‘Rabot’ overstijgt Gentse torens

P1bskvqc9a1ufl3cg10bbkhk1k781
Interview 16 okt 2017
Wat in 2014 door het Gentse theatergezelschap Kopergietery als een kleinschalig portret van de Rabotwijk van start ging, is in handen van Vandekerckhove na drie jaar uitgegroeid tot een schitterende en beklijvende documentaire over de Rabottorens.

“Ik geef toe dat mijn documentaire film ‘Rabot’ hard is, maar hij is toch ook hoopvol. Ik toon immers mensen die, zelfs al gaan ze door de diepste dalen, nooit opgeven. Nu ze hun veelal verfoeide appartementen achter zich laten, wacht hen een betere huisvesting en een nieuw begin”.

Dat zegt Christina Vandekerckhove die, terwijl ze de bekende Rabottorens aan het weghalen zijn, nog een reeks verhalen sprokkelde bij de bewoners. Ze klemt ze in tussen twee filmische stijlfiguren. In het begin duikt ze, als evocatie van de daar gepleegde zelfmoorden, met de camera naar beneden terwijl ze op het einde met diezelfde camera als een Icarus naar boven vliegt. Ze maakt zich los van de toren.

In de film worden ze een getto, een terminus en een dorp in de hoogte genoemd en vergeleken met een kooi waarin veel te veel vogels opgesloten zitten. Een bewoner heeft heimwee naar de goede oude tijd die plots helemaal omsloeg “toen de Moren er kwamen”.

Hoe ging u concreet te werk om al die getuigenissen te verzamelen?

“Door van deurbel naar deurbel te trekken”, zegt ze ontnuchterend, “ en “te vragen of mensen door hun verhaal te vertellen aan de film wilden meewerken. Sommigen reageerden positief, anderen vonden dat er al genoeg miserie was in de torens. Voor wie iets interessants te vertellen had, werd direct een draaidag vastgelegd.

Alles bij elkaar hebben we over een periode van twee jaar in totaal 28 dagen gedraaid. Wat niet betekent dat ik daar maar 28 maal geweest ben. Ik heb vanaf 2014 tot in mei 2017 het einde van de torens meegemaakt. Ik liep er rond met mijn notitieboekje en won zo geleidelijk het vertrouwen van mijn personages. Enkele bewoners die aanvankelijk niet wilden meedoen, vroegen uiteindelijk toch of ze mochten meewerken”.

Wat is voor u een interessant verhaal?

“Daar hanteer ik geen criteria voor, tenzij mijn eigen aanvoelen. Bij mij zie je de veelheid van de verhalen. Ik heb geen hoofdpersonages noch mensen die ‘Rabot’ dragen. Ik diep ze ook niet uit, je weet niet wat voor werk ze doen, ik volg hen nooit buiten het gebouw. En toch, door wat ze vertellen wat hier en in het nu gebeurt, bekom je een beeld dat volledig klopt. Al die kamers, al die vakjes, al die muren hebben verhalen. Mijn film begint met lege ruimtes die allemaal gevuld zijn met de geschiedenis van al wie er heeft gewoond. Daarbij speel ik graag met de tijd. Ik schakel geregeld over van het verleden naar het heden.

Wat is uw verhaal daarbij?

“Ik wil een tijdperk schetsen dat tegelijk met de torens verloren gaat”, zegt Vandekerckhove. “Ik denk dat het goed is dat de blokken tegen de vlakte gaan, dat de mensen een beter appartement krijgen. Met uitzondering van drie bewoners, woonde niemand daar nog graag. Ik werp de vraag op of het nog van deze tijd is om mensen met zeer uiteenlopende problemen nog samen in een blok te laten wonen en ze ongemoeid te laten. De vraag stellen is ze ook oplossen. Let wel: ik wil niemand met de vinger wijzen. Ik leg vast hoe het er op een bepaald moment aan toe ging en stel vast dat het niet voor niets is dat de torens tegen de vlakte gaan”.

Maar het beleid moet toch lessen trekken na ‘Rabot’?

“En toch ben ik geen regisseur die lessen geeft”, reageert Christina Vandekerckhove, “ik toon een manier van samenleven waaruit spanning, frictie, onverdraagzaamheid, racisme voortkomt. Mensen zijn op, zijn ten einde krachten en zo ontstaat onverschilligheid. Ze kunnen zich door hun financiële en andere moeilijkheden niet meer in een ander verplaatsen. Dat laten zien maakt mijn film inderdaad hard”.

Christina Vandekerckhove beaamt dat de soms fantastisch gefilmde torens ook personages zijn. De lege kamers en ruimtes zorgen tussen de “interviews” door voor een ritmische ruggensteun in ‘Rabot’. Het zijn welgekomen rustpunten in soms heftige en onvergetelijke getuigenissen die door een streepje muziek nog indringender werken. Dat gaat van ‘Love Me Tender’ van Elvis tot Jean Gabin die “Maintenant je sais’ murmelt. Ook de bekende popgroep Madensuyu krijgt een rol toebedeeld. Zij spelen, letterlijk, de soundtrack van ‘Rabot’ in de vele verlaten appartementen.

Net als in voorgaande documentaires, ‘Home Movie’, ‘De Nada’, het filmportret van Randall Casaer en haar tussen ‘Rabot’ door geleverde televisiewerk cijfert superprofessionele Christina Vandekerckhove zichzelf volledig weg in ‘Rabot’. Het levert een humane documentaire op die een “Gents” onderwerp ver overstijgt. Het lokale dorp in de lucht, krijgt bij haar een universele dimensie.

Vanavond is er een extra voorstelling van 'Rabot', om 17u30 in Kinepolis.

Tags

FFG2017