Ontdek China op het festival

30 sep 2009
De Chinese cinema is onbekend en dus vaak onbemind. Tijd om daar verandering in te brengen op het Filmfestival Gent. Er staat een volledige lichting getalenteerde filmmakers aan de poort te kloppen. Soms met stilistische pareltjes, dan weer met de kritische blik op hun huidige maatschappij. Programmator Wim De Witte legt uit waarom China zo'n boeiend filmland is.

Bij Chinese cinema denken we spontaan aan Wong Kar-Wai (In The Mood For Love, 2046, My Blueberry Nights) en Zhang Yimou (House of Flying Daggers, Hero, Curse of The Golden Flower). In hun spoor volgt echter nog heel wat jong aanstormend talent. Op het filmfestival plaatsen we deze prille, maar boeiende regisseurs in de kijker. De Chinese filmgeschiedenis wordt opgedeeld in generaties. Regisseurs zoals Zhang Yimou van de Vijfde Generatie waren diegene die prominent de Chinese film op de internationale kaart plaatsten. Zij vormen een groep die in 1982 na de Culturele Revolutie afstudeerde aan de Filmacademie van Peking. Chen Kaige die op het Filmfestival geprogrammeerd staat met Forever Enthralled is ook een exponent van die generatie. Hij maakte een epische biopic over Mei Lanfang, een van de grootste operaperformers die China ooit kende. De cinema van die de Vijfde Generatie is vandaag nog steeds relevant en succesvol, maar de film Forever Enthralled is toch een buitenbeentje op de affiche. Op deze editie van het festival is er hoofdzakelijk oog voor de Zesde Generatie, die staat te trappelen van ongeduld. Deze regisseurs kiezen voor een stilistisch andere en minder esthetiserende aanpak dan hun voorgangers. Vaak gewapend met enkel een beweeglijke schoudercamera, ruilen ze het platteland in voor de stad of keren ze net terug naar hun rurale roots. Zij waren de eersten die erin slaagden zich los te wrikken van de overheidscontrole, dankzij de popularisering van de digitale camera. Toch is de Zesde Generatie geen eenduidige, alles overkoepelend term. Veel van de regisseurs hebben hun eigen stijl en identiteit. Zo wordt Peng Tao, op het festival te zien met Floating in Memory, vergeleken met de gebroeders Dardenne en hun rusteloze camera. Debutant Zhao Ye bevindt zich met Jalainur aan de andere kant van het spectrum. Hij toont de Mongoolse steppe zoals je die nooit eerder zag, met bijwijlen surrealistische lichteffecten. Hoe stilistisch verschillend ze allemaal zijn, toch handelen de films meestal over de Chinese maatschappij, haar razendsnelle metamorfose en de effecten ervan op de man in de straat. Kijk maar naar Dongbei, Dongbei van Zou Peng, Er Dong van Yang Jin en Fish Eyes van Zheng Wei. De films zijn niet ideologisch of belerend, daar hebben ze na de jaren 50 en 60 hun buik meer dan vol van. We krijgen via deze films een betere kijk op het hedendaagse leven in China. En dat blijkt zelden een pretje te zijn. Het levert wel ijzersterke verhalen op waarin ruimte is voor humor. Neem de sprong in het onbekende en kies voor een Chinese film, je zult niet van een kale reis thuiskomen. Mis ook onze retrospectieve niet van de Chinese filmmaker Wang Quan'an en actrice Yu Nan, beiden lid van de internationale jury. Het festival toont in samenwerking met Europalia de vier films waar Wang Quan'an en Yu Nan samen aan werkten: Lunar Eclipse (1999), The Story of Ermei (2004), Gouden Beer-winnaar Tuya's Marriage (2006) en hun nieuwe film Weaving Girl (2009).