Téchiné's intimistisch radicaliseringsdrama: zonsverduistering over de kersenboomgaard

201918579 1
Nieuws 10 apr 2019
Op 16 april presenteren we de nieuwe film 'L'adieu à la nuit' tijdens Film Fest Gent On Tour op 12 locaties in Vlaanderen en Brussel.

Post-nouvelle vague

Vooraleer iets meer te vertellen over 'L’adieu à la nuit' wil ik eerst even de figuur van de Franse veteraan André Téchiné (76) belichten. Alhoewel hij debuteerde tijdens de hoogdagen van de nouvelle vague kun je hem toch tot de eerste post-nouvelle vague generatie rekenen, samen met Jacques Doillon, Benoît Jacquot en de intussen overleden Claude Miller en André Corneau, allemaal regisseurs die hun eerste speelfilm halverwege de jaren zeventig maakten. Téchiné werd in 1943 geboren in een klein stadje in de Sud-Ouest van Frankrijk, een streek waar veel van zijn films zich afspelen. Zonder dat hij daarom een regionaal filmmaker is zoals bijvoorbeeld Robert Guédiguian wiens biotoop zich beperkt tot Marseille en omgeving, onderscheidt dit hem zeker van de tenoren van de nouvelle vague (François Truffaut, Jean-Luc Godard, Alain Resnais, Jacques Rivette) en hun discipelen (Olivier Assayas, Arnaud Desplechin, Philippe Garrel) wiens films zich vooral concentreren op Parijs. Nochtans is de Franse hoofdstad ook voor de jonge Téchiné het lichtend voorbeeld: al vrij vroeg verkast hij naar Parijs, het cinefiele hart van Frankrijk, waar hij van 1964 tot 1967 redacteur wordt bij de Cahiers du Cinéma waar ook enkele van zijn grote voorbeelden, zoals Truffaut en Eric Rohmer, voor geschreven hebben. Hij geeft ook een tijdlang les aan de beroemde Franse filmschool IDHEC (de voorloper van het huidige La Fémis) en assisteert Rivette bij zijn film fleuve 'L’amour fou' (1969).

Applaus en boegeroep in Cannes

In 1969 draait hij ook zijn eerste film, 'Paulina s’en va', een streng impressionistisch portret van een vrouw (Bulle Ogier) die het noorden kwijt is. Het is ook een beetje een valse start, want zijn debuut wordt pas uitgebracht in 1975, het jaar ook van zijn echte doorbraak met 'Souvenirs d’en France', een van de revelaties van het festival van Cannes. De invloedrijke intellectueel Roland Barthes toont zich enthousiast over deze tegelijk frivole, theatrale en Brechtiaanse familiesaga van industriëlen van de jaren dertig tot de jaren zeventig, met een glansrol voor Jeanne Moreau. In zijn volgende film, 'Barocco' (1976), met Isabelle Adjani en Gérard Depardieu, mixt Téchiné expressionisme en poëtisch realisme. Vervolgens introduceert hij in 'Les soeurs Brontë' (1979) een narratief gegeven dat zijn later werk zal kenmerken: dat de film in essentie niet gaat over wat de titel en de rolverdeling (Isabelle Huppert, Isabelle Adjani, Marie-France Pisier) doen vermoeden, want alles draait niet om de romantische zussen, wel om hun gekwelde broer Branwell (Pascal Greggory). Dat het hier ook om een luxueus haut de gamme cultuurproduct gaat van het huis Gaumont, wordt hem niet in dank afgenomen, met als gevolg boegeroep op het festival van Cannes.

Catherine Deneuve

Téchiné moet zich herbronnen en maakt in 1981 Hôtel des Amériques, zijn eerste film met Catherine Deneuve, die zijn fetisj-actrice wordt: 'L’adieu à la nuit' is intussen hun achtste samenwerking. Meer dan welke Franse regisseur ook cast Téchiné haar in films als 'Le lieu du crime' (1986) en 'Ma saison préférée' (1993) in rollen van zeer aardse personages, wat indruist tegen haar haar koel en afstandelijk imago.

Cinema van vrijheid

Intussen heeft Téchiné zijn stugge, literaire en onbeschroomd artificiële stijl vol cinefiele referenties wat afgeremd en kiest hij voor een cinema die vrijheid uitademt, waarbij hij zijn films minder als objecten ziet dan als levende materie, niet gestuurd door plot en intrige maar door de personages. Vandaar ook de uitweidingen en grillige zijsprongen in de vertelling van 'Rendez-vous' (1985), 'Les innocents' (1987) en 'J’embrasse pas' (1991), de laatste - over een jongen uit de provincie die zijn geluk gaat zoeken in Parijs - ook autobiografisch getint. Téchiné gelooft niet in het ‘gebetonneerd’ scenario. Hij ziet het scenario slechts als springplank voor de opnamen. ‘Ik beschouw een film niet als een illustratie van het script, dat onvoltooid moet blijven, moet openstaan voor de levende materie van de opnamen. Het zijn de acteurs die er voor zorgen dat de film tot leven komt, die voor onverwachte elementen zorgen die het mechanische van het filmproces opheffen.’

In methode en temperament is Téchiné een regisseur van het romaneske en bekommert hij zich weinig om de notie van de geloofwaardigheid van zijn verhalen. Hij ontwikkelt zich tot een auteur met een eigen stijl en persoonlijke thematiek, een regisseur die binnen het systeem werkt, met grote sterren en navenant budget. Toch blijft hij deze grotere producties afwisselen met kleinere projecten, zoals 'Loin' (2001) een film die hij op video draait en op locatie in Marokko, zonder vedetten en met een grotere vrijheid van vertellen.

Politiek-maatschappelijke thema's en vervreemding

Téchiné raakt zeker in zijn later werk relevante politiek-maatschappelijke thema’s aan, zowel historisch als actueel: de Algerijnse oorlog in 'Les roseaux sauvages' (1994); de beginjaren van Aids in 'Les témoins' (2007); de exodus in Frankrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog in 'Les égarés' (2003); antisemitisme in 'La fille du RER' (2009); liefdesperikelen tegen de achtergrond van de zogeheten casino-oorlog in Nice in 'L’homme qu’on aimait trop' (2012); radicalisering in 'L’adieu à la nuit' (2019). De regisseur laat zich gelukkig nooit verleiden tot thesisfilms. Zo zijn de personages er nooit om een bepaalde ideologie of problematiek te belichamen, maar vertegenwoordigen ze alleen hun eigen persoon. Ook creëert Téchiné door zijn mise-en-scène een spanning tussen de sociologisch-maatschappelijke context en de wijze waarop hij de uit het leven of de krantenkoppen gegrepen inhoud vorm geeft. De verscheurende keuzes waarvoor de personages gesteld worden, roepen intense emoties op die zijn films minder verwant maken aan de Hollywood melodrama’s dan aan de antieke tragedies. In veel van zijn films gaat het om de diepe vervreemding in ieder van ons, een opvatting die Téchiné verwant maakt aan Camus. Zijn protagonisten proberen uit te zoeken wie ze zijn, wat hun culturele, nationale en seksuele identiteit is.

Zijn films mogen dan nog veelal in de provincie en op het platteland gesitueerd zijn, ver weg van de Parijse drukte en nombrilisme, ze spelen zich wel degelijk af in onze problematische wereld van globalisering, vluchtelingen, het versterken van de grenzen om de migratiestroom tegen te houden, de opmars van radicalisering en extremisme.

L'adieu à la nuit

Dat het intimistisch drama 'L’adieu à la nuit' zich voltrekt in vijf dagen die als hoofdstukken worden aangekondigd, maakt de film gebald, intens en onafwendbaar. En versterkt het romaneske dat de regisseur altijd nastreeft. Centrale figuur is Muriel (Catherine Deneuve) die samen met haar vennoot Youssef (Mohamed Djouhri) een paardenfokkerij runt in het Zuidwesten. Haar gezapig leventje wordt helemaal overhoop gehaald als ze het bezoek krijgt van haar kleinzoon Alex (Kacey Mottet Klein die al de hoofdrol vertolkte in een vorige film van de regisseur, 'Quand on a 17 ans', uit 2016 en ook de hoofdrol speelt in 'Continuer', de recente film van Joachim Lafosse). Zo vreemd is zijn gedrag, dat ze hem eerst niet meer herkent. Tot de grootmoeder geleidelijk ontdekt dat Alex tijdens zijn lange afwezigheid geradicaliseerd is en van plan is samen met zijn eveneens met IS sympathiserend vriendinnetje Lila (Oulaya Amamra) af te reizen naar Syrië. Wat Muriel uiteindelijk voor een moreel dilemma stelt: moet ze al of niet haar kleinzoon aangeven?

Radicalisering op een paardenranch

Afgezien van een retorische parallelmontage tussen een familiefeest op de paardenranch en de sinistere samenkomst van Moslimfanaten, neemt Téchiné de hele film een observerende houding aan. Zoals te verwachten laat de regisseur van Les voleurs (1996) en Alice et Martin (1998) zich niet verleiden tot een oppervlakkig sociologisch betoog, maar gebruikt hij een beladen thematiek om eens te meer op fijnzinnige manier familiale banden te analyseren, met alle kwetsuren, verdeeldheid en verzoeningen die daarbij komen kijken. En, ook typisch Téchiné, met alle demonen uit het onverwerkt verleden die oude wonden openrijten en door het leven van de overlevenden blijven spoken. ‘Het gewicht van het verleden is zeer belangrijk in mijn werk,’ zegt Téchiné in een interview. ‘C’est le point commun de tous mes films: ils sont traversés par des revenants.’ Zo is er in L’adieu à la nuit de raadselachtige dood van de moeder van de jongen en de afwezigheid van de vader. Téchiné alludeert ook naar de twijfelachtige seksuele identiteit van Alex als een factor van zijn religieus extremisme. Uit godsdienstige overwegingen gaan Alex en Lila kuis met elkaar om, maar als ze uiteindelijk seks met elkaar willen, mislukt dit. Ook in 'Rendez-vous' zat er een gelijkaardige scène waarin seks de personages niet bij elkaar brengt. Wat Téchiné daar toen over zei, klopt ook voor L’adieu à la nuit: ‘Je tenais beaucoup à montrer dans mon film cette impossibilité du sexe, l’idée qu’une communication sexuelle qui serait révélatrice d’un attachement définitif, s’avère utopique.’

Van alle westerse landen heeft Frankrijk het grootste aantal jongeren die in Syrië IS gingen vervoegen. Dat het radicaliseringsproces van Alex zich niet in een verstikkend stedelijk kader voltrekt maar in de Pyrénées-Orientales maakt er een bevreemdend drama in open lucht van waarvan de tragiek al wordt aangekondigd van bij de openingsscènes, in het shot van een zonsverduistering over de kersenboomgaard. Een duisternis die Alex beklemmend vindt, voor hem is 'l’adieu à la nuit' het vooruitzicht op het permanente daglicht van de Syriëstrijder.

'L'adieu à la nuit' is tijdens Film Fest Gent On Tour te zien op dinsdag 16 april in Sphinx Cinema (Gent), Flagey (Brussel), Cinema Lumière (Brugge), Cinema Cartoon's (Antwerpen), Cinema ZED (Leuven), Kunstencentrum BUDA (Kortrijk), CC Strombeek, CC Zoetegem (Zottegem), CC Jan Tervaert (Hamme), CC Ter Dilft (Bornem), The Roxy Theatre (Koersel) & Studio Geel. Tickets zijn verkrijgbaar bij de deelnemende locaties.