'The Fearless Vampire Killers' in Flagey
Zo afgezaagd en voorspelbaar is het genre dat vampierfilms meestal op pure routine drijven. Slechts heel af en toe is er een variatie die de regels op hun kop zet en het genre totaal vernieuwt, of zelfs zo uniek is dat ze nauwelijks tot het genre lijkt te behoren.
Deze 'The Fearless Vampire Killers' was eind jaren zestig zo’n film die het vampiergenre van een flinke scheut nieuw bloed voorzag. Nog voor de film echt begonnen is, drukt regisseur Roman Polanski er zijn stempel op door het MGM-logo van de brullende leeuw te laten transformeren in een grinnikende vampier. Waarna de begingeneriek volgt waarin op de macabere tonen van de spottende score van Krzystof Komeda het bloed langzaam van de credits druppelt.
Komische vampieren
De slagzin bij de titel, ‘Pardon me but your teeth are in my neck,’ zet ook de toon van deze prent die onder zijn dolkomische dekmantel ook de gitzwarte levensvisie uitdraagt van de maker van 'Cul-de-sac', 'Chinatown' en 'Rosemary’s Baby'. Want de brave professor Abronsius (Jack MacGowran) die naar een dorp in de Karpaten reist om er de lokale bevolking te bevrijden van een oud vampiergeslacht zal er niet in slagen om het kwaad te verdelgen, en zal het op de koop toe zelfs ongewild verspreiden. Keer op keer in het oeuvre van Polanski blijkt naïeve goedheid niet opgewassen tegen de irrationele krachten van het oneindig superieure kwaad.
'The Fearless Vampire Killers' is niet echt een parodie want ondanks de sarcastische ondertoon worden de griezeltradities ook liefdevol omhelsd en komen alle ingrediënten van de vampiermythologie aan bod, van het knoflook en de crucifix, van de houten staak waarmee de slapende bloedzuigers in het hart moeten doorboord worden tot de onzichtbaarheid van de vampiers in spiegels. Dat laatste zorgt trouwens voor een van de mooiste macabere momenten: de ontmaskering van Alfred en de professor op het grote bal van de vampiers.
Kasteel vol stof
Polanski introduceert twee nieuwigheden binnen de geijkte formules: een joodse vampier (Alfie Bass) die immuun blijkt voor de christelijke bezweringen en een openlijk homoseksuele vampier die zijn zinnen zet op Abronsius’ klungelende assistent Alfred (gespeeld door Polanski zelf). Sharon Tate (die later met Polanski trouwde en het slachtoffer werd van de Manson-bende) is de roodharige schone die tijdens een van haar uitgebreide badrituelen door de aristocratische vampier (Ferdy Mayne) wordt ontvoerd.
Afgezien van enkele buitenopnamen op een hoog plateau van de Italiaanse Dolomieten, werd de film volledig opgenomen in de Londense MGM-studio’s waar Polanski en zijn vorstelijke cameraman Douglas Slocombe wonderen doen met de kunstmatige sneeuwdecors, het kasteel vol stof en spinnenwebben en het expressionistisch vervormde dorpje dat zo uit een schilderijtje van Chagall komt.
Bloedrode uitspattingen
In een interview met Cahiers du Cinéma zei Polanski destijds dat het eerste idee voor de film een sneeuwlandschap was. Voor Polanski gaat het hier meer dan om een decor, maar heeft die keuze vooral te maken met het creëren van een klimaat dat de hele film zal overheersen, iets waarin Polanski zich een meester toont.
Slocombe weerde zoveel mogelijk felle kleuren in zijn fotografie, zodat je de indruk krijgt van een zwart-witgamma met af en toe wat vaalrode accenten (zoals de sjaal van Alfred en de handschoenen van de professor) en bloedrode uitspattingen als de vampiers vrolijk hun tanden in hun slachtoffers planten.
‘The Fearless Vampire Killers’: donderdag 22 november om 19:30 in Ciné-Club, Flagey (Studio 5), Brussel.
Reservaties: www.flagey.be / www.cinematek.be