Verdieping 13 jun. 2024

Washington Politics

The Candidate (1972) | Michael Ritchie

Eén obsessie doorkruist het werk van de Amerikaanse filmmaker Michael Ritchie: competitie en meer in het bijzonder hoe deze drang om te winnen en boven de anderen uit te stijgen onlosmakelijk is verbonden met de American Dream. The Candidate toont hoe Bill McKay, een charismatische en televisiegenieke politicus uit Californië (Robert Redford) zijn ziel verkoopt om Senator te worden voor de staat Californië. Tegelijk is dit ook een tamelijk beangstigende doorlichting van een door tv gedomineerde politieke cultuur dat zijn leiders uitkiest volgens dezelfde criteria waarmee het een wasproduct aanprijst. Regisseur en steracteur waren in de sixties zelf bij kiescampagnes betrokken, wat het hoge realiteitsgehalte verklaart van een fictiefilm die met documentaire precies achter de schermen van een electorale campagne kijkt. De figuur van McKay is geïnspireerd op George McGovern, de senator voor South Dakota die in 1972 de Democratische kandidaat voor het presidentschap was. De schrijver van het Oscar winnende scenario was zelf speechschrijver voor vijfvoudig presidentskandidaat Eugene McCarthy. Met Peter Boyle, Melvyn Douglas, Allen Garfield, Don Porter.

The Seduction of Joe Tynan (1979) | Jerry Schatzberg

Mix van romantische huwelijk-en-ontrouw komedie en politieke fabel tegen de achtergrond van het Amerikaanse Congres. Televisiester Alan Alda is de liberale senator met Kennedy-achtig charisma die voor verschillende dilemma’s komt te staan: kiezen tussen een campagne tegen een racistische politicus of loyaliteit jegens een seniele oude collega (Melvyn Douglas); een affaire met een progressieve advocate (Meryl Streep) of trouw aan zijn tekortgedane echtgenote (Barbara Harris); nog meer tijd uittrekken voor zijn politieke ambities of wat meer aandacht besteden aan zijn kinderen die hij nauwelijks ziet. Naarmate het verhaal vordert verdwijnen de politiek-ethische kwesties naar de achtergrond en krijgen de privé-conflicten en huwelijksperikelen de onverdeelde aandacht. Aardig middle-brow amusement.

Power (1986) | Sidney Lumet

De thesis van deze thriller over mediamanipulatie en de invloed van PR op de Amerikaanse politiek is dat in de VS de campagnes volledig worden klaargestoomd in functie van het imago dat de kandidaten op het tv-scherm zullen achterlaten. Wat niet bepaald als nieuwe boodschap klonk in het Amerika dat Ronald Reagan twee keer tot president verkoos. Hoe dan ook bevat het vrij demonstratieve scenario voldoende intrigerende details en achtergrondinformatie om die afgezaagde thesis wat uit te diepen. Richard Gere speelt moeiteloos de gladde mannetjesmaker die zo’n kei is in het opbouwen van een televisie-imago van zijn machtige klanten dat hun politiek succes gegarandeerd is. Hij is de PR-man als superster die met zijn privéjet van de ene klant naar de andere snelt, onder meer een Zuid-Amerikaanse demagoog, een gescheiden vrouwelijke gouverneur uit Washington die opnieuw wil verkozen worden en een multimiljardair uit New York die de gouverneurszetel in New Mexico ambieert. Gene Hackman is Gere’s mentor die intussen aan de drank geraakte, Julie Christie is zijn ex, een journaliste. E.G. Marshall is de enige respectabele politicus in het gezelschap.

The candidate
In "The Candidate" wil Bill McKay (Robert Redford) koste wat kost senator worden van Californië

Tanner ’88 (1988) | Robert Altman

Ontgoocheld door de infantiliteit van de Hollywoodindustrie zocht Altman in de jaren 1980 zijn toevlucht tot opera en toneel en keerde hij ook terug naar zijn televisie roots. Zo maakte hij voor HBO deze briljante en cynische serie over een Amerikaanse presidentscampagne met een van zijn favoriete acteurs, Michael Murphy, als de fictieve genomineerde Democraat Jack Tanner. Altman filmde deze pseudo-reportage in het zog van echte primaries, liet diverse echte politieke en mediafiguren zichzelf spelen en voorspelde daarmee de huidige mix tussen tv- nieuws en realitysoap. Deze baanbrekende satire, geschreven door Garry Trudeau, de schepper van de satirische strip Doonesbury, is 353 minuten pure, onversneden Altman.

Bob Roberts (1992) | Tim Robbins

In het jaar dat de zakenman en miljardair Ross Perot voor het eerst zijn gooi deed naar het presidentschap, speelde ook de acteur Tim Robbins in zijn regiedebuut een selfmade miljonair die met zijn anti-sixties demagogie een Senaatszetel hoopt te veroveren. In een wereld waar telegeniek zijn alles is, weet Bob Roberts perfect de media te bespelen. Zijn kennis van de popcultuur gebruikt hij om stemmen te winnen voor zijn reactionair manifest. Deze aalgladde opportunist is tegen drugs maar ook tegen welfare. Hij preekt gezinswaarden en godsdienstijver maar ook onverdraagzaamheid en schaamteloos winstbejag en komt daar allemaal rond voor uit. De beste vondst van de film is dat Roberts een folkzanger is. In plaats van speeches te geven, tokkelt hij op zijn gitaar en zingt hij slogans die in feite pervers reactionaire verdraaiingen zijn van de protestsongs van Bob Dylan en Woody Guthrie, zoals ‘The Times they changin’back’ of ‘This Land was made for me’. Deze kroniek in pseudo-documentaire stijl verslaat alle carnavaleske aspecten van de campagne van een kandidaat die openlijk egoïsme, boosaardigheid en hebzucht preekt en voor geen enkele vuile zet terugdeinst om dwarsliggers te liquideren. Zijn democratische tegenstander wordt vertolkt door schrijver-essayist Gore Vidal die in 1968 zelf in de running was voor een zitje in de Senaat. Deze lichtelijk arrogante liberale patriciër is gewoon zichzelf en mag middels deze scherpzinnige satire op de Amerikaanse politiek zijn ideeën ventileren over Amerika als ‘National Security’ staat in de greep van het militair-industrieel complex. In een Knack-interview vertelde Robbins dat Bob Roberts een amalgaam is van verschillende politici maar dat het zeker niet fout is om hem als een jonge George Bush met een gitaar te beschouwen. Met Giancarlo Esposito, Alan Rickman, David Strathairn, James Spader, Helen Hunt.

Bulworth (1998) | Warren Beatty

Warren Beatty maakt niet alleen deel uit van het uitstervend ras van echte filmsterren, hij is ook een Hollywood player die zich al met politiek onledig hield nog voor dit in de mode was: in 1968 voerde hij actief campagne voor Robert Kennedy, in 1972 voor McGovern en in de jaren 1980 voor Gary Hart. Nu noemt hij zichzelf ‘a depressed Kennedy liberal.’ In 1998 maakte hij zijn meest actuele politieke film. Hij schittert als een Californische senator voor de Democraten, die na een zenuwinzinking plotseling begint te rappen. Bijzonder is dat hij tijdens zijn ritmisch rijmen ook voor het eerst in zijn carrière de waarheid spreekt. In een ver verleden was hij een idealist maar intussen is hij al lang voor het kapitalisme gecapituleerd. Maar eens hij aan het rappen slaat is er geen houden meer aan. Terwijl hij in volle hiphopornaat op tv verschijnt, klaagt hij - vaak in obscene bewoordingen - de financiering aan van de verkiezingen, ontmaskert hij de verzekeringsindustrie voor het opblazen van de kosten van de gezondheidszorg en veegt hij lustig de vloer aan met alles wat politiek correct is. Beatty schuwt zelfs de nestvervuiling niet: ook Hollywood krijgt een veeg uit de pan; de senator trekt van leer tegen de corrumperende invloed van de megaconglomeraten die eigenaar zijn van grote televisiezenders (Bullworth is een productie van 20th Century Fox, een filmmaatschappij die eigendom is van de News Corporation van mediatycoon Rupert Murdoch). Met Halle Berry, Sean Astin, Kimberly Deauna Adams.

Bulworth
Warren Beatty als een waarheid-rappende senator in "Bulworth"

The Contender (2000) | Rod Lurie

Dit politiek drama kwam niet toevallig in de bioscoop een jaar na de impeachmentprocedure tegen president Clinton. Dat de 49-jarige Amerikaanse president onder ede loog over zijn seksuele relatie met de 22-jarige stagiaire Monica Lewinsky (‘I did not have sexual relations with that woman’) schopte hem bijna het Witte Huis uit. Behalve voor onverbeterlijke moraalridders was de grootste schande niet dat Clinton loog maar dat zijn seksleven gelieerd werd aan zijn bekwaamheid. Dit dilemma beheerst ook The Contender, waarin alles draait om een lastercampagne tegen Laine Hanson (Joan Allen), de eerste vrouw in de race voor het vicepresidentschap. Haar tegenstanders zijn op het spoor gekomen van foto’s en getuigenissen van een groepsseksfuif uit haar bonte studentenjaren. Hoe Hanson hierop reageert is tekenend voor haar persoonlijkheid en integriteit: ze bekent noch ontkent het voorval omdat het niks te maken heeft met haar competentie om te regeren. Een sappig of smerig seksueel avontuur uit het verleden opdelven is een geliefkoosde tactiek voor politieke chantage zoals ook blijkt uit een andere titel in dit programma, The Best Man, waarin een homoseksueel uitstapje een presidentskandidaat kan fataal worden. Van hetzelfde laken een pak in Advise and Consent (1962; Otto Preminger), een analyse van politiek in Washington (die wegens rechtenkwesties niet in dit programma geraakte) waarin een getrouwde senator afgeperst wordt omwille van een homoseksuele affaire tijdens zijn legerdienst in Hawaii. Met Jeff Bridges, Gary Oldman, Christian Slater, Sam Elliott, Mariel Hemingway, William Petersen.

Charlie Wilson’s War (2007) | Mike Nichols

De regisseur van The Graduate toonde zich ook een vitaal en scherp commentator op de politieke zeden in het land van Uncle Sam en in het bijzonder op de Washingtonlobbyisten. Charlie Wilson’s War is zijn half satirisch portret van een Amerikaans Congreslid en uitbundige levensgenieter (een verrassend liederlijke Tom Hanks) die met een excentrieke CIA-agent (Philip Seymour Hoffman) een geheime operatie opzet om wapens en morele steun te ronselen voor de Afghanen in hun strijd tegen de Sovjets. Met Julia Roberts, Amy Adams.

Patrick Duynslaegher

Patrick Duynslaegher

Van 1972 tot 2011 was Patrick Duynslaegher filmcriticus voor Knack magazine, waar hij van 2001 tot 2011 hoofdredacteur was. Van 2011 tot 2018 was hij artistiek directeur van Film Fest Gent. Hij schreef onder meer voor Sight & Sound, the International Film Guide, Variety en Vrij Nederland. Hij is de auteur van vier boeken, een over André Delvaux’s ‘Woman in a Twilight Garden’, een verzameling reviews, een overzicht van 100 jaar cinema in reviews en een kritische studie over het werk van Martin Scorsese.