Vertellen met muziek: Carter Burwell

Img 0394 web c michiel devijver
Nieuws 17 okt 2018
Het publiek vertellen wat het op het scherm niet ziet, zo vatte Carter Burwell zijn taak als filmmuziekcomponist samen op het jaarlijkse filmmuziekseminarie van Film Fest Gent. Onder leiding van curator Martine Huvenne kwamen in de aanloop van de 18de World Soundtrack Awards en Concert Carter Burwell, Skip Lievsay en Nicolas Britell vertellen over hun werk en samenwerking.

In de Theaterzaal van Vooruit gebeurde dat aan de hand van concrete voorbeelden. Carter Burwell vergat eventjes dat hij de huiscomponist is van de gebroeders Coen en illustreerde zijn betoog vooral aan de hand van ‘Carol’ van Todd Haynes, de film die hem een internationaal podium bezorgde. Met Haynes had hij al eerder gewerkt voor ‘Velvet Goldmine’ en de al op Film Fest Gent vertoonde tv-series ‘Mildred Pierce’ en sedert ‘Carol’ componeerde hij ook de muziek voor ‘Wonderstruck’. Van een regisseur verwacht Carter Burwell dat hij de muziek ernstig neemt. Daarnaast wil hij niet dat muziek overdondert of overheerst. “Afwezigheid van muziek is even belangrijk als de aanwezigheid ervan,” zegt Burwell.

Rand

Voor hem was het duidelijk dat het scenario van ‘Carol’ op de rand van het melodrama balanceert. Aanvankelijk weten de hoofdpersonages Therese en Carol geen blijf met hun gevoelens voor elkaar. Ze kennen de taal van hun liefde niet. En net daar neemt de muziek van Carter Burwell het over. Terwijl regisseur Todd Haynes aandrong om het melodramatische te beklemtonen, pleitte de componist voor meer terughoudendheid en om “het ongemakkelijke van de hele situatie te omhelzen”.

Daarom is het thema van ‘Carol’, helemaal niet romantisch maar heeft het iets spiritueels en iets mysterieus. "Net alsof er een stukje van haar ziel ontbreekt." Bij het componeren vertrekt Carter Burwell het liefst niet vanuit onbekend filmterrein en ‘Carol’ was zo goed als gemonteerd toen hij de muziek schreef. De synthesizer lijkt niet Burwells favoriete instrument te zijn, maar hij houdt wel van moderne techniek die hem in staat stelt om bijvoorbeeld het thema dat de linkerhand op de piano speelt, te vermengen met de melodie die de rechterhand speelt. We hoorden niets anders dan klasse muziek die vooral indruk maakte tijdens de liefdesscène tussen Therese en Carol, want tederheid en gereserveerdheid gaan er hand in hand.

Draak

Tussendoor stak Carter Burwell de draak met regisseurs of producenten die zich in het gesprek over de muziek en het gebruik ervan mengen zonder al te veel kennis van zaken. Vooral hun kennis van de instrumenten is belabberd: sommigen kennen zelfs het onderscheid niet tussen een hobo en een trompet.

Het belang van instrumentatie illustreerde Carter Burwell met fragmenten uit ‘Wonderstruck’ van Todd Haynes en ‘Three Billboards Outside Ebbing, Missouri’ van Martin McDonagh. In ‘Wonderstruck’ valt het gebruik op van percussie en dat idee haalde Burwell voor een stuk uit zijn persoonlijke levenssfeer. In de traditie van Carl Orff leerden zijn kinderen eerst één noot, dan een tweede en dan gaan ze ermee aan de slag. In ‘Wonderstruck’ waarin twee kinderen een hoofdrol spelen, geeft percussie een speels en toch rijk gevoel en je vermijdt sentimentaliteit. Bovendien geeft percussie nog energie aan het geheel.

Spaghettiwestern

In ‘Three Billboards Outside Ebbing, Missouri’ ademde bij de voorbereiding alles een soort Ierse sfeer en dacht Carter aan het gebruik van de gitaar. Het scenario deed denken aan dat van een spaghettiwestern met talrijke wisselingen van bondgenootschappen. Carter componeerde een score die bij een spaghettiwestern paste maar die werkte helemaal niet. Want achter dat wisselvallige van de onderlinge verhoudingen ligt een dramatische gebeurtenis. De humor is eveneens veel donkerder dan in een western en is een verrassingselement. Uiteindelijk gaf hij het hoofdpersonage Frances McDormand een muzikaal kleedje. De muziek maakt deel uit van haar outfit, lacht Burwell. Als we Frances voor het eerst zien, is ze depressief maar geleidelijk aan groeit ze en straalt ze energie uit.

En wanneer is een score in zijn ogen geslaagd? "Als ze werkt voor de film," is zijn antwoord. En daarin heeft de regisseur finaal het laatste woord, want het is zijn film.

In deze hoogtechnologische tijdens wordt het soms moeilijk om een onderscheid te maken en te horen tussen filmmuziek en sounddesign. Vroeger heette dat de bruitage en beperkte de taak van de “sounddesigner” zich tot het namaken van geluiden van onder andere stappen, lopen, vallen, tafelgerei, uitschenken van dranken. Alles kan tegenwoordig verfijnder en de mogelijkheden zijn haast onuitputtelijk.

Horror en spannende films zijn het geliefkoosde domein van de sounddesigner maar iemand als Skip Lievsay is uitgegroeid tot een grootmeester in zijn vak. Dankzij hem kwamen de gebroeders Coen in contact met Carter Burwell, maar wie de meester aan het werk wil horen moet naar films kijken als 'The Silence of the Lambs’ van Jonathan Demme en naar ‘Gravity’ van Alfonso Cuarón. Door zijn klankenstructuur en weergave ga je bijna letterlijk met Jodie Foster mee door gangen en langs trappen mee naar de opgesloten Hannibal Lecter. En ervaar je in ‘Gravity’ dat niemand je kreet hoort in de ruimte. Ook daar is less more.

Tags

WSA2018