Wide Angle: Ryûsuke Hamaguchi, meester in spanningen en ontladingen

Still Drive My Car
Verdieping 09 feb 2022
Drive My Car is al de negende speelfilm van Ryûsuke Hamaguchi, een regisseur die fictie blijft afwisselen met documentaires. Als eerste van zijn films die in de Belgische bioscopen wordt uitgebracht, zal het dan ook voor velen de ontdekking zijn van de grootste Japanse regisseur van een generatie die aantrad in de éénentwintigste eeuw.

Hamaguchi, geboren in 1978 in Kanagawa, was 29 toen hij in 2007 zijn debuutfilm maakte, Solaris. Het is al een tijd geleden sinds een nieuwe Japanse regisseur nog zoveel bijval oogstte op internationale filmfestivals. Dat maakt Hamaguchi de belangrijkste Japanse regisseur sinds de generatie die debuteerde in de jaren 1980 en 1990 van vorige eeuw: Kiyoshi Kurosawa (Shigarami Gakuen, 1980); de intussen overleden Juzo Itami (The Funeral, 1984); Takeshi Kitano (Violent Cop; 1989); Shin’Ya Tsukamoto (Tetsuo: The Iron Man; 1989); Takashi Miike (Shinjuku Triad Society, 1995); Hirokazu Koreeda (Maborosi, 1995) en Sabu (Dangan Runner, 1996).

Alle speelfilms die Hamaguchi tot nog toe maakte getuigen van een groot narratief talent en een vindingrijk omgaan met plot, intrige en verhaalsopbouw.

Ryûsuke Hamaguchi© Wikimedia Commons

Niets is eenvoudig in de wereld van Hamaguchi. Ogenschijnlijk conventionele verhaallijnen krijgen gaandeweg episodische vertakkingen die de intriges een andere richting uitsturen. Het verlies, de verdwijning en het onafgewerkte zijn terugkerende motieven in zijn werk.

De personages uit zijn eerste kortfilm Like Nothing Happened (2003) besluiten om na de dood van een naaste zijn onvoltooide film af te werken. In The Depths (2010) waarin de regisseur ook een tweeslachtige escorte opvoert, verdwijnt een jonge vrouw spoorloos op de dag van haar huwelijk. Halverwege het verhaal van Senses/Happy Hour (2015) neemt een van de vier vrouwelijke hoofdpersonages een ferry om nooit meer te terug te keren. Het abrupt verdwijnen van de minnaar van de titelheldin geeft aan het wondermooie Asako I & II (2018) de structuur van een tweeluik. Met een generiek die pas na veertig minuten verschijnt, lijkt Drive My Car (2021) in tweeën gesneden.

Niet verwonderlijk dat een regisseur die zo bewust bezig is met de structuur en het concept van het verhalen vertellen, zich eventjes ook liet verleiden tot de moeilijke oefening van de episodenfilm, ook wel omnibusfilm genoemd: Wheel of Fortune and Fantasy, geïnspireerd op Les rendez-vous de Paris (1995) van Eric Rohmer, won de Gouden Beer op de Berlinale van 2021.

De regisseur zegt dat sinds hij debuteerde hij onafgebroken achter de camera stond waardoor hij zelf niet goed weet hoeveel films hij al gemaakt heeft, ook al omdat er van sommige verschillende versies bestaan, zoals van het oorspronkelijk 317 minuten durende Senses/Happy Hours, naar verluidt de langste film ooit in Japan gemaakt.

Hamaguchi’s eerste lange speelfilm is een van zijn meest mysterieuze werken: Solaris (2007) een remake van de gelijknamige klassieker uit 1972 van Andrei Tarkovsky naar de melancholische sci-fi roman van de Poolse schrijver Stanislaw Lem. Al vanaf zijn tweede lange speelfilm Passion (2008), over de complexiteit van amoureuze dilemma’s, confronteert Hamaguchi zijn personages met hun eigen verbaal discours.

In het belang dat hij hecht aan taal, woorden en dialogen toont Hamaguchi zich net als zijn Zuid-Koreaanse collega Hong Sangsoo sterk beïnvloed door Rohmer. Maar hij voelt zich evenzeer schatplichtig aan de oude Japanse meester Mikio Naruse, en aan de belangrijkste regisseur van de vorige generatie, Kiyoshi Kurosawa, zijn professor aan de universiteit van Tokio. (Hij schreef intussen ook het scenario van Kurosawa’s recente film Wife of a Spy). Zijn liefde voor podiumkunsten kwam er via de omweg van de cinema: van het kijken naar de films van de vader van de Amerikaanse independent cinema John Cassavetes (en dan vooral Opening Night) en van de labyrinthische films van Jacques Rivette over toneelgezelschappen. Intimacies uit 2012, een ‘docufictie’ van 255 minuten, was zijn eerste film die echt over theater handelt. We volgen daarin de repetities en de opvoering van een toneelstuk, Shinmitsua, dat Hamaguchi zelf schreef. In het boek 100 ans de cinéma japonais vertelt Hamaguchi dat de drie maanden waarin hij dit work in progress filmde voor hem een ongeziene periode was om te experimenteren met zijn mise-en-scène en zijn jonge acteurs die hem verbaasden door hun oprechtheid en naturel. Hij zegt zelfs dat deze ervaring ook radicaal zijn leven heeft veranderd.

Senses/Happy Hours speelt zich ten dele af in de coulissen van een atelier voor meditatie en tekstanalyse. De film groeide uit een workshop in Kobe van zes maanden en met zeventien deelnemers. En Drive My Car schildert het portret van een toneelacteur en regisseur. Ook The Depths volgt een creatief proces en onderzoekt de tijd van een creatie, in dit geval het werk van een fotograaf.

Parallel met zijn fictiefilms draaide Hamaguchi verschillende documentaires in Tohoku na de ramp van Fukushima: The Sound of the Waves (2011), Voices from the Waves: Shinchimachi (2012), Voices from the Waves: Kesennuma (2012), Storytellers (2013). Maar ook in deze documentaires maakt hij het filmisch proces zichtbaar, met veel frontale shots waarin de ondervraagden bewust zijn dat ze gefilmd worden. In Storytellers volgde hij folklorekenner Kazuko Ono die precies dankzij haar luisterbereidheid mensen in de regio sprookjes en legenden uit hun jeugd ontlokt. Het motief van het luisteren dat nooit helemaal passief is, wordt een van de leidraden in Drive My Car waarin de personages slechts vooruitgang boeken in het verwerken van trauma’s en catastrofes, door elkaar én zichzelf verhalen te vertellen.

Patrick Duynslaegher

Patrick Duynslaegher

Van 1972 tot 2011 was Patrick Duynslaegher filmcriticus voor Knack magazine, waar hij van 2001 tot 2011 hoofdredacteur was. Van 2011 tot 2018 was hij artistiek directeur van Film Fest Gent. Hij schreef onder meer voor Sight & Sound, the International Film Guide, Variety en Vrij Nederland. Hij is de auteur van vier boeken, een over André Delvaux’s ‘Woman in a Twilight Garden’, een verzameling reviews, een overzicht van 100 jaar cinema in reviews en een kritische studie over het werk van Martin Scorsese.