- ...
- home
- nieuws
- wide angle ...
Wide Angle: Vortex - draaikolk van zelfverlies
Bij de ondergaande zon, omgeven door bloemen op een Parijs' terras, deelt een koppel tijdens de valavond van hun leven een glas wijn. “Het leven is een droom in een droom”, mijmert de oude man, naar het bekende gedicht van Edgar Allan Poe. Het klinkt idyllisch in de oren, maar voor de horrordichter was het een huiverend, zelfs paniekerig rijm over de ongrijpbaarheid en vergankelijkheid van het leven.
Gaspar Noé, op zijn eigen manier ook een horrordichter, opent Vortex op tedere wijze. Als aanvulling op het vreedzame proloog speelt de prachtige videoclip van ‘Mon amie la rose’. Daarin kijkt een jonge Françoise Hardy ons recht in de ogen, terwijl ze zingt dat alle bloemen verwelken en dat onze schoonheid tanende is. Hardy is van 1944, hetzelfde jaar als hoofdactrice Françoise Lebrun. De clip roept zo onwillekeurig het beeld op van het hoofdpersonage in jongere jaren, net zo frank en stralend als de zangeres. Vooral moeten we het nummer echter zien als een waarschuwing van de filmmaker: wat jullie in Vortex zullen zien, staat jullie zelf te wachten. Een persoon op de drie boven de 85 jaar oud lijdt aan Alzheimer.
Wie bekend is met het werk van Noé vreest dat dit dromerige begin slechts de stilte is voor een storm van misselijkmakend onheil. De bekendste naam van de New French Extreme-stroming speelt in op die reputatie, bijvoorbeeld door vrij vooraan in de film het verwarde personage van Lebrun het gasfornuis in de fik te laten steken, door horrorlegende Dario Argento te casten als hoofdpersonage of door de unheimische tonen van Trois Gymnopedies van Gary Numan te gebruiken op de soundtrack (net als in zijn expliciete horrortrip Climax). Geleidelijk zal het appartement waarin het oude koppel zijn einde nadert inderdaad de setting worden van een nachtmerrie, maar verre van hoe we het verwachten.
Gaspar Noé maakt immersieve cinema met een inventieve filmtaal. Wanneer Oscar in Enter the Void de ogen sloot, werd het scherm zwart. Als Selva duizelde in Climax, zwenkte de camera mee. Vortex is zachter, maar nog steeds ervaringsgericht. Het stroboscopische geflikker van Irréversible, Climax en Lux Aeterna is vertraagd tot een geaard openen en sluiten van de lens (de ogen). We volgen de schuifelende verplaatsingen van de personages op de voet, vaak doorheen smalle ruimtes of kamers badend in de voor Noé zo kenmerkende rode of groene schijn. De kleine kaders onderstrepen de beklemming. Een sterk voorbeeld van Noés claustrofobische esthetiek is de scène die ons het eerst confronteert met de verwarring van het vrouwelijke personage, wanneer ze ronddoolt in een rommelige winkel zonder te weten wat ze er zoekt. We verliezen het overzicht van de gangetjes waardoor ze wandelt, zoals zij zichzelf verliest in haar gedachtegang. De stapels met spullen rondom haar zijn als haar herinneringen, die niet langer een vaste plek hebben. Mooi in die symboliek is dat ze af en toe iets aanraakt en het weer op zijn plaats zet.
Die innemende doolhofervaring zagen we al in Climax, Enter the Void en Lux Aeterna. Hoe langer we het subject volgen, hoe irrationeler het wordt door wraakzucht (Irréversible), druggebruik (Enter the Void, Climax) of verliefdheid (Love). Hier leidt het zelfverlies door dementie echter niet tot obsceniteit. De regisseur die in zijn vorige film een kleuter elektrocuteerde, een danseres levend verbrandde en een zwangere vrouw zichzelf liet verminken, laat deze bejaarde vrouw zachtjes los onder een pastelkleurig laken. Noé, die zelf zijn moeder verloor aan Alzheimer, vertelde in een interview (hieronder te bekijken) dat dementie de ergste manier is om je verstand te verliezen: eens je wegglijdt in de vortex, kom je niet meer terug. Vermoedelijk vond hij deze realiteit confronterend genoeg zonder visueel geweld.
Er is daarnaast minder plaats voor visueel experiment, omdat die ruimte wordt ingenomen door een opdeling van het scherm in twee beelden (splitscreen), waarin we de wederhelften elk apart volgen. Naar eigen zeggen was het simultaan filmen met twee camera’s voor Noé een meer natuurlijke werkwijze dan verschillende takes te monteren volgens ‘de regels van de kunst’. Paradoxaal genoeg is het effect van minder in te grijpen net dat de vorm veel aandacht vraagt, omdat de kijker het niet gewoon is zijn of haar blik te moeten verdelen. Dit went echter zeer snel en we volgen probleemloos de gelijktijdige belevingen van beide hoofdpersonages. De splitscreens zijn een inventieve vondst die de afstand tussen de twee hoofdpersonages tastbaar maakt. Vrouw en echtgenoot zitten elk opgesloten in hun eigen kleine kader, met de ziekte van Alzheimer als een zwarte scheidingslijn tussen beide.
Narratief laat die verdeeldheid zich constant voelen, of het nu is wanneer Argento’s personage belt met zijn minnares, Lebruns personage aan hun zoon vraagt “wie die vreemde man is die haar de hele tijd volgt” of wanneer ze de notities van haar man door de wc spoelt. Hij vloekt dat hij in een nachtmerrie lijkt te leven. De gebeurtenis confronteert hem voor de zoveelste keer met een harde, onontkoombare realiteit: hij heeft zijn vrouw verloren aan dementie. Ze schuifelt nog doelloos rond in het appartement, maar eigenlijk is ze er niet meer. Een zeldzaam moment van verbinding is er nog wanneer de man zijn hand legt op die van zijn vrouw, over de grens van ‘zijn’ kader heen.
Noé filmde Vortex in volle lockdown op vijf weken tijd en liet de acteurs vooral improviseren. Het resultaat is een kleine film en een levensgetrouwe weergave van de laatste dagen in het appartement van een oud koppel. Buiten de spielerei met de splitscreens speelt Noé slechts op enkele nauwkeurig uitgekozen momenten met het medium, bijvoorbeeld in de twee prachtige laatste shots voor de gestorven geliefden. Vortex mondt uit in een hartverscheurende waarheid die ook zonder choquerende effecten lichamelijk voelbaar is: het leven kan je in het beste geval delen, maar sterven doe je alleen.