Vierkante prijzen op 70ste editie filmfestival van Cannes

P1bhfc6jp0slq1jb01rhd1st01k741
Nieuws 31 mei 2017
Met een minder goede film ‘The Square’ dan zijn voorgaande ‘Turist’ toch de Gouden Palm in de wacht slepen. Het overkwam de Zweedse regisseur Ruben Östlund op de voorbije zeventigste editie van het filmfestival van Cannes. Toegegeven met ‘Turist’ kon Östlund geen palmen winnen want zijn film werd in de prestigieuze sectie ‘Un Certain Regard’ vertoond. Een beter opstapje naar de competitie was nauwelijks denkbaar.

Östlund’s bekroning kan je een krachttoer noemen of als paradoxaal catalogeren. Het was in elk geval een verrassing. De maatschappij- en marketingkritische film met een museumdirecteur als hoofdpersonage was vrij goed ontvangen maar als weinig “palmable” beschouwd. Een orgelpunt op deze jubileumeditie van Cannes is het evenmin want daarvoor is ‘The Square’ kwalitatief te onevenwichtig en te lang uitgewerkt. Met dat laatste is de regisseur het combattief oneens. Hij heeft nog veel ongebruikt materiaal in petto en is van plan om dat in een nieuwe filmversie te gebruiken. Afwachten of filmverdelers daar happig op zijn.

Nadat onder meer de internationale filmkritiek ‘120 Battements Par Minute’ met haar Fipresci prijs had bekroond, stegen de verwachtingen van de supporters van de door Robin Campillo gedraaide film met het uur. Toch werd het geen Palme d’Or, wel de Grand Prix van het festival, ei zo na de meest prestigieuze prijs. En de prijs die veelal als de meest ernstige wordt beschouwd. Met zijn film keert de regisseur terug naar de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw toen het collectief Act Up, onder meer in Parijs, actie voerde voor de aidspatiënten en tegen het gebrek aan onderzoeksmiddelen om de ziekte te bestrijden. Tussen de soms spectaculaire acties verweeft de regisseur een liefdesgeschiedenis tussen twee leden van het collectief. Een integere film.

Mistoestanden

Niemand was op de prijsuitreiking zo duidelijk ontgoocheld als de Russische regisseur Andrey Zvyagintsev toen hij naar het podium stapte om de prijs van de jury op te halen voor zijn ‘Loveless’. Begrijpelijk want als er een film de 70ste editie van Cannes tekende, dan deze film over een scheidend koppel dat opnieuw samen moet werken als hun tienjarig zoontje spoorloos raakt. Zvyagintsev, die eerder al grote indruk naliet met zijn ‘Leviathan’, toont zich een meester in het integreren van een persoonlijk verhaal in de grote Russische maatschappelijk context. Hij fileert rustig maar raak zowel de psyche van man en vrouw als het maatschappelijk apparaat dat niet adequaat reageert op problemen. Er rest Zvyagintsev slechts een troost: hij staat op het palmares en zijn collega Sergei Loznitsa helemaal niet. Met zijn ‘Krotkaya’ (‘A Gentle Creature’) vlamde Loznitsa evenzeer tegen bepaalde Russische wantoestanden. Zijn hoofdpersonage gaat op zoek naar haar man die in een afgelegen Russische gevangenis opgesloten zit.

Beide cineasten waren niet de enige die geen blad voor de mond namen bij het aanklagen van maatschappelijke misstoestanden in hun geboorteland. Slechts twee voorbeelden ter illustratie. In ‘Man of Integrity’ toont de Iraanse cineast Mohammed Rasoulof hoe een kleine zelfstandige die zijn viskwekerij wil uitbreiden, gepest wordt door zijn door en door corrupte omgeving. Het wordt een strijd op leven en dood. Rasoulof, die zelf ooit moeilijkheden had met de Iraanse overheid, maakt van die strijd een beklemmende film waarvan je niet vrolijk wordt. Hij leverde de regisseur wel de hoofdprijs op in de sectie ‘Un Certain Regard’. Ander voorbeeld: ‘Directions’ van de Bulgaarse Stephan Komandarev waarin we een vijftal taxichauffeurs volgen tijdens hun ritten in Sofia. De eerste, als bijverdienste werkende, taxichauffeur schiet eerst de woekeraar neer die hem constant onder druk zet en pleegt daarna zelfmoord. Het voorval maakt heel wat los en we volgen de evolutie van de zaak via bepaalde taxiradio’s. Iedereen heeft een mening maar die blijkt niet altijd op de aan de kijker bekende feiten gebaseerd. Problemen van klanten en voerders kruisen elkaar bij de chauffeur die recent zijn zoon verloor en zijn verdriet nog niet verwerkte. In een andere taxi daagt de klant op die vroeger belette dat de vrouwelijke chauffeur verder kon studeren. Het geheel vormt een virulente klachtenbundel tegen de onbekwame en door en door corrupte Bulgaarse overheid en maatschappij. Mede dankzij dergelijke films uit de officiële selectie was Cannes dit jaar toch een degelijke gedenkwaardige editie.

Geweld en gruwel

Ze zal voor de Schotse cineaste Lynn Ramsay nog wat gedenkwaardiger zijn want voor haar jongste film ‘You Where Never Really Here’ kreeg ze niet minder dan twee prijzen. Die voor het beste scenario deed veel wenkbrauwen fronsen. En van "beste mannelijke hoofdrol” Joaquin Phoenix zullen sommige cynici eerder zijn schoeisel onthouden dat hij aanhad op prijsuitreiking dan zijn vertolking zelf. In de film speelt de bebaarde Phoenix de rol van een oorlogsveteraan die een jong meisje uit de handen van kindermisbruikers moet redden. Phoenix knalt er lekker op los en de gore bloederige gruwel spat van het scherm. De nadrukkelijkheid waarmee dat gebeurt stoort. Maar kenners verwijzen daarbij graag naar ‘Taxidriver’ van Martin Scorsese en sommigen smaken de verwijzingen naar ‘Psycho’ van Alfred Hitchcock. Phoenix heeft een moeder die zo uit ‘Psycho’ kon zijn weggelopen. Ze is alleen nog excentrieker en ze komt nog gruwelijker aan haar einde dan bij Hitchcock. Maar dat was dan ook een regisseur met smaak, ook in het extreme. Lynn Ramsay, bekend van het knappe ‘We Need To Talk About Kevin’, slaat alleen maar murw met het extreme. Gelukkig duurt het maar 85 minuten - Ramsay houdt van korte films - en er is muziek van Jonny Greenwood. Helemaal af is de film nog niet, liet Ramsay zich tijdens interviews ontvallen maar dat stelde ze inmiddels bij en verwijst nu naar de score die nog zal worden aangevuld. Nog meer Greenwood dus.

Ramsay werd door haar fans voor voorhand getipt als kandidate voor de prijs van de beste regie. Wellicht ving de jury daar echo’s van op, noteerde de suggestie en gaf haar regieprijs uiteindelijk toch maar aan Ramsay’s collega Sofia Coppola voor ‘The Beguiled’. Na het ontgoochelend onthaal van haar ‘Marie Antoinette’ had de dochter van Francis Ford Coppola nochtans gezworen om nooit of te nimmer nog een voet in het festivalpaleis te zetten. Dure eden zijn er om gebroken te worden en dus kregen we haar versie te zien van het gelijknamige boek van Thomas Cullinan, eerder reeds verfilmd door Don Siegel met Clint Eastwood in een hoofdrol. Eastwood is in Coppola’s versie vervangen door Colin Farrell en die belandt in volle Amerikaanse burgeroorlog als gewonde soldaat in een door vrouwen gerund weeshuis. Een en ander brengt spanningen met zich en de vrouwen, onder leiding van Nicole Kidman, nemen een drastische beslissing. Allemaal mooi en braaf gebracht door Sofia Coppola maar qua regie was er steviger kost.

Troostprijzen

‘The Beguiled’ was een van de vier films waarin Nicole Kidman optrad. Twee keer zelfs aan de zijde van Colin Farrell. Het was dus een beetje haar festival en dat liet de jury niet ongemerkt voorbij gaan. Daarom kreeg ze een speciaal in het leven geroepen prijs van het 70ste filmfestival. Meteen had de jury de handen vrij om Diane Kruger de prijs voor de beste vertolking te geven voor haar rol in ‘Aus dem Nichts’ ('In the Fade') van Fatih Atkin. Daarin speelt ze een vrouw die man en kind verliest na een aanslag door neonazi’s. Atkin heeft opnieuw oog voor een hedendaagse Duitse problematiek maar werkt die allesbehalve overtuigend uit en Kruger blijft meer een gezicht dan een personage. Maar de jury maakte haar rol om zoveel mogelijke gelukkige mensen naar huis te sturen opnieuw waar.

Dat gebeurde ook met de prijs voor het beste scenario. Lynn Ramsay krijgt het gezelschap van Yorgos Lanthimos en Efthimis Filippou voor hun ‘The Killing of a Sacred Deer’, een van de hoogtepunten van het afgelopen festival. En stilistisch een beetje de evenknie van ‘L’Amant Double’, de film waarmee François Ozon zijn vele fans verwende. Met die film zijn we opnieuw aan het beginpunt gekomen want net als ‘The Square’ speelt Ozons film zich gedeeltelijk af in een museum voor moderne kunst. Jan Hoet moest het weten…