Koop je ticket (vanaf 19 sept 2024)
En zet je cinefiele reis verder met meer filmtips hieronder.
Radicals
Films over radicalen, van de Burgerrechtenbeweging tot ‘Radical Chic’, een door Tom Wolfe gelanceerde spotnaam voor trendy upper class lieden die zich associëren met radicale doeleinden en individuen. Wolfe gebruikte die term voor ’t eerst in een artikel dat hij schreef voor het weekblad New York en waarin hij de spot dreef met een party die Leonard Bernstein in 1970 hield in zijn Park Avenue duplex als een fondsenwerving event voor de Black Panthers, wier leden werden voorgesteld aan de New Yorkse jetset en sociale elites.
Mission to Moscow (1943) | Michael Curtiz
Deze kroniek van de Russische carrière van de Amerikaanse ambassadeur Joseph E.Davies (gespeeld door Walter Huston) is om James Agee te citeren: ‘A mishmash of Stalinism with New Dealism with Hollywoodism with opportunism with shaky experimentalism with mesmerism with onanism.’ De film werd gedraaid in volle Tweede Wereldoorlog toen de Russen nog werden beschouwd als hartelijke bondgenoten. Toen McCarthy’s heksenjacht op commies eraan kwam, schaamde studiobaas Jack L. Warner zich dat hij ooit het sein op groen gezet had voor deze onbeschroomde Sovjetpropaganda. Met Ann Harding, Oscar Homolka, George Tobias, Gene Lockhart, Eleanor Parker, Richard Travis.
Medium Cool (1969) | Haskell Wexler
DOP Haskell Wexler debuteerde als regisseur met een mix van reportage en fictie die zijn tijd ver vooruit was. Wexler schildert het portret van een gedreven nieuwscameraman (Robert Forster) die zich ethische vragen stelt bij het uitoefenen van zijn vak, dat zowel het filmen van een spectaculair auto-ongeval omvat als het verslaan van uit de hand lopende rellen waarin protesterende studenten clashen met brutale ordehandhavers tijdens de Democratische conventie van 1968 in Chicago. Duizenden activisten tegen de oorlog in Vietnam verstoorden deze politieke bijeenkomst. De spanning werd nog opgedreven door valse berichten dat de oproerkraaiers plannen hadden om de watertoevoer van de stad met LSD te besmetten. Burgemeester Richard J. Daley haalde er de Illinois National Guard bij om de protesteerders met traangas uit het Lincoln Park te verdrijven, waar de demonstranten lessen gaven in zelfverdediging. De oproerpolitie ging zo driest te werk dat een senator uit Connecticut het had over ‘Gestapo tactieken in de straten van Chicago.’ Het feit dat de stad veranderde in een slagveld en de chaos dankzij de talloze tv-ploegen de Amerikaanse huiskamers werd ingestraald, werd door velen beschouwd als een beslissende factor in de verkiezing later op het jaar van de Republikein Richard M. Nixon die zijn campagne had gebaseerd op het law and order motto. De reputatie van de stad was dermate beschadigd dat het nog achtentwintig jaar zou duren vooraleer de Democraten in 1996 terugkeerden naar Chicago, waar intussen een andere Richard Daley - zoon van - de stad runde. Wexler, die omwille van zijn docu’s over burgerrechten al gevolgd werd door het FBI, werd nu ook beschuldigd van het aanzetten tot geweld, terwijl hij het script al een jaar daarvoor geschreven had. Medium Cool blijft een te weinig bekende fusie van cinéma vérité en politiek radicalisme. Met Verna Bloom, Marianna Hill, Peter Boyle.
Easy Rider (1969) | Dennis Hopper
Het cinematografisch boegbeeld van de tegencultuur van de sixties blijft hoe dan ook een staaltje van sjofel amateurisme. Dennis Hopper en Peter Fonda zijn twee motorrijdende drop-outs die op rockende muziek van The Byrds en Steppenwolf Amerika doorkruisen, zowel op hippie-communes als op hatelijke rednecks stuiten en hun vrijheid met hun leven bekopen. De destijds als hip ervaren zoomlens-esthetiek is nu ondraaglijk. Met Antonio Mendoza, Phil Spector, Jack Nicholson.
Alice’s Restaurant (1969) | Arthur Penn
Lichtvoetig verslag van de drop-out cultuur die tijdens de Vietnamoorlog furore maakte. Een en ander is losjes opgehangen aan de songs van folkzanger en occasioneel acteur Arlo Guthrie, zoon van de befaamde sociale folkzanger Woody Guthrie uit de jaren van de grote economische crisis aan wie Hal Ashby een film wijdde: Bound for Glory (1976). Met Patricia Quinn, James Broderick, Pete Seeger.
The Strawberry Statement (1970) | Stuart Hagmann
Een apolitieke universiteitsstudent (Bruce Davison) vervoegt een groepje campus protesteerders om aan een meisje te geraken maar raakt betrokken bij hun studentenacties en een gewelddadige confrontatie met de politie, wat uitmondt in een zitstaking die door de ordehandhavers brutaal wordt uit elkaar geslagen. Geïnspireerd op de geschriften van de op Amerikaanse campussen zeer populaire toneelauteur James Kunen (bijrolletje in de film) schetst Stuart Hagmann de bewustwording van een doorsnee student die de ‘bevoorrechte’ getuige wordt van twee extreem polariserende conflicten in de Amerikaanse samenleving in de sixties: de anti-Vietnam beweging versus het Establishment en het puritanisme versus de nieuwe seksuele vrijheid. Dit Amerikaanse antwoord op de mei-revolte in Frankrijk wordt ingepakt in pure commercial-stijl en staat bol van de opruiende montage-manipulaties, in het bijzonder de finale waarin de zoom-geile Hagmann de clash tussen de studenten en de politie ensceneert als een Busby Berkeley musical op muziek van John Lennons ‘Give Peace a Chance’. Met Kim Darby, Bud Cort, Murray MacLeod, Bob Balaban, Israel Horovitz.
The Ballad of Joe Hill (1971) | Bo Widerberg
Kroniek van de Zweeds-Amerikaanse agitator Joe Hillstrom, een Zweed die in 1902 uitweek naar de V.S. en er met zijn speeches en liedjes probeerde de arbeidersstrijd te organiseren. Uiteindelijk stond hij terecht voor moord en werd hij op basis van indirecte bewijzen geëxecuteerd. Zoals we van de regisseur van Elvira Madigan en Ådalen 31 (het relaas van een bloedig neergeslagen Zweedse staking) mogen verwachten, ziet de film er verrukkelijk uit. Je kan de esthetische keuzes en romantisering verwerpen omdat ze de harde realiteit verzachten maar je kan ze evengoed als een bewust tegendraads contrast beschouwen met de harde sociale realiteit. Met Thommy Berggren, Anja Schmidt, Kelvin Malave, Evert Anderson.
Sacco e Vanzetti (1971) | Giuliano Montaldo
Met dit docudrama over een geruchtmakend proces uit de jaren 1920 dat twee ten onrechte van roofmoord beschuldigde Italiaanse immigranten in Massachusetts op de elektrische stoel deed belanden, maakte Giuliano Montaldo zeker geen vrijblijvende kostuumfilm. Begin van de jaren 1970 sloot de film perfect aan bij de geest van contestatie en de anti-Amerikaanse teneur van de protestbeweging, vandaar ook de prominente rol van politiek geëngageerde protestzangeres Joan Baez op de soundtrack van Ennio Morricone. De ballade van Baez verheerlijkt de twee onfortuinlijke anarchisten, de schoenmaker Sacco (Gian Maria Volonte) en de visverkoper Vanzetti (Riccardo Cucciola) als martelaren in de strijd tegen vreemdelingenhaat, gezag, uniformen en corrupte politiek. Deze gerechtelijke dwaling lag in 1971 dermate gevoelig dat de film niet op locatie kon gedraaid worden in de VS. De reconstructie in Italiaanse studio’s (met Britten in de rollen van Amerikanen) komt weinig authentiek over. Met Cyril Cusack, Rosanna Fratello, Lilo O’Shea, Claude Mann.
The Trial of the Catonsville Nine (1972) | Gordon Davidson
Filmbewerking van een toneelstuk van Daniel Berrigan over het geruchtmakend proces van de Catonsville Nine, de negen katholieke activisten die in 1968 naar de dienstplichtcommissie in Catonsville, Maryland trokken en er als protest tegen de oorlog in Vietnam 378 legeroproepen verbrandden. Met Gwen Arner, Ed Flanders, Richard Jordan, Donald Moffat, Peter Strauss.
F.T.A. (1972) | Francine Parker
Een meeslepend document van de Vietnam anti-oorlogsbeweging. Francine Parker verslaat met haar camera de tournee van een groep muzikanten en acteurs, onder wie Jane Fonda en Donald Sutherland. De troep zet een agressieve show op met hymnes aan de vrijheid en de vrede maar ook heftige verontwaardiging over het militaristisch messianisme. Het is de bedoeling om een front te vormen tegen de oorlog in Vietnam, solidariteit te betonen met de getroffen bevolking en de wereld bewust te maken van het gevaar van het nietsontziende Amerikaans imperialisme. Parker richt ook haar camera op het publiek: de G.I.’s op de Amerikaanse bases rond de Stille Oceaan. De titel F.T.A. kan naar keuze ingevuld worden als Free the Army en Fuck the Army. Met Pamela Donegan, Peter Boyle, Len Chandler.
I.F. Stone’s Weekly (1973) | Jerry Bruck Jr.
Documentaire over het eenmanskrantje van I.F. Stone. Deze politieke biografie toont Stones benadering van het nieuws, zijn werkmethoden en sommige van zijn exposés van overheidsschandalen. Met deze twintig jaar durende publicatie werd ‘Izzy’ Stone de leidinggevende non-establishment journalist van het land. Hij startte de krant op tijdens de hoogdagen van het McCarthyisme, toen hij zelf aan geen baan geraakte. Hij deed alles zelf: schrijven, redigeren, proeflezen en verzenden. De oplage steeg van 5.300 tot 70.000 in 1971 toen hij de krant opdoekte en zijn medewerking begon bij The New York Review of Books. I.F. Stone’s Weekly was het eerste en lange tijd enige medium dat zich vragen stelde bij Lyndon Johnsons rechtvaardiging van de Vietnamoorlog.
Underground (1976) | Emile de Antonio, Mary Lampson, Haskell Wexler
Een clandestien gefilmd interview met vijf leden van de Weather Underground Organization (WUO), zelfverklaarde anti-oorlog revolutionairen die een gewapende strijd voeren tegen de Verenigde Staten. De drie radicale filmmakers die hen ondervragen zijn minder geïnteresseerd hoe ze zich als revolutionairen positioneren dan in de gebeurtenissen en omstandigheden die hen radicaliseerden en hen deden onderduiken en hoe het voelt om gezocht te worden door de federale overheid. De leden worden zo in beeld gebracht dat ze hun anonimiteit bewaren. De FBI liet Emile de Antonio, Haskell Wexler en Mary Lampson dagvaarden om al het filmmateriaal af te staan. Wat op zo’n grote verontwaardiging van links liberal Hollywood stuitte dat die eis werd teruggetrokken.
Harlan County USA (1976) | Barbara Kopple
Gedetailleerde Oscar-winnende analyse van een van de langste mijnwerkersstakingen uit de Amerikaanse vakbondsgeschiedenis. De mijnstreek Harlan County werd al in de jaren 1930 omgedoopt tot ‘Bloody Harlan’ omwille van de bloedige repressie tegen de leden van de Verenigde Mijnwerkersvakbond van Amerika. Dertig jaar later, in 1973, wilden de mijnwerkers van Brookside - een klein stadje in de omgeving - zich bij de vakbond aansluiten, maar de directie van de Eastover Mining Company weigerde hun contract te contrasigneren. Er braken stakingen uit, demonstranten werden gearresteerd, er werden ingehuurde knokploegen bijgehaald, de federale politie kwam tussenbeide. De hele strijd duurde dertien maanden. Een maand na het uitbreken van de staking, pootte Barbara Kopple, een jonge filmmaakster uit New York, haar camera’s neer in Harlan County. Drie jaar lang vertoefde de cineaste met haar kleine ploeg onder de mijnwerkers, sprak ze met de arbeiders en hun gezinnen, was ze ter plekke bij de meest gewelddadige uitbarstingen in het conflict (zoals de moord op een rivaal in opdracht van een megalomane vakbondsleider). Het resultaat is één van de meest onthullende analyses van een sociaal conflict die ooit werd gemaakt.
F.I.S.T. (1978) | Norman Jewison
Epos over de strijd en de corruptie van de vakbond van Amerikaanse truckers. Sylvester speelt de op Jimmy Hoffa geïnspireerde vakbondsleider van de Amerikaanse transportarbeiders, een charismatische armoedzaaier uit de sloppen van Cleveland die door schier doorzettingsvermogen, vuistwerk en aangeboren gevoel voor leiderschap opklimt van uitgebuite dokwerker tot oppermachtige syndicale leider met troon in Washington. Zijn FIST-imperium (Federation of Interstate Truckers) dreigt in scherven te vallen wanneer een ambitieuze, cynische senator zijn contacten met de onderwereld wil openbaar maken. Stallone huurde destijds de maffia in om de knokploegen en omgekochte politie van de fabrieksdirectie te lijf te gaan, maar vanaf hun infiltratie bewandelt de idealistische held het verkeerde pad. Een van de zeldzame Hollywoodproducties over de vakbondsstrijd, van de Canadese regisseur die ook meermaals Amerikaanse rassenkwesties aansneed (In the Heat of the Night, A Soldier’s Story, The Hurricane). Met Rod Steiger, Peter Boyle, Melinda Dillon, Tony Lo Bianco.
Daniel (1983) | Sidney Lumet
Het echtpaar Ethel en Julius Rosenberg ging de geschiedenis in als het spionnenpaar dat het geheim van de Amerikaanse atoombom aan de Russen verraden had. De Rosenbergs hebben nooit bekend maar op 19 juni 1953 op een controversieel proces werden ze ter dood veroordeeld en stierven ze in de Sing-Sing gevangenis op de elektrische stoel. Tegenstanders en sympathisanten van de Rosenbergs hebben decennialang gebekvecht over de zogenaamde ‘misdaad van de eeuw’. Sloeg dat nu op de diefstal van de atoomgeheimen of op de executie door de Amerikaanse regering van twee jonge idealisten? Met alle politieke vooroordelen uit het Amerika van senator Joseph McCarthy waren de Rosenbergs ofwel subversieve rode samenzweerders die de dood verdienden, ofwel onschuldige martelaren. Toen de FBI in 1984 de documenten vrijgaf betreffende de Rosenberg-affaire, bleek de waarheid iets complexer dan de voor-en tegenstanders wilden toegeven. Julius had zich inderdaad schuldig gemaakt aan spionage, en wel op veel grotere schaal dan hij voor terechtstond. Ethel was klaarblijkelijk niet nauw betrokken bij het spionagecomplot. De FBI wist dit, maar heeft haar schuld opgeblazen om haar man onder druk te zetten en - vergeefs - tot bekentenissen te dwingen. In deze verfilming van E.L. Doctorows The Book of Daniel zien we de ophefmakende zaak door de ogen van de twee kinderen die door een harteloos rechterlijk vonnis van hun ouders werden beroofd. Het meisje (Amanda Plummer) is het meest getraumatiseerd, gelooft fanatiek in de onschuld van haar ouders en zoekt soelaas in politiek activisme. Haar broer Daniel (Timothy Hutton) ijvert voor het eerherstel van zijn ouders. Ondanks het feit dat deze familie een andere naam krijgt, wijst alles erop dat de Rosenbergs model stonden. Met Mandy Patinkin, Lindsay Crouse, Edward Asner, Ellen Barkin.
The Times of Harvey Milk (1984) | Rob Epstein
Oscarwinnende documentaire waarin Epstein het portret schildert van Harvey Milk, de eerste Californische mandataris die uitkwam voor zijn homoseksualiteit, die verkozen werd tot stadssecretaris van San Francisco en in 1978, samen met burgemeester George Moscone, door een dolgedraaide collega, Dan White, werd vermoord. White had zijn mandaat verloren, meende het slachtoffer te zijn van een linkse, homoseksuele samenzwering en nam op een bloedige manier wraak. De moordpartij veroorzaakte grote beroering in de gay community en toen de dader er met een korte gevangenisstraf vanaf kwam braken er spontaan rellen uit. Epstein reconstrueert de carrière van Milk, zijn betekenis in de ‘gay rights movement’ en de gevolgen van zijn dood die tot zijn martelaarschap leiden.
Running on Empty (1988) | Sidney Lumet
River Phoenix draagt het gewicht van deze meeslepende film van Sidney Lumet op zijn smalle schouders. Hij is de zoon van een echtpaar dat voortdurend op de vlucht is voor zijn radicaal (en accidenteel crimineel) sixties verleden. De aan een overdosis vroeg gestorven Phoenix, die zelf grootgebracht werd in een andersoortig raar gezin (de sekte van The Children of God) is heel kwetsbaar als de zoon die ontdekt dat zijn hele bestaan op leugens en bedrog is gebouwd. Met Christine Lahti, Judd Hirsch, L.M. Kit Carson, Jonas Abry.
Malcolm X (1992) | Spike Lee
In zijn meest ambitieuze film schetst Spike Lee het levensverhaal van de omstreden zwarte leider Malcolm X en schenkt hij ons ook een verhelderende reis door de geschiedenis en cultuur van de onderdrukte Afro-Amerikaanse samenleving. Deze klassiek opgebouwde biopic valt netjes in drie delen uiteen: de verrassende jeugdzonden van pooier en nietsnut Malcolm Little, wat Lee filmt met de zwier van een uitbundige musical; zijn verblijf in de gevangenis waar hij zich bekeert tot de fanatieke leer van de Nation of Islam; hoe hij zich afscheurt van zijn huichelachtige mentor Elijah Muhammad, wat hij in 1965 met de marteldood bekoopt. Lee’s bewondering voor Malcolm X staat elke kritische distantie in de weg, waardoor de film nogal prekerig uitvalt, wat echter ruimschoots gecompenseerd wordt door de grote cinematografische kwaliteiten. Met Denzel Washington, Angela Bassett, Delroy Lindo, Spike Lee, Al Freeman Jr., Lonette McKee.
Hoffa (1992) | Danny De Vito
Over de leider van de vakbond van de Teamsters zei Gore Vidal ‘Jimmy Hoffa had long been Moby Dick to Bobby Kennedy’s Captain Ahab.’ Robert Kennedy, toen nog senator, was namelijk de voorzitter van de hoorzittingen die Hoffa het vuur aan de schenen legde omwille van zijn banden met misdadigers. Die hij kennelijk nodig had in zijn strijd in de jaren 1930-1940 om de uitgebuite vrachtrijders in een machtige vakbond verenigen. Hij belandde voor zijn criminele activiteiten in de gevangenis en toen hij weer op vrije voeten was, werd hij door zijn eigen organisatie aan de dijk gezet. Voor hij kon terugslaan, verdween hij in 1975 spoorloos. De omstandigheden van zijn dood werden nooit opgehelderd; wellicht werd hij omgebracht door de maffia. Danny De Vito en zijn scenarist David Mamet gaan er gewoon van uit dat Hoffa een weldoener van de eerste orde was, een taaie patroonheilige en gulle kerel die alleen maar met de georganiseerde misdaad in zee ging om de Amerikaanse Werkman te dienen. De Vito had ook het slechte idee om voor zichzelf het personage van Hoffa’s chauffeur en trouwe sidekick te bedenken, zodat we uiteindelijk meer tijd doorbrengen in het gezelschap van dit fictieve creatuur dan van de man om wie het toch allemaal draait. Noch de nodeloze epische effecten van De Vito’s nadrukkelijk opulente mise-en-scène, noch de kameleonprestatie van Jack Nicholson die zich de maniertjes van zijn model perfect eigen maakte, kunnen verdoezelen dat deze sociale superproductie hol is vanbinnen. Baby Face Kevin Anderson vertolkt Hoffa’s aartsvijand Robert Kennedy als een echt doetje. De toekomstige minister van Justitie wordt hier minder als een ambitieuze anti-corruptiekruisvaarder getypeerd dan als een verwend rijkeluiszoontje, erop gebrand de manhaftige pret te bederven van de hardgekookte vakbondsleider. Met Armand Assante, J.T. Walsh, John C.Reilly, Frank Whaley, Robert Prosky.
Get on the Bus (1996) | Spike Lee
In Get on the Bus filmt Spike Lee de busreis van vijftien zwarte Amerikanen van Los Angeles naar Washington, waar ze zullen meestappen in de Million Man March, de grootscheepse solidariteitsactie van Black America, in 1995 georganiseerd door de omstreden dominee Louis Farrakhan. Het gezelschap is uitermate divers. De passagiers noemen elkaar ‘brother’, maar vaak hebben ze behalve hun huidskleur niets met elkaar gemeen. Lee’s busje is een microkosmos van de Afro-Amerikaanse samenleving, een doorsnede - compleet met alle tegenstellingen, conflicten en contradicties - van wat er dezer dagen leeft bij de zwarte mannelijke bevolking. Demonstratieve discussies worden afgewisseld met rappende muzikale montages in deze even snel als goedkoop gemaakte film die bruist van de energie en bezieling. Dit keer scandeert Lee niet in de eerste plaats anti-blanke slogans: hij richt zich vooral tot zijn zwarte medemens. En rekent daarmee af met een aantal vooroordelen, maar ook met echte kwalen waarmee zijn gemeenschap getroffen wordt: vrouwenhaat, homofobie, antisemitisme, drugsverslaving, geweld en broedermoord. Met Ossie Davis, Charles S.Dutton, Andre Braugher, Richard Beizer.
Steal This Movie (2000) | Robert Greenwald
Na jaren van onderduiken, praat de Amerikaanse linkse radicaal Abbie Hoffman (Vincent D’Onofrio) honderduit over zijn leven, zijn engagement en de tegenstand die hij trotseerde. Jammer genoeg is deze biopic simplistisch didactisch en is de kijk op het ontstaan van de sixties counterculture onbeschroomd dweperig (Abbie Hoffman schreef mee aan het scenario). Greenwald ziet de anti-Vietnamoorlog activist als een authentieke tragische held. Hoffman, oprichter van de Yippie beweging (Youth International Party), wist hoe hij met straattheater en mediamanipulatie zijn politieke counterculture agenda door te drukken. In de Summer of Love van 1967 die zich hoofdzakelijk afspeelde in de wijk Haight-Ashbury in San Francisco was hij voor zijn Yippie aanhang een sexy, maar compleet stoned lover. Op het Woodstock festival in 1969 onderbrak hij het optreden van The Who om aandacht op te eisen voor het gevangenschap van John Sinclair van de White Panther Party, een links-radicaal, antiracistisch politiek collectief, opgericht voor blanke ondersteuning van de Black Panthers. Tegen de tijd dat de publieke opinie zich tegen de Vietnamoorlog keerde, leidde Hoffman zelf een ondergedoken bestaan. In zijn latere periode ruilde hij zijn paranoïde tirades voor milieu-activisme. Hoffman pleegde in 1989 zelfmoord. Hij werd 53. Met Janeane Garofalo, Jeanne Tripplehorn, Kevin Pollak.
The Weather Underground (2002) | Sam Green, Bill Siegel
Met deze documentaire over de dwalingen van Weather Underground, een beweging die midden jaren zestig ontstond op Amerikaanse campussen, analyseren de makers de terroristische neigingen van extreemlinks in die periode. De Weathermen laten in 1969 de campus in de steek om zich te vestigen in arbeiderswijken, doen afstand van hun studentenstatuut en eisen een strijdersstatuut op. Terwijl Amerika hoe meer verscheurd en verdeeld geraakt door de eindeloze oorlog in Vietnam gaan ze geleidelijk radicaliseren en ijveren ze om ‘de oorlog zichtbaar te maken op Amerikaanse bodem.’ Ze plegen aanslagen, slaan gewelddadig aan het betogen zoals op de zogenaamde ‘dagen van de woede’ tijdens de zomer van 1969 in Chicago. Ze slagen er zelfs in elkaar te doden bij een stomme bomontploffing in hun woning in Greenwich Village. Ze nemen deel aan de ontsnapping van idool van de counter-cultuur Timothy Leary. Maar een fiks deel van radicaal links vindt dat ze in hun ultra-gewelddadige acties te ver gaan. Volgens een Black Panther leider zijn het gewoonweg dommeriken. Terwijl ze in de jaren 1970 gedwongen in de clandestiniteit leven, treden ze begin jaren 1980 uit de schaduw en beginnen ze zich aan te geven bij de politie. Sommigen verdwijnen achter de tralies, anderen ontsnappen aan hun straf omdat de overheid genoodzaakt is hun achtervolging stop te zetten wegens de illegale methoden die de FBI gebruikte om hen te strikken. Lili Taylor leent haar stem aan deze kroniek van de spijt, de desillusies en de niet gerealiseerde dromen van een verloren generatie.
Milk (2008) | Gus Van Sant
Gus Van Sant filmt het inspirerend verhaal van de Amerikaanse gay activist Harvey Milk die als lid van de Board of Supervisors van San Francisco, de eerste openlijk homoseksuele verkozene werd van Californië. Hij kwam op voor gay rights in een tijd dat ook de grootste gay community van Amerika nog systematisch vervolgd en geslagen werd door een homofobe politiemacht. Hij won de bijnaam van Mayor of Castro Street (naar de buurt met de grootste concentratie van homo’s en lesbiennes) maar werd de favoriete schietschijf van homo hatende politici als Anita Bryant. Er werd zo’n hetze rond zijn uitdagende en kleurrijke persoonlijkheid gecreëerd dat op 27 november 1978 een gestoorde, bij de bijbel zwerende collega, Dan White, City Hall binnenwandelde en zowel Milk als burgemeester George Moscone vermoordde. Mede dankzij de opmerkelijke vertolking van Sean Penn is Milk een aangrijpende kroniek van hoe één man de wereld kan verbeteren - een klein beetje toch. Cinematografisch is het ook een van de meest conventionele films van de regisseur van My Own Private Idaho, Gerry en Elephant. Met Josh Brolin, Emile Hirsch, Diego Luna, James Franco, Alison Pill, Victor Garber, Stephen Spinella.
The Company You Keep (2012) | Robert Redford
Mooi dat de Sundance Kid na al die jaren nog altijd geëngageerde films blijft maken die een kritische blik werpen op zijn land en de zuur geworden American Dream. Redford speelt in deze klassiek opgebouwde intelligente thriller Jim Grant, ooit lid van de Weather Underground, een revolutionaire splintergroep die uit protest tegen de Vietnamoorlog openbare gebouwen opblies. Beschuldig van moord na een mislukte bankoverval, nam Grant een nieuwe identiteit aan en bouwde hij een carrière op als succesvolle advocaat. Grant, intussen weduwnaar en bezorgd om zijn jonge dochter, moet plotseling toezien hoe het verleden hem inhaalt. Als een vroegere radicale strijdmakker (Susan Sarandon) na 30 jaar door de FBI ontmaskerd wordt, wekt dit de nieuwsgierigheid van Ben Shepherd (Shia LaBeouf), een jonge reporter die weinig scrupules toont in zijn hang naar aanzien en roem. Uit zijn tent gelokt, slaat Grant op de vlucht, achternagezeten door zowel de hardnekkige reporter als een FBI-agent (Terrence Howard). Om zijn onschuld te bewijzen, zit er voor Grant niks anders op dan op zoek te gaan naar de enige getuige die nog in leven is uit zijn extreem rebelse jaren. Kenners van de Amerikaanse cinema van de seventies zullen de ironie appreciëren dat Redford bijna veertig jaar na All the President’s Men waarin hij een Washington Post journalist speelde die jacht maakte op president Nixon, nu een man speelt die genadeloos wordt opgejaagd door een ambitieuze jonge dagbladjournalist. Met Brit Marling, Stanley Tucci, Nick Nolte, Julie Christie, Chris Cooper, Richard Jenkins, Brendan Gleeson, Sam Elliott.
The Trial of the Chicago 7 (2020) | Aaron Sorkin
Het verhaal van zeven mensen die terechtstaan, beschuldigd van relschoppen tijdens de Democratische Nationale Conventie in Chicago in het traumatische jaar 1968 - de voortslepende oorlog in Vietnam, de moord in april op vreedzame zwarte leider Martin Luther King en twee maanden later op democratische presidentskandidaat Robert Kennedy. De protesten kwamen zowel van activisten die tot de gematigde Students for a Democratic Society hoorden geleid door Tom Hayden (Eddie Redmayne) als van militante Yippies, langharige beatniks geleid door oprichter en anarchistische anti-oorlogs-activist Abbie Hoffman (Sacha Baron Cohen) en Jerry Rubin (Jeremy Strong) en leiden tot bloedige confrontaties met de politie en de Nationale Garde. Zeven leiders werden op aandringen van minister van Justitie John Mitchell (John Dorman) beschuldigd van samenzwering tegen de vijandige Nixon-administratie. Aaron Sorkin, het brein achter The West Wing en The Social Network, reconstrueert in zijn tweede speelfilm het oneerlijke proces dat werd voorgezeten door de strijdlustige rechter Hoffman (niet verwant met Abbie). De aanklager was de plicht gebonden Richard Schultz. Het probleem voor de pro-Deoadvocaten was de onenigheid tussen de Yuppies die het systeem wilden ondermijnen en Hayden en zijn volgers die geloven in institutionele hervormingen van binnenuit. Het proces wordt gemanipuleerd, onder meer door de instructies van Mitchell aan de aanklagers, ook rechter Hoffman (Frank Langella) is allesbehalve objectief. Het hele proces is een pijnlijke politiek gestuurde farce. Met Alex Sharp, Jeremy Strong, John Carroll Lynch, Mark Rylance, Joseph Gordon-Levitt, Michael Keaton.
Patrick Duynslaegher
Van 1972 tot 2011 was Patrick Duynslaegher filmcriticus voor Knack magazine, waar hij van 2001 tot 2011 hoofdredacteur was. Van 2011 tot 2018 was hij artistiek directeur van Film Fest Gent. Hij schreef onder meer voor Sight & Sound, the International Film Guide, Variety en Vrij Nederland. Hij is de auteur van vier boeken, een over André Delvaux’s ‘Woman in a Twilight Garden’, een verzameling reviews, een overzicht van 100 jaar cinema in reviews en een kritische studie over het werk van Martin Scorsese.