- ...
- home
- nieuws
- wide angle ...
Wide Angle: La double vie de Véronique - De versmelting en de ontbinding van een verhaal
La double vie de Véronique: de versmelting en de ontbinding van een verhaal
door Shauni De Gussem
Kom, leg uw pijn maar hier bij mij, het zal geen grammetje
helpen. Kom dichterbij, kom, ik heb u niets te bieden. Kom, vertel mij uw
verhaal, ik beloof ik zal er niets van snappen.
- Wim Helsen, Heden Soup
Mijn grootste talent in het leven is waarschijnlijk waar en wanneer dan ook in slaap te kunnen vallen. Eén verlossende beslissing om de bewusteloosheid over mij te laten wassen en alsof een lichtschakelaar is omgedraaid, val ik in de donkerte van mijn eigen hoofd. Maar sinds ik ben verhuisd van een van de meest levendige en commerciële straten in Gent naar een rustigere buurt waar families wonen en nooit iets gebeurt, word ik soms plots wakker in het midden van de nacht met een akelig gevoel dat er iets niet klopt. Ik spits dan mijn oren op zoek naar een geluid dat de aard van mijn slaapverstoring zou verraden. Maar het enige wat ik telkens hoor, is stilte, loodzwaar in zijn aanwezigheid in de lucht rondom mij.
Ik sta op en loop wat rond, hopende dat de herkenbaarheid van mijn materiële bezittingen die samen mijn thuis vormen mij een houvast biedt. In het kleine zijkamertje waarin ik een bureau heb geschoven, zie ik de halve reflectie van mijn gezicht op het raam, verlicht door het warme, zachte schijnsel op de gang. Ik kijk mezelf aan en ik moet denken aan een moment in The Great Gatsby, wanneer Nick Carraway tijdens een lange nacht aan excessief doorzakken met zijn compagnie zich even afzondert, door het raam kijkt naar de straat beneden en zich een voorbijganger verbeeldt die opkijkt naar waar hij staat: “Yet high over the city our line of yellow windows must have contributed their share of human secrecy to the casual watcher in the darkening streets ... I saw him too, looking up and wondering. I was within and without.”
Achter mijn raam hangt een ondoordringbare duisternis die de stille tuintjes van mijn achterburen verhult. Mijn reflectie staat in de weg om iets te kunnen uitmaken in die donkerte, maar achter mijn blik verschuilen zich denkbeeldige anderen en ik voel me net als Nick Carraway erg bekeken. Ook ik ben tegelijk binnen en buiten.
In La Double Vie de Véronique ligt de Poolse Weronika (Irène Jacob) ’s nachts in haar bed en verzucht ze verrukt: “Ik voel dat ik niet alleen meer ben, alsof ik niet alleen in de wereld ben.” Het eerste deel van de film volgt deze jonge zangeres, magnetiserend in haar speelse en vitale lichaamshouding en intieme kwetsbaarheid. Terwijl ze met haar hoofd in de wolken doorheen Krakow wandelt na een succesvolle auditie voor een professioneel koor, passeert ze een bus vol uit het raam hangende, fotograferende toeristen. Daar ziet ze plots zichzelf – of beter gezegd: een vrouw die onmiskenbaar er exact hetzelfde als zijzelf uitziet. Deze korte ontmoeting met het onmogelijke transformeert haar. Maar lang duurt de extase niet: tijdens haar eerste publieke zangperformance in het koor krijgt ze tijdens de climax van een subliem origineel stuk van filmcomponist Zbigniew Preisner iets aan haar hart en sterft ze. Regisseur Krzysztof Kieslowski verhuist daarna de filmvertelling van Polen, zijn geboorteland, naar Frankrijk, zijn tweede thuisland, waar we in het leven van Véronique (ook Irène Jacob) duiken, de dubbelganger in de bus.
Véroniques gedeelte toont haar in haar leven als lerares muziek en samenspel bij een groep kinderen, die voor een luchtiger moment zorgen waarin ze een geheel atonale versie van Preisners muziek brengen. Véronique probeert de maat te houden, maar ze maakt een afwezige indruk. Ze lijkt een onverklaarbaar verlies mee te zeulen: “Heel mijn leven had ik het gevoel dat ik hier was en ook ergens anders tegelijkertijd. […] [Maar] ik kreeg een vreemde gewaarwording: plots had ik het gevoel dat ik alleen was.”
Wanneer een poppenspeler en kinderboekauteur een voorstelling geeft op haar school, wordt Véronique tot tweemaal toe in haar heimelijke, voyerende blik betrapt door deze Alexandre (Philippe Volter), waarna een lang kat-en-muisspel ontstaat tussen de twee. Hoewel de benaderingen van de man op zijn minst vreemd en in 2023 bedreigend kunnen genoemd worden, is Véronique toch vooral geïntrigeerd door zijn achtervolgende en daardoor onvermijdelijke aanwezigheid in haar leven. Wanneer zij tijdens een ontmoeting in een cafeetje de simpele vraag stelt waarom hij zo doorzet, antwoordt hij niet met een poëtische verklaring waarin hij een onweerstaanbare lokroep van het lot aanhaalt – dat het zo moést zijn, dat het leven hen heeft samengebracht – neen, niets van die clichés. Hij antwoordt stomweg dat hij niet weet waarom. Een sluier wordt weggetrokken voor Véronique en ze holt huilend weg.
De realiteit staat haar hier scherp voor de ogen: no hay banda. Het bedreigende gevoel van bekeken te worden is meer welkom dan het alternatief: ze is inderdaad alleen in het leven. De ontmoeting met de man berust op een onvertaalbare toevalligheid. Er is geen ander met wie ze een magische band deelt en haar hele leven al verbonden is. Iemand die haar bekijkt en ziét, en aan wie ze niet moet uitleggen wie ze is en hoe ze zich voelt. De fantasie onthult zich als fantasie en eronder blijkt er niets te zitten.
Wanneer de man haar toch blijft achtervolgen en wanneer ze de foto van Weronika ziet, die ze in het voorbijsnellen genomen heeft in Polen, lijkt ook zij weliswaar iets te beseffen: het leven mag dan een serie aan toevallige gebeurtenissen zijn, het is mogelijk – noodzakelijk zelfs – om er zelf een verhaal rond te spinnen, en dat verhaal te beladen met betekenis en schoonheid. Iedereen mag dan alleen zijn, we kunnen wel ons verhaal aan elkaars voeten leggen en naast elkaar zitten. Op de foto ziet Véronique zichzelf staan, en tegelijk verliest en vindt ze zichzelf.
Het continue spel van de ontdubbeling vindt trouwens ook zijn vormelijke gelijke in de cinematografie van Sławomir Idziak. De keuzes om specifieke scènes intens in één van de primaire kleuren uit te lichten en de camera nu en dan spookachtige aanwezig te laten wezen, frustreren de kijker bij de zoektocht naar betekenis. Pak me dan als je kan, lijkt Kieslowski plagend te knipogen. De film schuift ons de verantwoordelijkheid toe om zelf een web aan interpretaties te spinnen dat alles doet kloppen. Maar geen enkel verhaal zal de film in zijn geheel kunnen vatten – de cirkel sluit nooit volledig. In de duisternis van de cinemazaal zien we naast de spiegelreflecties van Véronique ook een schijnsel van onszelf: Kieslowski dwingt ons om onszelf te zien in het verhaal dat we maken van de film.
De oorzaak van het geluid waar ik ’s nachts zo naarstig naar op zoek ben, wordt wel degelijk verraden: net als bij Véronique staart het niets mij recht in het gezicht. Om mijn vel niet open te halen aan de scherpte die dat met zich meebrengt, begin ik met omzwachtelen tot het ochtendgloren komt: een verhaal over niets is nog steeds een verhaal. En ik leg het aan jullie voeten hier in dit filmessay, hoewel de cirkel niet volledig sluit. Blijf gerust even zitten.
Shauni De Gussem
Shauni De Gussem is artistiek onderzoeker aan het RITCS School of Arts, docent aan het LUCA School of arts, en freelance schrijver van filmscenario’s en essays.