyker zelf had het over een film die de weg naar de toekomst wijst. Of hij het daarbij had over de stilistische mix tussen fictie en documentaire in ‘Touch Me Not’ liet hij in het midden.

“Heb ik je al verteld, waarover de film gaat”, vraagt regisseuse Adina Pintilie aan haar hoofdactrice terwijl ze na enkele minuten een camera in haar film installeert. Via die camera komt de regisseuse tussen in haar eigen film. Het geeft een bevreemdend afstandscheppend effect. En met een dergelijke ingreep verraadt Pintilie een beetje haar achtergrond als directrice van het festival van de experimentele film in Boekarest. Vandaar wellicht ook het dubbele spoor van fictie en documentaire zonder daarbij duidelijke grenzen te trekken.

De therapeutische zoektocht van de vijftigjarige Laura naar genezing van haar aanrakingscomplex brengen we gemakshalve onder bij de fictie. Ze doet daarbij een beroep op onder meer een callboy, een transgender en een sekstherapeut die via aanrakingen gevoelens kanaliseert. Het documentairegedeelte betreft een groep gehandicapten die ook via aanrakingen contact met elkaar krijgen. Vandaar naar een duistere sm-club is voor Pintilie slechts een kleine stap. En als een van de meest gehandicapte personages het dan heeft over het bezoek aan de club als een vorm van kunst, is dat toch even slikken. Dan dreigt de film onder de eigen ernst te kapseizen en raken authentieke goede bedoelingen ondergesneeuwd. Daarmee is het laatste woord over ‘Touch Me Not’ niet gezegd en dankzij de Gouden Beer zal de film, waarbij zeker een derde van de pers de zaal verliet, wellicht toch worden aangekocht.

Katholiek reveil

Het uiterlijkthema leverde niet alleen een Gouden maar ook een Zilveren Beer op. Die ging naar ‘Twarz’ (‘Gezicht’) van de Poolse regisseuse Malgorzata Szmuwoska over Jacek, een machobouwvakker die bij een ongeval zijn aangezicht verliest en de eerste Poolse gezichtstransplantatie ondergaat. Een en ander gebeurt bij het bouwen van het grootste Christusbeeld ter wereld, een beeld dat bedoeld is om de Christusfiguur boven Rio de Janeiro te overtreffen. Jacek wordt nationaal bekend maar moet op zoek naar een nieuwe eigen identiteit.

Voor Szmuwoska een aanleiding om de draak te steken met landgenoten die meer bekommerd zijn om een nieuw katholiek reveil dan om medemenselijkheid. Ook aan die prijs hangt volgens sommigen een #MeToo-geurtje – twee van de vier vrouwelijke regisseurs in de competitie kapen twee hoofdprijzen weg – maar de Zilveren Beer is minder omstreden dan de Gouden. Integendeel.

Gelijkenis

Een derde film ‘Three Days in Quiberon’ waarin het uiterlijke, weliswaar zijdelings, een grote rol speelde en waar velen zelfs een bitcoin hadden op ingezet, ging met lege handen naar huis. In ‘Three Days in Quiberon’ reconstrueert Emily Atlef het geruchtmakende interview dat een Stern-journalist en -fotograaf hadden met Romy Schneider toen die zich in een kuuroord in het Franse Quiberon bevond.

Volgens Atef was er daar sprake van scheve machtsverhoudingen tussen de journalisten en de filmster en ook zij bedekte haar werk met de #MeToo-vlag. In haar film maakt ze dat absoluut niet waar want Romy Schneider behield de volledige controle over het interview dat de beroemde quote “ik ben een ongelukkige vrouw van 42 jaar en mijn naam is Romy Schneider”, opleverde. En het uiterlijke? Dat komt van hoofdactrice Marie Bäumer die als twee druppels water op Romy Schneider lijkt. Wie haar eerder op Film Fest Gent zag, zal dat bevestigen. Voor haar leek de Zilveren Beer voor beste actrice weggelegd maar die ging uiteindelijk naar Ana Brun in ‘The Heiresses’ van Marcelo Martinessi, een film uit Paraguay.

Ana Brun vertolkt de rol van Chela die alleen valt als haar jarenlange partner Chiquita na financiële problemen in de gevangenis belandt. Chela moet noodgedwongen een deel van de inboedel verkopen en komt zo in contact met een voor haar nieuwe buitenwereld. Ze brengt leeftijdsgenoten naar hun respectieve clubjes en leert een nieuwe levenslustige Angy kennen. ‘The Heiresses’ is een mooie film die in de lijn ligt van eerder geziene Zuid-Amerikaanse vrouwelijke filmportretten. Daarom wekt het verbazing dat de film naast de acteerprijs nog de Alfred Bauerprijs mee naar Paraguay neemt. Alfred Bauer was de eerste directeur van de Berlinale en de prijs met zijn naam is bestemd voor een vernieuwende bijdrage aan de film.

Debuut

Kandidaten voor de beste mannelijke vertolking waren er in overvloed. Met Joaquin Phoenix uit Gus van Sants ‘Don’t Worry, He Won’t Get Far on Foot’ een feelgoodfilm over de gehandicapte cartoonist John Callagan, als topfavoriet. De Duitse pers schoof van haar kant Franz Rogowski – die vrij goed lijkt op Joaquin Phoenix – naar voor. Zijn optredens in ‘Transit’ en in ‘In the Aisles’ mogen er inderdaad zijn maar de prijs ging naar de debuterende Franse acteur Anthony Bajon voor zijn rol in ‘La prière’ van Cédric Khan.

Bajon vertokt er de rol in van de drugsverslaafde Thomas die na de zoveelste mislukte drugsontwenningskuur in een katholieke jongerengemeenschap te midden van de Alpen terecht komt. Het is zijn laatste kans en aanvankelijk heeft hij het moeilijk om zich te integreren in de gemeenschap. Met vallen en opstaan lukt het wel. Geleidelijk aan raakt hij onder de indruk van zijn omgeving en hij besluit om priester te worden. Maar anderzijds is er dat meisje dat hij toevallig ontmoette toen hij een keer op de vlucht sloeg. Welke weg zal hij inslaan? Cédric Kahn laat het in het midden maar benadert zijn onderwerp met veel respect.

Feest

De 68ste editie van de Berlinale behoort zeker niet tot de beste van de reeks maar begon met ‘Isle of Dogs’ van Wes Anderson op een zeer hoog niveau. Alleen al de naam van de regisseur staat daar borg voor. Met de animatiefilm ‘Isle of Dogs’ waarin de kleine Atari op zoek gaat naar zijn naar het afvaleiland verbannen hond, leeft Anderson zich uit. De film is visueel aantrekkelijk, steekt vol vondsten, en is muzikaal een feest voor oog en oor. Satire, humor, parabelen over de hedendaagse maatschappij dwarrelen van het scherm. De regieprijs is meer dan verdiend.

Met de scenarioprijs voor ‘Museo’ van Alonso Ruizpalacios kon de Berlinale-jury haar prijzenreeks territoriaal uitbreiden en Mexico bedanken voor het bezoek aan Berlijn. ‘Museo’ gaat over een waargebeurde inbraak van twee studenten in het nieuwe Antropologische Museum in Mexico City. Ze stalen er in 1985 tientallen waardevolle voorwerpen om die later aan de man te brengen bij malafide verzamelaars. Voor hen was het bijna een studentikoze stunt maar Mexico voelde zich daarbij in het hart getroffen. Regisseur Ruizpalacios reconstrueert het grillige wedervaren van de studenten op een aangename manier en speelt daarbij acteur Gael Garcia Bernal als troef uit. Maar vergeet finaal de schaar te hanteren.

Een betere scenarioprijs ware ongetwijfeld ‘Transit’ geweest. Regisseur Christian Petzold transporteert een verhaal uit 1942 toen Joden het naziregime ontvluchtten naar het hedendaagse Marseille. Hoofdfiguur Georg slaagt erin om het door Duitse troepen bedreigde Parijs te ontvluchten en kan, na het aannemen van een valse identiteit, in Marseille op een boot naar Mexico stappen. In de film vermengt het heden zich met het verleden en komen vluchtelingen van vroeger en nu voor. Een fascinerende aanpak met een origineel gebruik van de voice-over met teksten uit de oorspronkelijke roman. Merkwaardig dat de vier Duitse bijdragen buiten het palmares vielen.

Strafste film

Dat was ten onrechte ook het geval voor de strafste Berlinale-film ‘Utoya, 22 juli’ van de Noorse cineast Erik Poppe. De titel verwijst naar de 72 minuten durende slachtpartij die Andres Breivik op dat eiland aanrichtte en waarbij 69 jongeren omkwamen. We maken het gebeuren mee vanuit het standpunt van Kaja en haar jongere zus Emilia. ‘Utoya’ was in Berlijn nog niet volledig afgewerkt en riep vragen op naar het zinvolle en het ethische van een dergelijke in één take gedraaide film. Voor ons was het een krachttoer om zo vele persoonlijke gegevens in een universeel aansprekend werk te steken zodat hij ‘Utoya’ zelf overstijgt.

Alle discussie is welkom en het was een verademing het eens niet over de onder vuur liggende festivaldirecteur Dieter Kosslick te moeten hebben. Met zijn #MeToo-discours kwam hij nog zelf in opspraak toen bleek dat een wegens geweld op een actrice veroordeelde Kim Ki-duk zijn film wel mocht vertonen. Ook zijn opmerking “ik ben blij dat Woody Allen mij geen film aanbood” kwam als een boemerang terug. Er werd fijntjes verwezen naar de vrijspraak van Allen door het gerecht en naar de warme lof voor Allen zo’n vier jaar geleden. Het zijn inderdaad andere tijden…