Palmares Cannes vertoont vernieuwing festival

Parasite 1 cj entertainment cr
Nieuws 28 mei 2019
Omdat de 72ste editie van het filmfestival van Cannes aan de hoge verwachtingen beantwoordde, zijn de met een glimlach vertrokken festivalgangers ook met een glimlach teruggekeerd. Wellicht nog nagenietend van de Gouden Palm voor de tragikomische Zuid-Koreaanse ‘Parasite’ van Bong Joon-Ho.

De goede mix tussen aankomend en gevestigd talent was een van de aantrekkingspunten van het jongste festival. Diezelfde cocktail vind je evenwel niet terug op het palmares. De jury koos resoluut voor vernieuwing en liet gevestigde waarden als Ken Loach, Quentin Tarantino, Terrence Malick, Pedro Almodovar in de kou staan. Alleen de gebroeders Dardenne mochten met de regieprijs voor ‘Le Jeune Ahmed’ hun generatiegenoten vertegenwoordigen. Juryvoorzitter Alejandro Gonzalez Inarritu beklemtoonde de unanimiteit waarmee beslist werd om ‘Parasite’ de Gouden Palm toe te kennen. Voor de tweede maal op rij gaat de hoogste Cannesonderscheiding naar een film met een sterk sociale en politieke inslag. Net als bij de Japanse 'Shoplifters’ gaat ‘Parasite’ over het overleven van een familie en komt de tegenstelling tussen arm en rijk aan bod. Daarmee houden echter alle vergelijkingen op.

Exuberant

Waar Hirokazu Kore-Eda familiebanden onderzoekt en in vraag stelt, kiest Bong Joon-Ho voor een exuberante aanpak, vliegt alle kanten uit, maakt er een feest van. Hij voert twee families op, de schatrijke Park’s en de werkloze Ki-Taek’s. Die proberen wat geld te verdienen met het ineensteken van pizzadozen. De toekomst ziet er iets rooskleuriger uit als de zoon Ki-woon erin slaagt om een job te versieren bij de rijke Parks. Het blijft niet bij Ki-woon alleen, met zijn vieren komen ze in diverse functies in dienst bij de Parks. De samenwerking tussen de armen en de rijken geeft soms aanleiding tot hilarische toestanden. Maar de regisseur heeft nog meer oog voor de kloof tussen beide families. De wijze waarop de Ki-Taek’s gehuisvest zijn, vergeet je niet zo gauw meer. De soms letterlijke scheiding tussen boven-en ondergrond, beïnvloed door de spanningen tussen Noord- en Zuid-Korea, evenmin. Met zijn satirische ‘Parasite’ activeert Bong Joon-Ho een springveer bij de toeschouwer zodat die zich volkomen laat gaan. Hijzelf kijkt op de achtergrond grijnslachend toe want hij weet al dat de lach gruwelijk zal worden bestraft.

De Frans-Senegalese Mati Diop was met haar ‘Atlantique’ een van de twee debuterende cineasten in de competitie. De jury beloonde haar met haar Grand Prix, zeg maar de Zilveren Palm. Het scenario van de film speelt zich af in Dakar waar aan een even reusachtige als prestigieuze toren wordt gewerkt. De arbeiders worden niet alleen slecht maar ook laattijdig betaald. Daarom willen ze hun geluk overzee zoeken. Onder hen bevindt zich Suleiman op wie Ada verliefd is. Maar Ada is eigenlijk voorbestemd om te trouwen met de rijke Omar die de helft van de tijd in Italië verblijft. Dankzij Omar kan ze haar status ferm verbeteren. Maar of het zover komt? Er doen zich immers vreemde verschijnselen voor… Bij haar debuut vermengt Mati Diop het reële met het bovennatuurlijke. Een ferme gok qua aanpak maar toch een die werkt.

Talent

‘Atlantique’ hoort thuis in de reeks geëngageerde sociale films die op het festival werden vertoond en vormde eveneens het speerpunt van de Afrikaanse films in de officiële selectie. Twee ervan, vertoond in de nevensectie Un certain regard zijn het vermelden meer dan waard. In ‘Papicha’ grijpt Mounia Meddour terug naar gebeurtenissen tijdens de Algerijnse burgeroorlog in de jaren negentig van de vorige eeuw. De achttienjarige Nedjima droomt ervan styliste te worden en verkoopt haar ontwerpen in vrij hippe nachtclubs. Maar de strenge politie waakt en iedere afwijking van de regels kan de overtreder het leven kosten. Zo wordt haar vriendin koud afgemaakt. Nedjima wijkt evenwel niet en zal alles en iedereen trotseren door aan de universiteit een modeshow te organiseren. Ze zet door en anderen rondom haar betalen daar een grote prijs voor. Op zijn beurt is ‘Papicha’ een moedige film en een uitgesproken ode aan de vrijheid.

De Marokkaanse film ‘Adam’ van Maryam Touzani is eerder softspoken maar hekelt het gebrek aan vrijheid van de buiten het huwelijk zwanger geworden vrouw. Zo klopt de in verwachting zijnde Samia van deur tot deur met de vraag of ze kan overnachten. Ze komt uiteindelijk bij Abla terecht die zoetigheden aan de man brengt. Aanvankelijk mag Samia een paar dagen blijven maar omdat het tussen beide vrouwen klikt, wordt haar verblijf steeds langer. De schrik voor de toekomst blijft want Samia kan nergens terecht eenmaal haar kind geboren is. ‘Adam’ is op de eerste plaats een aanklacht tegen Marokkaanse toestanden maar heeft eveneens een meer universele dimensie. De drive van ‘Papicha’ ontbreekt bij Touzani maar haar talent is onmiskenbaar. De film haalt wel veel overtuigingskracht uit de vertolking van de bij ons bekende Lubna Azabal.

Victor Hugo

Terug nu naar het palmares en de gewone prijs van de jury. Die ging ex-aequo naar ‘Les Misérables’ van Ladj Ly en naar ‘Bacurau’ van Kleber Mendonça Filho en Juliano Dornelles. Met ‘Bacurau’ wordt een Braziliaanse sciencefictionfilm bekroond waarin een groep rijke Amerikaanse toeristen op mensenjacht trekt tegen de bevolking van een Braziliaans dorp. Die bevolking stelde plots vast dat hun dorp van de aardbol verdwenen was. De regisseurs zijn weinig subtiel in hun aanpak en de gruwel is soms moeilijk te verdragen. Aan de aangekondigde Cannes thema’s zombies en genrefilm mag zonder twijfel gruwel worden toegevoegd. Maar van de betrokken regisseurs mocht dat niet verder worden verteld. Doen we dus niet.

Veel uitstaans met Victor Hugo heeft de film ‘Les Misérables’ niet maar hij werd wel gedraaid waar Victor Hugo zijn bekende roman schreef. Ladj Ly situeert zijn film in een Parijse banlieu waar een nieuwe politieman in team samenwerkt om een explosieve situatie onder controle te houden. De opzwepende film is een lang uitgesponnen kat en muisspelletje tussen treiterende jongeren en politieagenten. Langs beide kanten gaat het er bijzonder hard aan toe. Het regent slagen en de jongeren drijven de politie in het nauw. Het wordt bijna letterlijk een strijd op leven en dood. De film is knap gemaakt en bevat niet direct een oproep tot kalmte en redelijkheid. De makers van de film leggen de schuld van het ontsporen van de jongeren bij de opvoeding en om dat argument kracht bij te zetten grijpen ze terug naar Victor Hugo die schreef dat er geen slechte zaden bestaan, alleen maar slechte kwekers ervan.

Toen op de slotavond Antonio Banderas op de rode loper verscheen en Pedro Almodovar wegbleef, kon je zo voorspellen dat Banderas de vertolkingsprijs voor de beste acteur zou krijgen voor zijn rol in ‘Pain and Glory’ en Almodovar voor de derde keer op rij naast de Gouden Palm zou grijpen. Zo geschiedde. Fans van Jessica Hausner juichten evenwel te vroeg toen zij haar opwachting maakte. Zij komt niet op het palmares voor, wel Emily Beecham de hoofdvertolkster in haar nieuwe film ‘Little Joe’. Beecham is een krak in het veredelen van planten en bloemen en is er na veel experimenten in geslaagd om een bloem te kweken waarvan de geur de mensen gelukkig maakt. Ze geeft de bloem de naam van haar zoontje, Joe, maar uiteindelijk zijn er toch neveneffecten. Jessica Hausner is een talentrijke regisseur maar haar jongste film verdeelde Cannes in onvoorwaardelijke bewonderaars en even felle tegenstanders. De bloemen waren mooi en de film had de mooiste generiek van alle competitiefilms.

Hoogste divisie

Van de vier vrouwelijke regisseurs in de competitie zijn er drie op het palmares terug te vinden. Voor velen behoorde Céline Sciamma met haar ‘Portrait of a Lady on Fire’ zelfs tot het kransje topfavorieten voor de Gouden Palm. Het zou een grote stap voorwaarts zijn geweest voor Sciamma die na ‘Tomboy’ en ‘Bande de Filles’ ieders aandacht trok. De stap was te groot volgens de jury die haar wel omarmde met de prijs voor het beste scenario. En laat dat net niet de sterkste schakel zijn van haar film die zich afspeelt op het einde van de achttiende eeuw. Marianne krijgt de opdracht van een schilderij te maken van Heloïse, die na een verblijf in het klooster op het punt staat te trouwen. Ze wordt verliefd op haar model. Sciamma brengt haar scenario heel mooi in beeld en bevestigt daarmee haar talent. Vanaf nu speelt ze mee in de hoogste divisie.

Geheel onverwacht nam de jury van haar mogelijkheid gebruik om nog zelf een prijs toe te kennen. Het werd een speciale vermelding voor Elia Suleiman voor zijn ‘It Must Be Heaven’, een aaneenrijging van absurde situaties die voornamelijk in Parijs en in New York werden gedraaid. Doorheen al die komische aantekeningen moeten we volgens de regisseur een beeld krijgen van de toestand in Palestina. Jacques Tati en de strakke mimiek van Buster Keaton lijken Suleimans voornaamste inspiratiebronnen. De jury had blijkbaar oor en oog voor de politieke boodschap maar het origineel is beter.

De in ‘Sorry We Missed You’ van Ken Loach verwerkte politieke en economische boodschap sprak de jury blijkbaar minder aan. In zijn aanklacht tegen de klusjeseconomie herhaalt Ken Loach een beetje de kritiek die hij al in ‘I, Daniel Blake’ liet horen. Voor hem dus geen derde Gouden Palm. Evenmin voor de gebroeders Dardenne met hun ‘Le Jeune Ahmed’. Toch keerden ze niet met lege handen naar Seraing en Brussel terug. Ze kregen de prijs voor de beste regie en zijn dus gehaaide prijsbeesten in Cannes. De verwachte controverse over de radicalisering van de jonge Ahmed bleef voorlopig uit. Er was wel kritiek te horen op het einde van de film. De regieprijs kwam er onverwachts maar werd gezien als de bekroning van een vernieuwende stijl die ze al sinds ‘Rosetta’ toepassen en beheersen. En die ten allen kant wordt nagevolgd.

Dankzij de Camera d’Or, de prijs voor de beste debuutfilm, voor ‘Nuestras Madres’ van César Diaz viel er nog een Belgische film in de prijzen. Hij speelt zich af in het kader van de burgeroorlog in Guatemala waar een antropoloog getuigenissen verzamelt over vermiste personen. Op een bepaald moment denkt hij een link gevonden te hebben die naar zijn verdwenen vader kan leiden. Na ‘Girl’ is het de tweede opeenvolgende keer dat de Caméra d’Or naar ons land komt.

Europese innovatie

Tussen al dat prijzengeweld door werd in Cannes ook nog de Europa Cinemas Innovation Prize 2019 uitgereikt aan de Kortrijkse Budascoop. Europa Cinemas is een netwerk van elfhonderd Europese bioscopen verspreid over 43 landen. De Innovation Prize bekroont initiatieven die inspirerend kunnen zijn voor andere bioscoopuitbaters. Hij werd dit jaar voor de tweede keer uitgereikt en werd unaniem toegekend aan de publiekswerking van Budascoop, het filmisch onderdeel van Kunstencentrum BUDA uit Kortrijk.

Het centrum zet onder andere in op acties voor jongeren in kwetsbare situaties. Publiekswerker Eef De Lombaerde vertaalde dat onder meer in ‘de cineMOATn’ waar jongeren onder begeleiding eigen filmevents organiseren, in filmkampjes voor kinderen die het financieel moeilijk hebben. Jonge nieuwkomers in Kortrijk kunnen met ROOTS een eigen filmtraject volgen en er is ook een doorgedreven publiekswerking voor mensen in armoede. . Die krijgen een sociaal tarief zodat ze slechts 20 procent van de toegangsprijs moeten betalen. De rest wordt betaald door BUDA zelf en door de stad/OCMW. De 10.000 euro die aan de prijs vasthangt zal volgens filmprogrammator Lieve Vankeirsbulck onder gebracht worden in een nieuw sociaal Film Fonds. Eef De Lombaerde verzorgde eerder de publiekswerking op Film Fest Gent en Budascoop maakt deel uit van het netwerk aan bioscopen waar Film Fest Gent maandelijks een film vertoont in het kader van Film Fest On Tour.