- ...
- home
- nieuws
- wide angle ...
Wide Angle: de mythe van de empathiemachine
De mythe van de empathiemachine
door Michaël Van Remoortere
Tu ne sais plus qui tu es, qui tu as été,
tu sais que tu as joué, tu ne sais plus ce que tu as joué,
ce que tu joues, tu joues, tu sais que tu dois jouer,
tu ne sais plus quoi, tu joues.
Marguerite Duras – Savannah Bay
Een van mijn ex-vriendinnen — zowaar! — verweet mij ooit een gebrek aan empathie. Doorheen de stortvloed van tranen meende zij nog net uit te kunnen maken dat het ontbreken van waterlanders uit mijn ogen wel moest betekenen dat ik als mens, en dus zeker als vriendje, tekortschoot. Terwijl vanuit mijn standpunt empathie niet het probleem was; ik meende perfect te begrijpen waarom zij zo overstuur was, alleen was ik het oneens over de rechtmatigheid van haar emoties en vond ik haar tranen manipulatief en onoprecht. Voor haar bestond empathie er blijkbaar uit dat ik mij zonder verdere vragen aan haar emoties zou onderwerpen. Als we sentimentaliteit zouden definiëren als “het onderhouden van een één-op-één relatie met de eigen gevoelens (en de eventuele projectie daarvan op anderen)” — en aangezien de definitie van mijn hand is, ben ik het ermee eens — dan was het gedrag van mijn ex-vriendin een mooi staaltje sentimentaliteit. Het punt dat ik wil maken is dat iedereen recht heeft op hun emoties, maar dat de eis tot empathie naar de ander toe al te vaak neerkomt op de opgelegde plicht tot het zonder reserves aanvaarden van deze emoties. Echter, van twee dingen een; ofwel zijn emoties geen argumenten — kan er niet over gechicaneerd worden — en moeten ze niet aldus in stelling gebracht worden, ofwel zijn ze dat wel en kunnen ze dus tegengesproken worden. Ik ben zelf overtuigd van het tweede en doe ook niets liever dan discussiëren over emoties en gevoelens, ervan uitgaande dat de personen met wie ik dat doe steeds de integriteit van het gesprek willen erkennen. (En ik wil zonder meer toegeven dat het vaak volledig aan dit soort integriteit ontbreekt. Maar al te vaak ontmoeten we een gesprekspartner die volledig ongevraagd en onbetaald advocaat van de duivel denkt te moeten spelen.)
Weinig mensen hebben dan ook een dusdanig nefaste invloed op de filmcultuur gehad als Roger Ebert. Nooit zag hij een gemeenplaats die hij besloot onbenut te laten, zijn teksten bestaan louter uit het — veelal waarheidsgetrouw, dat is het punt niet — navertellen van het plot van films en in het televisieprogramma dat hij met Gene Siskel maakte verhielden de beste heren zich tot films zoals Romeinse keizers tot gladiatoren. (Het duimpje omlaag bestond toen nog.) Maar de meest funeste nalatenschap van Ebert bleek toch wel de uitspraak dat films voor hem empathiemachines waren. Het minste wat hierover gezegd kan worden is dat hij in ieder geval de vinger aan de pols had aangezien het dit citaat is dat de afgelopen tien jaar te onpas geciteerd wordt ter meerdere eer en glorie van voornamelijk diegene die deze woorden in de mond neemt.
De gelijkschakeling van film met een machine is al dubieus genoeg, maar dit laten we gemakshalve aan ons voorbij gaan. De stelling dat een film empathie zou genereren is wat zo irriteert, niet eens omdat het per definitie onwaar zou zijn, maar omwille van de veronderstelling dat deze empathiemachines aldus bij zouden dragen aan een betere wereld. Misschien, heel misschien, zouden we rechten voor en een correcte behandeling van mensen niet moeten laten afhangen van de vraag of we al dan niet empathie voor hen kunnen opbrengen. En hoe zou u reageren mocht iemand u vertellen dat hij zonet How to Have Sex zag en nu opeens inziet dat verkrachting ‘niet ok’ is? Ik zou van hem geen drankje aannemen. (En wat als hij, zoals ik, vlak daarna Pink Flamingos zag? Wat als ook deze machine hem tot empathie dwong? Met Divine, the filthiest person alive!)
De vraag wie er recht heeft op empathie en wat dit dan wel zou mogen of moeten betekenen, staat centraal in May December, de nieuwe film van Todd Haynes. Elizabeth (Natalie Portman) arriveert in Savannah, Georgia om er een aantal dagen mee te lopen in het leven van Gracie (Julianne Moore). De eerste zal de laatste over enkele weken in een film vertolken. Beiden lijken er dus baat bij te hebben dat de actrice de kans krijgt inzicht in haar personage te verwerven. Beiden spreken ze dit cliché ook luidop uit, in soortgelijke verwoordingen, zij het met minieme verschillen. En in die minieme verschillen zit natuurlijk het verhaal van May December. Want als voor Elizabeth — een actrice die nu vooral bekend is van (“the horror”) een televisieserie, over de avonturen van een dierenarts dan nog wel — deze rol in een ‘independent’ film een doorstart voor haar carrière in de filmwereld moet betekenen, moet voor Gracie de film een rechtvaardiging van haar leven zijn en dan vooral een rechtvaardiging van waarom ze twintig jaar geleden als 36-jarige vrouw een seksuele relatie begon met een 13-jarige jongen met wie ze drie kinderen zou verwekken en met wie ze, nadat zij haar gevangenisstraf had uitgezeten en hij meerderjarig was geworden, zou trouwen.
Om maar te zeggen dat de ambities van beider vrouwen misschien toch niet geheel overeenstemmen. May December is een steekspel tussen twee vrouwen die elkaar in meer dan wel mindere mate wantrouwen en die, vooral, een rol voor elkaar opvoeren. De spanning die deze ‘machine’ draaiende houdt, ontstaat uit de steeds miniem verschuivende machtsverhoudingen tussen de vrouwen en de frictie tussen een rol spelen en spelen dat je een rol speelt.
Natalie Portman is perfect gecast als Elizabeth, de actrice waarover geen twijfel bestaat dat ze, ondanks haar opleiding bij Juilliard, niet al te zeer in haar roeping uitblinkt. De tics en frenetieke mimiek die normaal gezien zo irriteren bij Portman (maar haar wel een Oscar opleverden) komen hier goed tot uiting omdat haar personage nu net gedefinieerd wordt doordat ze te hard haar best doet. Onwillekeurig doet ze denken Eileen Myles’ karakterisering van de jonge Patti Smith: “You could hear in her voice how badly she wanted it.” Desondanks slaagt ze er zelfs niet haar thank you’s overtuigend te laten klinken. (Het is niet ondenkbaar dat ze het ver zal schoppen in Hollywood.) Elizabeth is een vrouw met een missie en die missie bestaat er vooral uit tijdens haar verblijf in Savannah alles uit de kast te halen om haar rol maar zo royaal mogelijk gestoffeerd te krijgen. Ze wil Gracie zo graag tot het voorwerp van haar empathie maken, haar in al haar complexiteit leren kennen om maar aan haar verhaal recht te kunnen doen dat ze niet weet vast te stellen wat wij als kijker al snel in de smiezen krijgen: dat Gracie een onvoorstelbaar serpent is.
Gracie hoopt het carrièrisme van Elizabeth aan te wenden om het verhaal van deze verkrachting verteld te krijgen als het verhaal van twee “star-crossed lovers”. (Een term die niet toevallig refereert naar Romeo en Julia, hoewel deze natuurlijk allebei dertien waren.) Wat aanvankelijk in het voordeel van deze interpretatie lijkt te spreken is natuurlijk het feit dat ze met Joe (Charles Melton) getrouwd is en dat zij ondertussen — althans de schijn van — een gelukkig leven hebben weten op te bouwen. Stel je echter voor dat je zou aanbellen bij Humbert Humbert en dat hij bij hoog en bij laag zweert dat hij destijds slechts verkeerd begrepen was, iets wat de nu zesendertigjarige Dolores (Lolita) Haze ook bevestigt. Zouden we bereid zijn dit aan te nemen? Of zouden we al snel in psychopathologische terminologie beginnen denken? Waarom krijgt Gracie van de goegemeente dan toch het voordeel van de twijfel?
Todd Haynes is niet onbekend met perversie. Of althans met de aantijging ervan. Zijn langspeelfilmdebuut Poison (1991), dat gebaseerd was op thema’s uit het oeuvre van Queer ur-daddy Jean Genet, werd van perversiteit beticht en kwam midden in een discussie te staan over wat voor soort kunst door overheidsgelden gesubsidieerd zou mogen worden. Het stempel ontucht werd uiteraard bovengehaald voor seksuele handelingen tussen volwassenen van hetzelfde geslacht (zoals ook later Carol uit de gelijknamige film om deze reden het hoederecht over haar kinderen zal verliezen) en dit alles slechts enkele jaren voor het drama waarop het script van May December gebaseerd werd de media haalde en de vrouw in kwestie geportretteerd werd als het onschuldige slachtoffer van haar eigen verlangens. (Voor deze waargebeurde achtergrond is Google uw vriend. Hoe ruwer de zoektermen, hoe sneller het juiste resultaat.)
In deze gevallen geldt: waar hetero’s mee wegkomen, worden homo’s voor verketterd en waar vrouwen mee wegkomen, worden mannen voor gelyncht. The heart wants what it wants, nietwaar? Als niets ontregelender is dan verlangen, dan is niets politieker dan de reacties op haar transgressies.
Ten alle koste de schijn van de normaliteit hooghouden is dus het devies niet alleen van Gracie maar van alle inwoners van de gemeenschap waarin zij en haar gezin werden opgenomen. Aangezien Gracie als geregistreerd zedendelinquent geen baan kan krijgen, bestelt de hele buurt huisgemaakte taarten bij haar. En hoewel er af en toe pakketjes met menselijke drollen aan huis worden geleverd (iets wat in de wereld van Divine nog de ultieme belediging was), is het aantal in de loop der jaren stevig afgenomen. Het lijkt alsof het stof is neergedaald en de rust wedergekeerd, ware het dus niet voor die nogal onnozele actrice die de nood voelde op een dag voor de deur te staan. Een varkentje dat Gracie ook nog wel even zal wassen. “Well, are you smarter than that?”
De confrontaties tussen Gracie en Elizabeth zijn een genoegen om naar te kijken. Elk al dan niet uitgesproken of ingeslikt woord, elke stilte, elke haastig ingetrokken beweging, elke schijnbaar achteloze verwijzing, is een poging de ander onderuit te halen. Waar Elizabeth maar blijft proberen door het masker van Gracie te breken, laat Gracie er geen twijfel over bestaan dat haar versie van de feiten de waarheid is en dat daar niets meer achter gezocht moet worden. Waar het om gaat is het “eind goed, al goed” dat alles wat daarvoor gebeurde rechtvaardigt en intenties of twijfels hebben daar uiteindelijk weinig tot niets mee te maken. Elizabeth heeft het echter zo hard nodig (haar carrière heeft het zo hard nodig) dat Gracie een complex, getormenteerd — en laat ons het woord gewoon gebruiken, Oscarwaardig — personage is dat ze niets uit de weg zal gaan om een diepere betekenis in dit hele verhaal te vinden, iets wat ons iets zou kunnen zeggen over de menselijke conditie. (En uiteraard blijft ze daardoor blind voor datgene aan betekenisvolle menselijke conditie dat zich vlak voor haar neus afspeelt.) Uiteindelijk zal ze zich genoodzaakt zien om het oorspronkelijke drama te herhalen, te reconstrueren, maar als Marx ons, ondanks al zijn gebreken, iets geleerd heeft is het dat de tragedie zich alleen als klucht laat herhalen. Zij het dat de slachtoffers het waarschijnlijk zelf niet zo zullen zien. May December is een ongemeen grappige film in toonaard ‘sardonisch’.
Uiteindelijk zal een deus ex machina Elizabeth te hulp komen. In onze seculiere tijden is deze narratieve God haast vanzelfsprekend het trauma geworden. Sleutel tot alle mythologieën die elke daad verklaren mag. Uiteraard hebben we het hier niet over het trauma van Joe, — die, het kan niet genoeg benadrukt worden, met een prachtige, zachtmoedige mannelijkheid door Melton wordt neergezet — hij is namelijk in dezen vrij letterlijk collateral damage. Neen, met het trauma dat uit de lucht komt vallen, denkt Elizabeth eindelijk toegang tot de innerlijke wereld van Gracie gevonden te hebben. En toch zal deze zich op het einde niet zomaar gewonnen geven. Zij weet namelijk hoe graag wij inzicht willen krijgen en dus ook hoe makkelijk zij dit inzicht tot háár inzicht kan maken.
Gracie trapt niet in de goede bedoelingen die Elizabeth slechts voorwendt, maar ze speelt het spel wel mee. Ze weet wat haar publiek van haar nodig heeft. Het publiek wil tegelijkertijd geschokt en gerustgesteld worden. Geschokt door de transgressie, maar gerustgesteld dat deze aan het einde van de rit slechts op een misverstand berust: dat Gracie geen misdadiger maar slachtoffer van haar eigen liefde is. Wat nogal gemakkelijk vergeten wordt is dat een machine die empathie wil genereren in de eerste plaats het onderwerp voor die empathie moet genereren en dat onderwerp heet lijden. Onder het mom van empathie willen wij anderen zien lijden. De catharsis houden we voor onszelf, diegenen die lijden mogen zich troosten met het feit dat gezien is geweest. Het is niet onopgemerkt gebleven. Do you feel seen?
Als Gracie ons iets over de menselijk conditie kan leren dan is het wel dat wat wij empathie noemen veelal niet meer dan een verlangen naar spektakel is.
Fantômas
Deze tekst kwam tot stand in samenwerking met Fantômas.
Fantômas is een platform voor onafhankelijke filmkritiek dat reflecteert op een verscheidenheid aan filmculturen in België en daarbuiten. Het is een plek om je te verwonderen en te verdiepen in de wereld van film, je te laten verrassen door nieuwe vormen en contexten, en je te spiegelen aan interessante meningen en stemmen.