Onze ‘Girl’ kleurt Cannes
Twee films domineren tot dusverre de gesprekken op het filmfestival van Cannes. De ene ‘Girl’ komt van onze Lukas Dhont en de andere ‘The House that Jack Built’ komt van de terug in Cannes’ genade opgenomen Lars Von Trier. Daarnaast wordt er meer over vrouwen en hun rechten gesproken dan over de over het algemeen goede films. Harvey Weinstein werpt zijn schaduw ver vooruit…
Hartverwarmend
Zoals stilaan bekend, gaat ‘Girl’ over de ambitie van de vijftienjarige Lara om een ballerina te worden. Zij is echter in het “verkeerde” lichaam geboren en levert dus strijd met haar eigen fysiek. ‘Girl’ was onze beste troefkaart voor een Cannes-selectie en de verwachtingen werden nog overtroffen toen bekend werd dat de film in de prestigieuze nevensectie Un Certain Regard terecht kwam. Zou de hedendaagse genderproblematiek een opstapje geweest zijn of was er meer aan de hand, vroegen velen zich af. En al gauw werd gefluisterd dat het om een mooie, breekbare maar “kleine” film ging. Kwestie van de verwachtingen niet helemaal ten top te drijven.
De fluisteraars kregen ongelijk. Niet wat het mooie en het breekbare betreft. En klein? Er werden door de nationale en internationale critici meteen grote woorden bovengehaald zoals kandidaat winnaar van de Camera d’Or voor de beste eerste film en zelfs mogelijke Oscarkandidaat. Of die fluisteraars gelijk krijgen, valt nog af te wachten.
Er worden voor Dhont en voor Polster wel talloze rode lopers uitgerold. Terecht voor zoveel meesterschap in een eerste film die ook een maatschappelijke rol kan spelen en een enorme steun kan beteken voor wie, zoals Lara, met identiteitsproblemen worstelt. ‘Girl’ verdoezelt niets en de steun die Lara van gezin en dokters krijgt, komt hartverwarmend over.
Controversiële terugkeer
Waar er nagenoeg unanimiteit is over de kwaliteiten van ‘Girl’ is dat minder evident voor de buiten competitie vertoonde ‘The House That Jack Built’ van Lars Von Trier. De wreedheid van de moorden gepleegd door een Amerikaanse seriemoordenaar in de jaren zeventig, joeg tientallen toeschouwers de zalen uit. ‘Ik heb tot nu toe altijd films gemaakt over goede vrouwen, dit keer over een slechte man’, zegt Von Trier.
In vijf hoofdstukken volgen we de evolutie van de hoog intelligente architect/ingenieur Jack. Moorden is voor hem een manier van leven en aanvankelijk iets dat hem overkomt. Zo ontmoet hij langs de baan een vrouw die hem vraagt om hem te helpen bij autopech. Hij slaat haar gezicht stuk. Later ontaardt een gezinsuitstap in een jachtpartij en hoe een afspraak met een prostitueé evolueert, acht je niet voor mogelijk. Of toch wel. Je voelt de angst van de vrouw haast lijfelijk. Op haar geroep en getier om hulp, komt geen antwoord. Zie je nu hoe de wereld in mekaar steekt, reageert Jack. De ijzingwekkende kreet in de zaal toen Jack de vrouw folterde was een nagalm van de kreten op het doek.
Voor Jack zijn moorden, geen moorden maar kunstwerken. Zijn lijkschennissen zijn hallucinant. Tussendoor daagt hij de hem achtervolgende politie uit en voert hij al dan niet diepzinnige gesprekken met een lange tijd onzichtbare compagnon, Verge. Net zoals in ‘Nymphomaniac’ worden er tussen de ‘incidenten’ door beschouwingen gewijd aan het verschil tussen de leeuw en het lam, aan het kweken van druiven, aan de bouw van de kathedralen en de Stuka bommenwerpers. Op een gegeven ogenblik onderneemt Jack zelfs een experiment dat de Duitsers tijdens de oorlog deden: hoe schiet ik met één kogel door verschillende hoofden heen. Ijzingwekkend allemaal en ook voor de toeschouwers een Danteske tocht naar de onderwereld van de geest.
Knotsgekke bruiloft
Er werden hier de jongste dagen nogal wat confrontaties getoond met het kwade dat oorlog heet. Hoewel film draaien soms een zaak van jaren is, kwamen er hier een paar in volle actualiteit terecht. Dat was het geval met ‘Donbass’ van Sergei Loznitsa die toont hoe oorlogsomstandigheden mensen perverteert. Zoals bekend heerst er in het Oosten van de Ukraïne een oorlog tussen de patriotten en de mensen die zich liever bij de Sovjet-Unie willen aansluiten.
Hoofdstukken zijn blijkbaar populair in de films en Loznitsa geeft er ons dertien om zijn stelling aan te tonen. Zijn film begint met een flink staaltje fake news met figuranten die een aanslag moeten uitbeelden die nooit plaats vond. In een ander fragment wordt de corruptie aangekaart in een ziekenhuis. Er is geen voedsel maar de frigo’s en de diepvriezers zitten vol, een patriot wordt door omstaanders gelyncht terwijl Russisch gezinde soldaten het tafereel “bewaken”. Loznitsa is een ongenadig observator maar voor buitenstaanders is het niet altijd eenvoudig om te weten wie wie is. In een overdreven knotsgekke bruiloftscène zijn de partijen wel duidelijk te herkennen.
Onverschilligheid
Eva Husson is met haar ‘Les filles du soleil’ één van de drie vrouwen die meedingt naar de Gouden Palm. Haar film is op echte feiten gebaseerd maar de plaats van handeling en de namen zijn uiteraard veranderd. In 2014 verdreef IS zo’n driehonderdduizend Yazidis uit het Noorden van Irak. Duizenden vrouwen werden als seksslavinnen verkocht. Zij die uit deze hel ontsnapten vormden later een bataljon om IS op hun beurt te bevechten.
Eva Husson verplaatst de gevechten naar Kurdistan en voert een journaliste op die embedded de strijd zal volgen en een portret zal maken van de aanvoerster. Allemaal goed bedoeld maar alle conflicten en gevechten geven de indruk nagespeeld te zijn. De beelden alleen zouden volgens Husson moeten spreken maar er is geen vleugje emotie te bespeuren. ‘Les filles du soleil’ werd dan ook op onverschilligheid onthaald.
Familie staat centraal
Twee afwezige want onder huisarrest staande regisseurs legden wel beter werk neer aan het grote festivalpaleis. Kirill Serebrennikov charmeerde met zijn ‘Leto’ ('Zomer') over het ontstaan van de muzikale scène in het Leningrad van de jaren tachtig en Jafar Panahi ging met zijn ‘Three Faces’ terug naar zijn geboortestreek in Iran om via een actrice een beeld te schetsen van L’Iran profonde. Ondanks en sinds zijn beroepsverbod is hij er toch in geslaagd om al vier films te draaien. Wat de repercussies zijn voor de cineast in eigen land, weet niemand. De cineast, hij draaide voort?
Met ‘Cold War’ bracht Pawel Pawlikowski een van de mooiste films tot nu toe. Alles draait rondom een koppel dat via de muziek met mekaar in contact komt. Beiden hebben een totaal verschillende achtergrond en karakter en hun relatie is er een met vallen en opstaan. Daarbij speelt de toestand in Polen vanaf de jaren zestig een betekenisvolle rol. Zou ons niet verbazen dat de film op het palmares terecht komt.
Voor velen mag daar ook ‘Shoplifters’ van Kore-Eda Hirokazu zich daarbij voegen. Na zijn uitstapje naar de misdaad keert Kore-Eda terug naar zijn vertrouwd terrein: intermenselijke relaties en familieverbanden. Vijf verschillende mensen leven samen als een gezin en moeten door te stelen het hoofd boven water proberen te houden. Kore-Eda neemt een wat lange aanloop maar zijn ontknoping ontroert. Naast oorlog is familie een belangrijk thema op dit festival en dat was meteen vanaf de openingsfilm ‘Everybody Knows’ van Asghar Farhadi al duidelijk. Maar Farhadi is in het ontleden van familieverbanden en -invloeden toch beter op dreef in Iran dan in Spanje.