Op de koffie bij Ennio Morricone, de supercomponist van ruw geschat vierhonderd soundtracks. ‘Vijftien films per jaar is helemaal niet veel.’
Al meer dan dertig jaar is hij de beroemdste filmcomponist ter wereld. Ongetwijfeld ook de meest gevraagde. Met zijn scores van klassieke allure (hij citeert Bach en Stravinsky als zijn grote invloeden) en zijn prachtige romantische thema’s schrijft hij ook muziek van een universele aanspreekbaarheid. Op weg naar Rome voor een gesprek met de maestro roep ik me de typische Morricone-sound voor de geest: geheimzinnige, majestueuze violen en koorzang voor zijn romantische stukken; vals klinkende piano’s en enge dissonanten uit de elektronica voor zijn thriller-muziek; obsederende mondharmonica, ruige gitaarpassages en klappende zwepen bij de spaghettiwesterns van Sergio Leone; door passie voortgestuwde marsmuziek bij het politiek drama La Battaglia di Algeri; snerpende violen in het duivelse The Heretic.
Hoewel hij al decennia een internationale carrière heeft en de Amerikaanse producenten hem al lang weten wonen, is Morricone trouw gebleven aan zijn Italiaanse roots. Hij praat Frans noch Engels - het gesprek verloopt moeizaam via een tolk. Hij woont en werkt in een groots dakappartement in het hartje van het oude Rome, met uitzicht op het Victor-Emmanuelmonument op het Piazza Venezia. Je waant je in een palazzo uit een film van Visconti, de reusachtige van het zonlicht afgeschermde vertrekken volgestouwd met boeken, herinneringen, souvenirs, antiek. Zijn vrouw, een nederige Italiaanse mamma, zet koffie; joelende kleinkinderen verstoren even de rust.
Morricone, in Rome geboren op 10 november 1928, kreeg een klassieke muziekopleiding. Op aandringen van zijn vader, zelf een voortreffelijk trompettist, begint hij trombone te spelen. Vanaf zijn zesde componeert hij al kleine stukjes. Op de muziekacademie van Santa Cecilia studeert hij compositie, arrangementen en koorleiding.
Die opleiding komt hem goed van pas bij een van de zwaarste opdrachten van de filmcomponist: dat hij altijd tegen de klok moet werken, gezien het scoren voor een film helemaal aan het eind komt van het productieproces, als er meestal weinig geld en tijd rest. Morricone: ‘Als je filmmuziek schrijft, moet je meestal de datum van de opnamen met het orkest vastleggen nog voor je een noot op papier hebt gezet! Dit is zeker een probleem. Gelukkig leerde ik op het conservatorium snel werken. Je moest altijd onder grote tijdsdruk het examen afleggen. In het vierde jaar kreeg je twaalf uur de tijd om de muziek te componeren, in het laatste jaar 36 uur. Voor mij is die tijdslimiet er altijd geweest. Je kan het vergelijken met een atleet die ook altijd binnen de tijd zijn prestatie moet opdrijven.'
Na zijn muziekstudie schrijft hij arrangementen voor zangers en achtergrondmuziek bij radio-en tv- programma’s van de RAI. Per toeval belandt hij in de film. ‘Ik begon filmmuziek te schrijven omdat men mij vroeg. Aanvankelijk deed ik het voor het geld omdat je met klassieke muziek en concerten niet zo makkelijk je boterham verdient.’
Italiaanse western
Hij heeft al tien films van muziek voorzien (vaak onder het pseudoniem Dan Savio) als hij zijn legendarische samenwerking begint met Sergio Leone. Deze regisseur staat aanvankelijk sceptisch tegenover het muzikaal talent van zijn vroegere klasgenoot. Tot de componist hem een afgestofte versie laat horen van een stukje dat hij zeven jaar eerder had gecomponeerd voor een Amerikaanse bariton. Dit arrangement wordt in 1964 het hoofdthema uit het in Spanje gedraaide Per un pugno di dollari (A Fistful of Dollars), de eerste film in een trilogie met Clint Eastwood als 'The Man With No Name'.
[IMG]
Het verrassende succes van de Italiaanse western verankert de samenwerking tussen regisseur en componist. Morricone’s muziek komt extra goed tot zijn recht omdat Leone de dialogen tot het strikte minimum herleidt. Ook hun werkmethode is hoogst ongewoon: Morricone schrijft de muziek voor de opnamen; tijdens het draaien weerklinken zijn melodieën al om de acteurs in de gewenste stemming te brengen en om mee het ritme van de mise-en-scène te bepalen.
De westerns van Leone introduceren de typerende Morricone sound: de sterke ritmes en korte ijle thema’s, het gebruik van ongewone instrumentale combinaties (Siciliaanse instrumenten, Spaanse gitaar, mondharmonica), het gebruik van een gillende stem (‘urio’), de zangstem als instrument. Leone transformeert zijn namaakwesterns tot barokke opera’s en Morricone verschaft ze de virtuoze partituur.
In de jaren ’60 en ’70 werkt hij herhaaldelijk samen met de grote figuren uit de laatste bloeiperiode van de Italiaanse cinema: Pier Paolo Pasolini, Elio Petri, Marco Bellocchio, Bernardo Bertolucci, Gillo Pontecorvo, Mauro Bolognini, Dario Argento, Mario Bava, Paolo & Vittorio Taviani, Marco Ferreri, Sergio Corbucci ‘Regisseurs werken best zoveel mogelijk samen met eenzelfde componist; zodoende leren ze een gemeenschappelijke taal spreken. Met Leone heb ik vaak ruzie gemaakt, maar deze meningsverschillen kwamen het resultaat ten goede. Voor mij is dat de absolute voorwaarde om kwaliteit te kunnen afleveren’, aldus Morricone.
Buitenlandse aanbiedingen
De Fransman Henri Verneuil is in 1968 de eerste niet-Italiaan die op Morricone een beroep doet (voor de film La Bataille de San Sebastian). Vanaf dan regent het ook buitenlandse aanbiedingen: het duurt niet lang of Morricone is ’s werelds meest gevraagde componist die met regisseurs van alle nationaliteiten werkt, van Mikhaïl Kalatozov tot Jerzy Kawalerowicz, van Yves Boisset tot Robert Enrico, van John Boorman tot Terrence Malick, van Margarethe von Trotta tot Warren Beatty, van Quentin Tarantino tot Clint Eastwood. En zonder enige concurrentie ook de meest productieve. Het hele jaar door staat er wel een film in de bioscoop waarvoor hij de muziek schreef. Dezer dagen kun je in de Belgische zalen zijn muziek beluisteren in Brian De Palma’s Mission to Mars en in het kostuumdrama Vatel, de openingsfilm van het festival van Cannes. Intussen heeft hij alweer de muziek geschreven voor de nieuwe films van Giuseppe Tornatore en Ricky Tognazzi, voor een tv-adaptatie van Emile Zola’s Nana en voor een Italiaanse tekenfilm.
Vermoedelijk is er wel een opdracht die in deze opsomming over het hoofd gezien wordt. De maestro is intussen zelf de tel kwijt: ‘Ik weet ook niet met zekerheid hoeveel scores ik geschreven heb. Ik weet alleen dat het er ongeveer vierhonderd zijn.’ Als we weten dat hij voor de meeste van zijn op cd uitgebrachte soundtracks niet alleen de muziek schreef maar ook de orkestraties voor zijn rekening nam en het orkest dirigeerde, en hij behalve de film ook nog op andere terreinen actief is (opera, ballet, klassieke composities) wordt zijn output helemaal waanzinnig.
De maestro vindt het zelf niet zo bijzonder dat hij jaarlijks nog altijd tien à vijftien speelfilms of tv-series blijft leveren, de laatste jaren weliswaar geassisteerd door zijn zoon Andrea die ook aan een solocarrière werkt. ‘Vijftien films per jaar is helemaal niet veel. Bach schreef toch ook elke week een cantate voor de komende zondagsmis? Muziek schrijven is nu eenmaal mijn passie en roeping. Als componist leef je in een totaal andere wereld: de wereld van klank en geluid. Eens je daarvan hebt geproefd kan je nergens anders meer vertoeven. Mocht ik geen filmmuziek meer kunnen schrijven, dan zou ik gewoon nog meer andere muziek maken. Ik kan het gewoon niet helpen.’
De keerzijde van Morricone’s werkijver is dat hij ook weinig kieskeurig is. Het is echter moeilijk om hem iets kritisch te ontlokken over de vele rommel die hij van muziek voorzag. Hoe maakt de meester uit welke film hij deze maand wel of niet van zijn hemelse noten zal voorzien? Hij ontwijkt de vraag over zijn selectiecriteria. ‘Wanneer ik een film bekijk en beslis of ik de muziek zal schrijven is de film nog niet voltooid en kan je dus nog geen definitief oordeel vellen. Een componist mag zich niet kritisch opstellen, dat is de verkeerde houding. Trouwens, hoe films worden onthaald kan met de jaren veranderen. Sommige films worden aanvankelijk neergesabeld terwijl het achteraf meesterwerken blijken te zijn. Je kan je oordeel zeker niet baseren op het script: eenzelfde script zal met tien verschillende regisseurs een prima film opleveren bij de een en een middelmatig product bij de ander.’
Het compliment dat zijn muziek vaak beter is dan de film, wuift Morricone weg. ‘Dat is best mogelijk maar voor mij is elk oordeel subjectief.’ Zoals hij ook zijn hoog werkritme niet toeschrijft aan de suggestie dat hij moeilijk nee kan zeggen. ‘Het valt me helemaal niet moeilijk om neen te zeggen! Op zeker ogenblik werd me elke Italiaanse western aangeboden. Tutti! Om te vermijden dat ik voor eeuwig geklasseerd zou worden als westerncomponist heb ik er maar 35 gedaan, op een totaal van 400 is dat nog geen tien procent.’
Gezien zijn buitensporige productiviteit is het ook onvermijdelijk dat hij zichzelf herhaalt - veel van zijn muziek lijkt op een auto-parodie: de toondichter als gevangene van zijn excessieve stijl. Ook daar ziet hij zelf geen graten in: ‘Natuurlijk herhaal ik mezelf! Elke componist heeft nu eenmaal zijn eigen schriftuur.’
Dit is Belgisch
Om Morricone’s geheugen te testen, vraag ik hem terloops of hij zich nog die ene Belgische film herinnert waarvoor hij in 1972 de muziek componeerde. Het antwoord rolt er meteen, zonder nadenken uit: ‘Si. Le due Stagione della Vita van Samy Pavel, film molto bello!’ Gevraagd naar wat hij met zijn filmmuziek beoogt, antwoordt Morricone dat hij zijn eigen muzikale overtuiging in de film probeert te leggen.
Om dit iets concreter te maken, wil ik weten hoe de samenwerking is verlopen met Brian De Palma voor Mission to Mars en hoe hij deze score heeft opgevat. Morricone: ‘Met De Palma is de samenwerking zo eenvoudig als maar zijn kan. Ik heb de film bekeken en anderhalve dag met De Palma doorgebracht om te begrijpen welke muziek hij wenste. Hij wou geen traditionele SF-muziek maar een epische score met zowel sterk emotionele als meer abstraherende motieven. Terug in Rome heb ik in grote lijnen de muziek geschreven. Vervolgens vloog ik weer naar New York om De Palma het resultaat te laten horen. Daarna heb ik nog enkele kleine wijzigingen aangebracht. Zo is de muziek tot stand gekomen. De score is episch, romantisch en mystiek - dat zijn de drie tonaliteiten. De keuze van de instrumenten is gebaseerd op een standaard orkest dat je ook zou inzetten voor een symfonie van Mahler of Bruckner. In dit geval is het niet de keuze van de instrumenten die de muziek bepaalt.’
Er zijn echter voorbeelden te over waar het precies de ongewone instrumentenkeuze is die aan de score zijn aparte toon geeft: de klavecimbel voor Days of Heaven, de misthoorn voor La battaglia di Algeri, de harp voor I pugni in tasca, de dwarsfluit voor Duck You Sucker en de panfluit voor Casualties of War. De man die een beetje als een ernstige professor oogt, is ook een meester in ironie en zelfspot, getuige zijn pastiche (met behulp van autoclaxons!) van Wagners Die Walküre-rit in My Name Is Nobody, of het tergend gefluit in zijn spaghettiwesterns.
Zijn werkmethode is simpel en Spartaans. Hij werkt elke dag vanaf zonsopgang. ‘Welke andere componist staat elke dag om vijf uur op?’ Hij componeert niet aan zijn grote Steinway-piano maar aan zijn werktafel, gebogen over een partituur. ‘Ik heb geen instrument nodig, ik hoor de muziek wel in mijn hoofd.’ Bijna elke dag is hij negen uur onafgebroken aan het werk, geplaagd door de twijfel dat hij morgen misschien niet meer zal kunnen componeren.
‘Wie beweert dat ik te veel muziek schrijf, begrijpt niet goed dat dit aan een diepe noodzaak beantwoordt. Wanneer een componist begint af te remmen of te weinig toondicht, wordt hij bang en onzeker.’
[IMG]
Het beste van Morricone
De maestro geeft commentaar bij een half dozijn soundtracks uit zijn monumentale discografie. (In chronologische volgorde)
- Once Upon a Time in the West (1968) van Sergio Leone
Voor dit westernsprookje van Sergio Leone componeerde Morricone muziek die veel meer doet dan louter de actie ondersteunen: C’era una volta il West is helemaal opgebouwd rond het motief van de wraak, wat vervat zit in het befaamde harmonicathema waarmee het Charles Bronson-personage steevast geassocieerd wordt. Morricone: ‘Het was erg lastig om de thema’s te bepalen. Er ging heel wat opzoekings-en denkwerk mee gepaard. Ik heb veel geëxperimenteerd vooraleer ik tot een bevredigende oplossing kwam. Uiteindelijk is alles gebaseerd op de zesde intervallen, met telkens een afwisseling van lange en korte intervallen, zoals het repetitieve mondharmonicathema met zijn heel korte intervallen. Een procedé dat ik ook in andere scores heb toegepast.'
Beluister Morricone's volledige score voor Once Upon a Time in the West via Spotify.
- Indagine su un cittadino al di sopra di ogni sospetto (1970) van Elio Petri
Morrricone: ‘Indagine is een Italiaanse politieke film over een politieman die het onderzoek leidt naar een moord die hij zelf pleegde. De man is even arrogant als sarcastisch, wat ook in de muziek moest te horen zijn. Omdat hij Siciliaans is heb ik in de score lokale folklore verwerkt en dit in combinatie met een grotekse toonzetting, vandaar dat bizarre snaarinstrument (bootst met zijn vinger in zijn mond dat rare obsederende geluid na). Voorts is er ook een eenvoudig lineaire melodie die de geniepigheid en sensualiteit van een serpent suggereert. Dit is tenminste wat ik er heb ingelegd, maar elke luisteraar hoort de muziek zoals hij ze aanvoelt. Het is zeer moeilijk om de betekenis van muziek met woorden uit te leggen. Met mijn muziek probeer ik de essentie te vatten van het gedrag en de psyche van de personages.’
Beluister Morricone's volledige score voor Indagine su un cittadino al di sopra di ogni sospetto via Spotify.
- Novecento (1976) van Bernardo Bertolucci
Morricone schreef voor Bernardo Bertolucci’s zogeheten Rode Symfonie een aantal uitbundig opzwepende volksmelodieën. Morricone: ‘Ik was diep onder de indruk toen Bertolucci me zijn eerste versie van de film toonde. Nog tijdens de projectie zat ik in het donker aantekeningen te maken en heb ik de belangrijkste thema’s neergeschreven waaraan ik later weinig gesleuteld heb. Het was een rechtstreeks omzetten in muziek van wat ik voelde bij het bekijken van de prent. Er kwam niets rationeels aan te pas.’
Beluister Morricone's volledige score voor Novecento via Spotify.
- The Mission (1986) van Roland Joffé
Morricone: ‘Elke film heeft zijn specifieke problemen. Voor The Mission was dit: hoe verenig ik de drie muzikale stijlen uit de periode waarin het verhaal speelt, de jaren 1750? Westerse muziek werd toen overheerst door renaissance- en barokmuziek; na het concilie van Trente was de liturgische muziek aan strenge regels onderworpen; de priesters die naar Centraal-Amerika trokken, hadden als culturele bagage de kerkelijke barokmuziek mee en werden er geconfronteerd met de etnische muziek van de Indianen. Dat ik deze drie stijlen heb weten te combineren - ook instrumentaal - gaf me grote voldoening. Het resultaat kun je het best beluisteren op de eerste track van de cd, On Earth as it Is in Heaven.’
Beluister Morricone's volledige score voor The Mission via Spotify.
- Casualties of War (1989) van Brian De Palma
Morricone componeerde voor Brian De Palma’s Vietnamdrama zijn meest elegische score, waarin de klagende melodieën onderbroken worden door een intens droevig panfluitthema. Hartverscheurend. Morricone: ‘Omdat het verhaal in Vietnam speelt, heb ik met inheemse instrumenten gewerkt, zonder dat die oriëntaalse invloeden de westerse elementen in de score verdringen. Je moet altijd voor ogen houden dat je muziek schrijft voor een hedendaags publiek. Het thema van de panfluit - een oud instrument dat je bijna in alle culturen aantreft - werd me ingefluisterd door het beeld waarin het ontvoerde en verkrachtte Vietnamees meisje uit de weg geruimd wordt omdat ze door haar snikken de schuilplaats van de soldaten dreigt te verraden, en ze als een gewonde vogel van de brug in de rivier valt. Op het einde van de film merkt Michael J. Fox in de metro een Vietnamees meisje op dat op het slachtoffer lijkt. De muziek die je dan hoort heeft misschien wel iets weg van een requiem, maar voor mij is het geen dodenmis maar een afscheid: met de koorzang wordt afscheid genomen van een traumatiserend verleden.’
Beluister de main theme van Morricone's score voor Casualties of War via Spotify.
- Wolf (1994) van Mike Nichols
Morricone mengt insinuerende melodieën vol verleidelijke strijkpartijen met dreigende synthesizerriedel dat een gevoel oproept van dreiging en onheil. De indrukwekkende partijen voor blazers zijn heerszuchtig, arrogant en toch gracieus. Morricone: ‘Ik heb me volledig door de beelden laten leiden, door de dramatische intensiteit van die liefde tussen een vrouw en een man die in een weerwolf verandert. De smachtende romantiek wordt ook verstoord door de twijfels van de vrouw (Michelle Pfeiffer) die sterker worden naarmate Jack Nicholson in een wolf verandert. Ook de muziek is een strijd tussen het poëtische en het primitieve, het romantische en het naturalistische.’
Beluister de main theme van Morricone's score voor Wolf via Spotify.
Door Patrick Duynslaegher (uit: Knack Focus 17 mei 2000)